Vraag 3 en vraag 4 kunnen nu ook beantwoord worden. Natuurlijk is de laatste vraag een beetje gissen, maar samen met het leesfragment, de omslag en/of de auteur heeft dat ertoe geleid dat je hebt opgegeven voor de leesclub. Ik ben dan ook zeeer benieuwd naar jullie overwegingen :)

Let op: Wil je antwoorden op een van de vragen, klik dan op de grijze button 'Reageer' rechtsonder de vraag, zodat alle reacties op dezelfde vraag bij elkaar blijven. Gebruik de roze 'Plaats reactie'-button helemaal onderaan alleen als je iets kwijt wilt dat niet te maken heeft met een van de vragen.

LEESCLUBVRAGEN

VOORGERECHT

GEDICHT

1. Bekijk onderstaande video.

2. Als motto is in Krimp het volgende gedicht van Mustafa Stitou opgenomen in het boek (zie ook het leesfragment van Krimp en of dit interview in Trouw):

Houd mijn hand vast.
Ik mis een pink. Ik ging,

kind was ik, een dag
uit moorden. Een kleine

eeuw geleden. Een zomerdag.
Zonder reden

herinner ik mij. Hommels.
Mussen. En toen

een zwaan. Aan de rand
van de vijver zag ik

de duivel staan. Grienend
sloeg hij mij gade.

Wat vind je van dit gedicht? Wat of hoe zou het met het verhaal van Krimp te maken (kunnen) hebben? Ken je meer/andere gedichten van Mustafa Stitou en zo ja, heb je een favoriet gedicht? 

EERSTE ZIN

3. Wat weet en verwacht je op basis van de eerste zin van pagina 11 (het leesfragment):

‘Mijn konijntje kan heel goed afwassen,’ zei mijn vader tegen de gasten die zijn kleine Franse keuken bezochten.

Waarom denk je dat de schrijver het fragment zo begint?

TITEL

4. Waarom heeft dit boek de titel Krimp gekregen, denk je?

Met een beetje mazzel valt een dezer dagen het boek in je brievenbus en kunnen we in het café een definitieve afspraak maken voor het vervolg van de discussie op de Hoofdgerechtpagina van de leesclub... ik (Ellen) zoek ondertussen een plaatje van een een afwassend konijn in een Franse keuken om die pagina mee te verluchtigen!