Gedurende de Hebban Leesclub zijn wij benieuwd naar jouw mening over het boek. Om het boek inhoudelijk goed te kunnen bespreken, vind je hieronder een set leesclubvragen. We gaan de vragen een voor een samen bespreken, waarbij de leesclubcoördinator het tempo aangeeft door de vragen onder dit bericht te stellen.

Let op: Wil je antwoorden op een van de vragen, klik dan op de grijze button 'Reageer' rechtsonder de vraag, zodat alle reacties op dezelfde vraag bij elkaar blijven. Gebruik de roze 'Plaats een nieuwe opmerking'-button helemaal onderaan alleen als je iets kwijt wilt dat niet te maken heeft met een van de vragen.

LEESCLUBVRAGEN

1. Er komen heel wat personages voor in dit boek. Gabrielle staat centraal en is diegene die we het beste leren kennen.
   a. Welke personages zijn het meest ontwikkeld en vind jij het interessantst?
   b. Welk personage, buiten Gabrielle dan, is jouw favoriet? 
2. Gabrielle heeft een droom. Als klein meisje droomt ze al weg bij de avonturen van Jules Verne. Als jonge vrouw probeert ze het op de universiteit, maar dit duurt niet lang. Gelukkig - of niet? - komt dan Albert Sillye voorbij.
   a. Hoe vind je dat ze haar droom aanpakt, ben je akkoord met de keuzes die ze maakt, had jij het anders gedaan in diezelfde tijd onder dezelfde omstandigheden? Of had je misschien wel niet doorgezet?
   b. Ze is niet helemaal verliefd op Albert Sillye, ook zij toont een berekende liefde en geeft hem een plek in haar plannen . Hoe denk je dat hij tegenover haar staat? Is hij echt verliefd op haar of niet? Of ziet hij vooral ook een goede partij in haar?
3. De kunstwereld rond Gabrielle en haar vader:
   a. Kende je één of enkele van de genaamde kunstenaars Emile Verhaeren, Maurice Maeterlinck, Léon Spilliaert, enz … al voordat je dit boek las? 
   b. Ben je doordat je hen in dit boek tegen kwam, meer over hen gaan opzoeken, heb je iets bijgeleerd van wat er in het boek zelf stond? 
   c. Gaf dit iets extra aan het boek voor jou of toch niet?
4. Het koloniale verleden van België: Dit verhaal speelt in de periode dat de Belgen olv Koning Leopold II voet aan land proberen te krijgen in het grote Kongo, in de eerste koloniale periode. Miljoenen Kongolezen sterven in dit tijdsgewricht aan uitbuiting, verhongering, folteringen en executies. Belgen hadden in het verleden wat met handen afhakken, zowel in de Antwerpse mythologie als tijdens de Belgische kolonisatie…
   a. Zijn de koloniale geest (in de hoofden, = mentaal) en de koloniale terreur en misdaden (in de praktijk, op het terrein) voldoende aan bod gekomen volgens jou, zeer duidelijk en/of subtiel?
   b. Vind je dat Gabrielle hiervan wegkijkt of weet ze niet voldoende/wil ze daar misschien niets over weten? Hoe sta je tegenover haar houding tov haar personeel en de andere ‘inboorlingen’? (Lelijk woord nu, ik weet het!)
   c. Vind je dat het woordgebruik van de auteur de koloniale geest goed weergeeft en toch ook nog aanvaardbaar overkomt voor onze tijd nu? Kan je hiervan een voorbeeld geven?
5. Gabrielle is op zoek naar vrijheid, naar avontuur en wil dezelfde kansen krijgen als de mannen. Een thema uit dit boek is dus ook feminisme, het losbreken uit de patriarchale maatschappij. Hoe kwam dit in beeld? Is er een stukje tekst uit dit boek hierover dat jou frappeerde?
6. Een groot deel van het boek bestaat uit brieven, in het eerste deel door Albert aan Gabrielle en in het tweede deel door Gabrielle aan haar zusje en de rest van haar familie. Beviel deze directe schrijfstijl jou? Kreeg je daardoor voldoende informatie?  Wilde je die niet af en toe eens toetsen aan een objectievere verteller bv? Of vind je het eerder oké dat één of meerdere vertellers hun kant van het verhaal brengen?
7. Er zijn duidelijk 2 delen in het boek: ten eerste de kennismaking met Sillye en de voorbereidingsperiode van Gabrielle om de reis van haar leven te maken, en ten tweede haar avonturen in Congo. Hoe staan deze met elkaar in verhouding? Bevielen de beide delen jou, of verkies je eerder één van de twee?
8. Stijl en taal. 1. Hoe omschrijf je de stijl en het taalgebruik van de schrijfster? 2. Behalve de Franse stukjes, kwam er bv ook een korte discussie in het Spaans langs, of een kort gedichtje in het Duits, en zelfs enkele korte liedtekstjes in de lokale taal. Vooral om de sfeer en de achtergrond te schetsen natuurlijk. Hoe sta je hier tegenover? Als je niet alles begrepen hebt, stoorde dit jou dan? 3. Wat vond je van de gedichten van Marie Closset/Jean Dominique?
9. Welk feit/fenomeen uit de realiteit raakte je het meest in dit boek?
10. a. Zou je dit boek aan anderen aanraden, waarom wel of waarom niet?
    b. Kijk je uit naar het tweede deel van Gabrielle’s verhaal, Moederzielen?

Volgende stap:

Schrijf je recensie van minimaal 150 woorden op de boekpagina van het leesclubboek en plaats een quote uit je recensie plus je sterrenwaardering in 'Schrijf je recensie'.