Vraag 3:

Eline Rego, ook een Hebban-teamlid, en haar medestudenten van de VUB van de richting Taal-en Letterkunde, hebben leesnotities gemaakt over het boek Lijmen voor Passa Porta n.a.v. een Elsschot-dag in Brussel (april). Die leesnotities vind je hier.

Ze maakte daarnaast nog een andere korte taak, waarin ze het facet humor, met name de ironie, in het boek verder uitwerkt. 

Ze vond twee citaten die dit volgens haar aantoonden: 

"Ze voelen iets en gaan zitten denken als iemand die zijn geweten onderzoekt. En opeens heb je daar het dwaallicht van den twijfel dat uit de nevelen opstaat. […] Honderden malen heb ik patiënten bijgestaan in hun strijd, met al de kracht die ik putte uit de kans om een zaak af te sluiten, maar tevergeefs." (Elsschot 2002: 114)

"Dupont wil een bulb-hoek gebruiken,” zei meester Lauwereyssen nog. “Negen en vijftig… maal zeven… gedeeld door drie komma vier,” zei ’t mensch kordaat. “Dupont is mal. Kijk maar. Geen kwestie van een bulb-hoek. Dat U-ijzer geeft een viervoudige zekerheid en dat is voldoende. Dupont. Dupont. Die deed beter zich niet zoo te bedrinken." (Elsschot 2002: 106-107)

a) Kan je even uitleggen waarom dit volgens haar juist ironisch is?

b) Kan je zelf nog een citaat, of eventueel meer, voorleggen waaruit de humor, in alle vormen, van Elsschot blijkt?