Meer dan 5,9 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Vraag 3. De kaasplakjes

op 22 december 2017 door

Deze vraag gaat over de opbouw van het verhaal of hoe de diverse kaasplakjes één geheel gaan vormen.

Vraag 3.a. Wat vind je van de opbouw van het verhaal? Hoe ontwikkelt de plot zich? Kun je iets zeggen over het vertelperspectief?

Vraag 3.b. Diepgravertje (facultatief). In hoofdstuk 15 gaat het over de te maken deal bij het Departement. Laarmans is eigenlijk de passiviteit zelve, neemt nooit initiatief, is een volger, laat zich gebruiken. Hij wil ook geen plaatsvervangend voorzitter zijn van de Vakbond van Belgische Kaashandelaren. Op het departement speelt zich alles in de directe rede af tot het moment dat Frans er genoeg van heeft. Dan wordt de indirecte rede gebruikt: “En opeens schoof mijn stoel als vanzelf achteruit. Ik stond recht en met een woeste blik op de vier verkaasde lummels verklaarde ik, met luide stem, dat ik er genoeg van had.” (blz. 130). Volgens mij is dat geen toeval. Laarmans concludeert dat hij slachtoffer is geworden omdat hij altijd meegaand was. Je zou ook kunnen denken dat als hij op sommige momenten wat meer meegaand was geweest (denk aan de associatie met de jonge heer Van Zijpen) hij nooit meer terug had gehoeven naar de werf. Wat denk jij hierover?

(pagina uit de originele editie met de illustraties van Cantré)

54adba7c3e3b173f8b7983a7f06f0e2c.jpg



Reacties op: Vraag 3. De kaasplakjes

Meer informatie