Over In seizoenen
Na tien thrillers schreef Judith Visser haar eerste roman, In seizoenen. Een persoonlijk verhaal, geschreven in Vissers vertrouwde stijl, maar binnen een ander genre. ‘Sommige verhalen moet je puur laten en niet in een thrillerjasje willen steken', zei de schrijfster eerder.
Hoe belangrijk wordt het verleden als er geen toekomst meer is? Deze vraag staat centraal in In seizoenen, de eerste roman van Judith Visser (1978). De thrillerschrijfster had al langer plannen om een roman te schrijven, zo vertelde ze in 2012 in interview met Crimezone dat ze ooit nog eens een dikke roman over de Tweede Wereldoorlog hoopte te schrijven. Die dikke oorlogsroman laat nog even op zich wachten, eerst komt de schrijfster met een veel persoonlijker verhaal over het gevecht tussen vasthouden en loslaten. Anders dan een thriller bood de romanvorm haar de ruimte om uit te wijden. 'Hoewel tempo belangrijk blijft, zoals in de thriller, kun je verder de diepte in en het verhaal rustiger brengen', vertelde de schrijfster tijdens het Nederlands Thrillerfestival 2015.
In seizoenen gaat over Annabel Wismar (59), een hoofdpersonage dat is gebaseerd op de moeder van de schrijfster. Ze krijgt te horen dat ze ernstig ziek is en door nalatigheid van het ziekenhuis niet meer geholpen kan worden. Ze moet volgens de arts 'in seizoenen' gaan denken. Maar Annabel legt zich niet zomaar neer bij dit lot en klampt zich vast aan artsen in Leuven die haar nog wel willen behandelen. Haar zoon David steunt haar onvoorwaardelijk en trekt bij zijn moeder in om haar dag en nacht te kunnen verzorgen. Er volgt een zware periode waarin moeder en zoon elkaar maar vooral ook zichzelf op een andere manier leren kennen.