Vraag 7.a. In eerdere leesclubs over de boeken van Elsschot is het gegaan over de context van het boek. Dit boek is geschreven in 1933 en je vindt er dan ook tal van verwijzingen naar de actualiteit van toen in. Destijds was Antwerpen een  handelsstad met veel voorspoed. Opvallend dat Laarmans juist in Antwerpen mislukt.

Mij viel meteen de vergelijking op blz. 86 op als Frans Laarmans het briefpapier ziet: “De mummie van Toetanchamon zou niet meer belangstelling hebben gewekt.” De ontdekking van het graf van Toetanchamon in 1922 was een mega-gebeurtenis destijds en de actualiteit was destijds wat minder vluchtig dan nu. Het Kapitalisme (door geld wordt men een ander mens) versus het Communisme, de Vlaamse Kwestie (de bourgeoisie spreekt Frans), standsverschil (bourgeoisie tegen over proletariaat) hoe tegen de vrouw aangekeken wordt, het zijn  allemaal zaken die toen speelden . Herken je dit. Heb je daarover ook voorbeelden gevonden in ‘Kaas’?

Filmpje over de ontdekking van het graf van Toetanchamon.

Vraag 7.b. Diepgravertje (facultatief).  Ik stel toch nog de vraag aan de orde over de klassieke tragedie. Voel je vrij om er al dan niet op te reageren. Er is al het nodige over gezegd. 

In de vorige vraag heb ik gehad over het feit dat de personages voor het begin van het verhaal opgesomd worden als ware het een toneelstuk. Als je kijkt naar de structuur van een klassiek toneelstuk zou ‘Kaas’ dat dan ook kunnen zijn? Kun je de hoofdstukken van ‘Kaas’ volgens dat model indelen?Even ter info. Het klassieke  drama wordt ingedeeld in 5 bedrijven . Eerste bedrijf inleiding waarbij de personen worden geïntroduceerd en de setting wordt beschreven. Aan het eind komt het moment waarop de crisis begint. In het tweede bedrijf ontwikkelt het verhaal zich. Het derde bedrijf voert naar het hoogtepunt. Hierin wordt over het lot van de hoofdpersoon beslist. Dan volgt in het vierde bedrijf de ommekeer. In het laatste bedrijf vindt de ontknoping plaats en de zogenaamde catharsis, gevolgd door de moraal.