Eindverslag leesclub Niets dat het iets uitmaakt - Bert Moerman - door Wil
“Het is niet omdat je valt dat je per definitie slecht terechtkomt” – p. 49.
Het verhaal:
Een naamloze dertiger, prototype macho, erg zelfingenomen, geen emfatisch vermogen, een arrogant en irritant mannetje, heeft het wel gemaakt in het leven, vindt hij zelf. Privé en professioneel gaat het hem voor de wind en het heeft hem weinig moeite gekost. Hij is een gewaardeerd redacteur met een neus voor opkomend talent. Hij heeft een aantrekkelijke vriendin (Sarah) van wie hij zegt niet te houden. “Je wat laten meeslepen was één ding, maar wat in wezen een verlengde onenightstand was laten ontaarden in een nieuwe familie, dat was een brug te ver.” Helaas onderschat hij schromelijk haar intelligentie. Op p. 172 verzucht Sarah: “Jij bent gewoon te blind om dat te zien”.
Een dergelijke overvloed betekende geenszins dat het ooit genoeg was. De drang naar meer manifesteert zich continu, o.a. in zijn zogenaamd Casanovagedrag. Over zijn walgelijke mening over meisjes en vrouwen die te pas en te onpas gegeven wordt, wil ik het hier niet eens hebben. De dames staan voor hem soms letterlijk in de rij, constateert hij. Aan hem de keuze. Is het
- Anna, met het kort geblondeerd haar en zedig rood jurkje
- de geblondeerde zelfverklaarde zelfhulpgoeroe met haar pas gepubliceerde, alom geprezen boek
- de vrouw met de lange jurk die in een Parijse bar bij een man whisky gaat drinken
- of wordt het nieuwe, jonge meisje in het okeren jurkje bij de receptie…..
In zijn overpeinzingen noemt hij dit gemakkelijke deel van zijn leven: Plan A. Het overkomt je. “De kaarten spelen zoals ze gedeeld waren”. – p. 116.
“Het toeval is op zijn sterkst als het er logisch uitziet.”
Uiteindelijk, geholpen door een uitermate ongeloofwaardig toeval, vindt hij de tijd rijp om onaangekondigd weg te lopen van alles en iedereen…, weg te vliegen eigenlijk. Via een dienstreis naar N.Y. naar Plan B. Bijna op weg naar het vliegveld, besluit hij nog even zijn (weg)loopschoenen boven in het appartement op te halen en en passant nog een half miljoen aan bankbiljetten in zijn koffer te proppen. Die was toch altijd structureel halfvol of halfleeg.
Maar, een fataal ongeluk, een tweede begrafenis, een stuk taart en een stevige vuistslag werpen hem letterlijk tegen de vlakte en terug in de werkelijkheid. Dit is het startsein om terug te blikken en daarna andere keuzes te moeten gaan maken.
En last but not least, cruciaal in het hele verhaal is zijn grote vriend Francis. “Als een van de weinige constanten in je leven” en “Het was de opperste staat van vriendschap”. Vanaf het begin fungeert Francis als zijn klankbord, een soort alter ego, maar allengs blijkt deze vriend toch andere intenties en capaciteiten te hebben. En als een soort Petrus aan de hemelpoort roept hij de hoofdpersoon zelfs ter verantwoording. Hij heeft, evenals de lezer, honderden vragen, maar deze is het belangrijkst: “Heb je er spijt van?”
Dit verhaal achter “Niet dat het iets uitmaakt” is een terugblik. De tijd kan niet teruggedraaid worden maar er zijn wel duidelijke leerpunten voor een doorstart naar Plan B. Het vermijden van Plan A. Zie de hoopvolle titel van dit eindverslag.
“Misschien is dit eindelijk de grote roman waar de wereld op zit te wachten”
Dat vraagt de hoofdpersoon (HP) zich af, enkele bladzijden voor het eind. De mening van de leesclub is daarover nogal verdeeld. Het ongebruikelijke vertelperspectief “de jij-vorm” wende vrij snel, maar wekte toch irritatie op. “Wie is die jij?” De lezer, de HP zelf, zijn alter ego, vriend Francis, of …? Door de interviews die de schrijver eerder had gegeven werden we op het verkeerde been gezet. En dan waren er de vele, vele oneliners en dooddoeners en de humor was niet altijd grappig, soms erg gezocht en een enkele keer fout. Hoewel, de spreektaal in titel en hoofdstuktitels in dialogen en gedachten, werkte aansprekend. Moerman heeft zondermeer een vlotte en ongecompliceerde schrijfstijl.
De vragen
Tien uitgebreide vragen om daar achter te komen! Geen standaardvragen. “Prikkelend, leerzaam, leuk”, volgens de deelnemers. En er waren totaal bijna 1000 reacties! Het smaakmakertje vooraf, het leesclubcafé en de discussie met de schrijver meegerekend. Overigens, een verrijking voor de leesclub dat Bert Moerman ook meediscussieerde, ook al liet hij ons wel erg lang in spanning wie de verteller nu werkelijk is. En, nu we dit weten, is dat wel zo? Het was een soort anticlimax voor velen. Op de vraag van Tea hoe hij onze interpretaties leest, antwoordt Moerman als een orakel: “Soms worden er natuurlijk dingen bijgehaald die ik zelf niet zo bedoelde (Hoe komen ze erbij), maar dat betekent natuurlijk niet dat ze niet kloppen (daar was ik zelf niet opgekomen maar misschien deed ik het wel onbewust). Vooral dat laatste is voor mij interessant om te zien. En het cliché-antwoord geef ik ook nog even mee, niet in het minst omdat het klopt: er zijn geen verkeerde interpretaties. Het is wat de lezer eruit haalt dat telt, niet per se wat ik bedoelde.”
De stelling dat een leesclub onmisbare feedback geeft aan de schrijver over zijn werk is terug te vinden in zijn volgende antwoord: “Ik zou liefst niet ingaan op voorbeelden want wil niemands interpretatie viseren, en wil me ook behoeden voor het in de hand werken van de onttovering. Wel kan ik zeggen dat ik bepaalde visies nu zelf zie als 'juist'; dingen die ik onbewust had gedaan maar waarvan ik nu wel besef dat er een reden is dat ze er staan”. Wat is Vlaams toch een mooie taal!
De eerste vraag werd gesteld op 15 juli en de laatste op 2 augustus. Op 11 augustus, deadline voor de recensie, waren er elf binnen. Een tegenvaller. Waren de twee hittegolven daaraan debet of was alles al gezegd in die duizend antwoorden? Een van de dooddoeners “Het is wat het is” – p. 193 geldt ook hier.
Een inkijkje in de vragen en antwoorden:
- Smaakmakertje
Over de titel:
Jet: “De titel vind ik pakkend, het heeft iets gelatens en iets dubbels. Waarom een verhaal vertellen als het toch niets uitmaakt of kan je het net zo goed wel vertellen, juist omdat het niets uitmaakt”.
Mariek: “De titel, Niet dat het iets uitmaakt, deed me denken aan een nummer van De Dijk, nl. Dansen op de vulkaan waarin deze zin letterlijk voorkomt”.
Over de cover:
EllenvanD: “Ik zie in de witte strepen stroken papier die door de shredder zijn gegaan. Iets is stukgemaakt, vernietigd, maar lijkt erger dan het is, gezien de titel Niet dat het iets uitmaakt”. Die shredder werd door velen gezien.
En al bladerend viel ons op dat elk hoofdstuk op de rechterbladzijde begint. Dat doet denken aan een verhalenbundel, maar is in dit boek een opeenvolging van gebeurtenissen die er toe deden…..
EllenvanD: “Het maakte het verhaal gefragmenteerd en soms werd ik er een beetje moe van. Alsof je in een drukke stad aan het autorijden bent; optrekken, stoppen, optrekken. afremmen, enz.”
Annick kwam met de vondst van de theatermetafoor. “Toen ik het boek las kreeg ik het gevoel van een theaterstuk met actes. De lege ruimte tussen de hoofdstukken was de tijd die het nam om het doek te sluiten en terug te openen tussen twee bedrijven. Een adempauze. De lezer en de verteller de tijd geven om naar een andere plaats, een ander tijdstip, een andere gebeurtenis uit het leven van het hoofdpersonage te gaan. Dit gaf mij in het begin het gevoel dat het het verhaal fragmenteerde, maar ondanks het verschil in lengte in de hoofdstukken gaf het ook een bepaald ritme aan het verhaal.”
- Vraag 1 over het ongebruikelijke jij-perspectief en de schrijfstijl maakte heel wat los.
Jet: “De jij-vorm wende snel en vond ik niet storend. Prettig leesbare schrijfstijl. Hij schrijft met vaart en (foute) humor en hij heeft originele ideeën”.
Annette: “De persoonsvorm heeft dus zeker een meerwaarde, in feite draagt het een onderdeel van het thema (de vriendschap die er wel toe doet), maar die waarde krijgt het pas bij het laatste hoofdstuk, en dan is het eigenlijk een 'aha' moment, en niet een 'what the f...?'”
Annick: “Het gebruik van humor, soms ongepast, soms wat plat, bracht vaak een glimlach op mijn lippen tijdens het lezen. Het hield alles luchtig”.
Letter-Fretter: “Doordat het boek in de jij-vorm is geschreven, kreeg ik gelijk het gevoel dat het boek door iemand anders werd verteld dan de hoofdpersoon. Iemand die meekeek in het leven van de hoofdpersoon. (…) het maakte het verhaal voor mij interessanter”.
Eeke: “Verder is de schrijfstijl vaak droog, observerend, kort, afstandelijk, cynisch. Een voorbeeld van dit cynisme: 'Pas toen viel je op dat de kist vrij klein was en dat je er zelfs in foetushouding niet in zou passen. Niet dat dat er echt toe deed.' (p. 44)”
Corine: “Werd ik zelf toegesproken of was ik getuigen van een relaas over een ander? Geweldig dat een perspectief keuze je al zo kan doen wankelen! Dit maakt het boek meteen interessant. Prachtig hoe dit perspectief op het allerlaatste moment ineens heel logisch wordt.”
Mireille: “Kortom, een meerwaarde voor het verhaal”
- Vraag 2 over structuur, samenhang en inhoud:
Tea gaf een voorzet waar velen het mee eens zijn:
“In dit hoofdstuk is iemand aan het woord die erg ingenomen met zichzelf, hij ziet zichzelf als een goddelijk wezen: hij keek en zag dat het goed was, wat zou God op de achtste dag gedaan hebben? De auteur maakt gebruik van begrippen als ‘geloven’, ‘inbeelden’, hiermee lijkt het alsof het personage niet echt bestaat maar een zelfgemaakt beeld is en dat blijkt ook wel, niet alleen hijzelf werkt aan zijn beeld, de omgeving doet er net zo hard aan mee zoals de uitgever, die hem na één succesje al verheft tot een talent. En ook de omgeving heeft hij de schijn weten te geven in welke interessante omgeving hij werkzaam is, vol bewondering kijken ze naar hem op.”
Mariek doet er nog een schepje bovenop: “Terwijl de vergelijking met God de jij-figuur op een kartonnen voetstuk lijkt te zetten. Heel venijnig, achteraf gezien, door de steeds maar mislukkende aspirant-schrijver.”
Gerrie: “Onze hoofdpersoon heeft wel een probleem, op het emotionele vlak, hij voelt heel weinig aan van andere personen. Tijdens het lezen kwam bij mij de gedachte naar voren dat hij wat autistische trekjes heeft”.
Over de flashforwards zegt Mariek: “Inderdaad, de flashforwards brengen wat spanning aan in dit verhaal dat anders wel erg vlak zou beginnen met de banale vleeskeuring door deze mannen.”
Ine trakteerde ons met een prachtige definitie van een flashforward: “De flashforwards vond ik heel leuk. Zo weet je als lezer meteen dat je een terugblik leest. En vermoed je dat er iets is gebeurd dat de aanleiding gaf voor het neerpennen van dit verhaal. Ze maken de lezer nieuwsgierig en stoppen vaart in het verhaal”.
Zelf dacht ik op de achtergrond ook mee: “Ik moest na dit narcistische scheppingsverhaal ook denken aan de beroemde regels uit het sonnet van de dichter Willem Kloos uit 1894: “Ik ben een God in het diepst van mijn gedachten en zit in het binnenst van mijn ziel ten troon....”
Annette: “Het hoofdstuk de eerste zeven dagen is de ontwikkeling van het leven van de HP waarin alles gaat zoals het hoort te gaan. Geen hoogte- en geen dieptepunten maar wel een prachtige resultaat. Het was goed zo. (…) Maar op de achtste dag moet God zich niet zo lekker gevoeld hebben. De mens was geschapen, alles was perfect, maar blijkbaar zat er een addertje onder het gras. Vanaf de achtste dag kon het alleen maar slechter vergaan. En dat is ook wel zo gebleken”.
- Vraag 3 – over het stuk taart en de vuist
Tea: “Het citaat van de taart zie ik als een samengebald verhaal waarin leven, liefde, dood, vriendschap en rivaliteit als een vuistslag de ‘je’ wakker schudden”.
Corine: “De taart is misschien wel de keuzes die je wèl kan maken, maar de vuist is de harde (onvermijdelijke) realiteit”.
Ellen IJ: “Als je dus, net als Woody Allen in het motto, eerlijk bent, zul je eigenlijk altijd moeten toegeven dat je geen idee hebt hoe het toch komt dat je bent wie je bent, waarom je bent wie je bent en waarom je hier bent en niet daar :) Aan de andere kant is het natuurlijk veel leuker (en soms gevaarlijk(er)) om die prachtige verhalen te maken en aan te horen of te lezen. waarmee alles verklaard wordt en de zin van je/het leven duidelijk gemaakt wordt. Als de rampspoed die je meemaakt daardoor zinvol kan worden gemaakt, of ogenschijnlijk controleerbaar....”
Efjepee: “De taart-smijtscene associeer ik vooral met slapstick. Woody Allen past met zijn citaat (passief het leven ondergaan) bij het passieve karakter van HP. Ik vind het ook mooi aansluiten bij de aankondiging van de auteur: Dit is een waargebeurd verhaal. Het leven is een grote ongrijpbare tragi-comedie, waar je geen grip op hebt, en hooguit achteraf wat logica kan inlezen. Zoiets?
Alles samen misschien ter onderstreping van een postmoderne kijk op het leven?”
Ine en Annick: “Het 'waargebeurde verhaal' hoort bij de tekst van Francis. Hij schrijft die uit woede en verdriet en wil aan de hele wereld laten weten wat er echt is gebeurd met Sarah, wie volgens hem de schuldige is van haar dood”.
Eva-Rose: ““Het is prachtig” heb ik ervaren als een teaser, in aanloop naar de ontwakende fysieke en emotionele gewaarwordingen bij de hoofdpersoon.”
- Vraag 4 De relatie met Sarah: - het minst aantal reacties (28)
Ine: “Ik vind de beschrijving van de relatie zeker geloofwaardig. Maar ik denk niet dat die overeenkomt met de realiteit. Het verhaal wordt verteld door Francis. Hij is net zijn geliefde verloren, en zijn kind: zijn beeld van de hoofdpersoon en van zijn relatie wordt daardoor gekleurd. En dat is de versie die wij lezen.”
Lentie: “Ik kan me bijna niet voorstellen dat als je niet van iemand houdt je een one-night stand laat ontaarden in een nieuwe familie. Het past bij de manier waarom HP veel dingen over zich heen laat komen.”
Annette: “Dus om een lang verhaal kort te maken, de relatie is geloofwaardig neergezet en ook het dubbelbedrog vs zelfbedrog. Ik denk dat de HP meer om Sarah gaf, dan hij zelf zou durven toegeven en ook dat zij minder van hem hield dat hij dacht”.
Eveline: “Van liefde van de HP zijn kant is volgens mij wel sprake, in ieder geval van genegenheid. Het is niet alleen maar gemakzucht. Hij is er voor haar als haar oma sterft en probeert haar te troosten, In ieder geval tot de begrafenis en iets daarna. De manier waarop, vind ik wel van liefde getuigen.
Moet ik wel eerlijk zeggen dat ik me in dat deel aan Sarah ergerde. Ze bleef er wel heel lang in hangen.
Ellen van D: “Als je het verhaal bekijkt vanuit de ogen van Francis, is de rol van Sarah ook een stuk duidelijker. Er wordt wel een oordeel uitgesproken over het flirten en vreemdgaan van 'jij', maar het is Sarah die echt vreemdgaat in de zin dat ze een relatie met Francis aangaat terwijl ze nog met 'jij' samenwoont. Dus is Sarah niet de echte onbetrouwbare sloerie? Nee, want ze kiest voor Francis en hij vertelt het verhaal.”
Corine: “Wie verlaat wie. Volgens mij is de hoofdpersoon toch meer slachtoffer dan dat Francis doet lijken in zijn verhaal. Het is een eenzijdige belichting.”
- Vraag 5: De rol van de vrouw
Annick M: “Het beeld van vrouwen dat in deze roman geschetst wordt is heel opppervlakkig. Ze zijn er om mooi te wezen, de mannen in het boek te verblijden met hun aanwezigheid.
Sarah, Suzan, Sylvie en Anna worden bij naam genoemd, de andere vrouwen in het leven van Francis en de hoofdpersoon hebben dat geluk niet. Ze worden benoemd als 'een griet' of als een opsomming van hun uiterlijke kenmerken. Ze lijken geen echte mening te hebben of geen mening die de moeite waard is om te vermelden. De enige vrouw die neutraal beschreven wordt is de mama van Sarah, maar zij is niet interessant voor beide mannen”.
Ellen van D: “Ik heb me er niet aan gestoord. Alles in het boek neigt naar cliché en oppervlakkigheid, zo kijken 'jij' en Francis naar het leven. Ik vond het wel passend bij het verhaal en sommige stereotypen waren zonder meer grappig (de zelfhulpvrouw bijvoorbeeld). En wees eerlijk: wie denkt er niet zo nu en dan in stereotyperingen”.
Ellen IJ: “Zelfs als ik meeneem dat het Francis is die de HP zo laat denken, zorgt dat er niet voor dat ik het verhaal beter ga waarderen. Het is te makkelijk, te stereotiep en te voor de hand liggend. En onwaar. Het zijn overigens niet alleen de vrouwen, de mannen zijn net zo plat neergezet als de vrouwen”.
Lentie: “Vooral dat moment waarop HP Anna weer ontmoet en blijkt dat haar relatie voorbij is, hierdoor wordt deze affaire een stuk minder spannend. p. 115 " Anna was nu een taterend wicht dat bij je in bed kwam liggen alsof je al 4 jaar getrouwd was...."
Een man in een vervroegde midlifecrisis op zoek naar de ontsnapping”
- Vraag 6: thematiek, motieven en toeval scoorde het hoogst met 100 reacties!
Thematiek:
Relaties vormen een rode draad. Relatie met Francis, Anne, Sarah. De grote vragen: toeval, liefde/liefdesrelatie en vriendschap, de zin van het leven, de levensvragen, wat wil ik met mijn leven? Is dit het? Is er meer? De onvermijdelijkheid van de realiteit
Eveline: “Ook overlijden neemt een prominente plaats in. De dood van de oma van Sarah en Sarah zelf drukken een behoorlijke stempel op het verhaal”.
Wil: “En niet te vergeten de drie “stumperds” op de dag van de begrafenis van hun moeder. Voor mij de gevoeligste pagina uit het hele boek – p. 22”.
Motieven:
Tea: “De koffer is een motief, die komt talloze keren voor in vele situaties, vol, leeg, gedeukt, verwisseld met een andere, altijd onderweg. Dat brengt me op het idee dat hij misschien bedoeld is om aan te geven dat de drie hoofdpersonages zoekende zijn, in beweging zijn om hun posities te zoeken.” De leesclub staat hier unaniem achter en geeft aan dat de koffer gezien moet worden als het “leidmotief” ook met de symbolische betekenis van weggaan, vluchten, vluchtig.
Eeke: “Het cijfer 4. Dit komt meermaals terug: vier minuten, vier dagen, cijfer vier op de koffer, vier stappen om naar het ziekenhuisbed van Francis te geraken, enz. Het verwijst mijns inziens naar de vierhoeksverhouding: Francis, 'jij', Sarah en ... Susan cq de baby?”
“En koffie: Elke keer als er wat dreigt te gebeuren wordt er koffie gedronken... echt opvallend. Het is steeds een signaal voor een belangrijke gebeurtenis in het verhaal”.
De klap op de vuurpijl was de sleuteltheorie van Tea. “De sleutel komt aan aantal keren voor, nadrukkelijk en herhaald, dus denk ik dat daar een betekenis achter zit. Ik noem het gekscherend maar een complottheorie, want waarschijnlijk zal auteur meewarig glimlachen bij het lezen hiervan, maar, zoals hij zelf al heeft gezegd: er bestaat geen verkeerde interpretatie door de lezer.
Ik heb bedacht dat een sleutel toegang verleent tot een ruimte waar je wilt zijn, maar kan een ruimte ook afsluiten. Wanneer je ruimte een beetje oprekt naar situatie krijg je de volgende rode draad.
Voor haar tekstverwijzingen, ga naar: https://www.hebban.nl/spot/leesclub-niet-dat-het-iets-uitmaakt/nieuws/vraag-6-thematiek-motieven-en-het-toeval
- Vraag 7: Humor en one-liners – 83 reacties
Eveline: 'Francis was veel meer dan jij uit het juiste hout gesneden.' P. 21. Na het lezen van het boek is dat toch best grappig”.
Eeke: 'De rigor mortis werkte aanstekelijk. Niet iedereen is dood op een begrafenis.' (p. 43) Droge humor.
Enkelen: “Pas toen viel je op dat de kist vrij klein was en dat je er zelfs in foetushouding niet in zou passen. Niet dat dat er echt toe deed.' (p. 44) Droge, foute humor”. “Het is niet omdat je valt, dat je per definitie slecht terecht komt – p 49”
Tea: P. 31 De huid van de beer: 'Het is altijd meteen alsof de hemelsluizen openstaan en de ruiters van de Apocalyps elk moment kunnen komen aandraven.'(Bijbels, erg mooi vind ik).
Efjepee: “Achter je hoorde je een auto starten. Je was binnen. Of buiten. Of zoiets. Het is grappig bedoeld -p 139. Maar op den duur vond ik deze techniek van beeld – spiegelbeeld varianten wel vermoeiend.” “Onbeholpen woorden van onhandige collega’s, die iets moesten schrijven van hun - vrouw”. – p 198 Glimlach om het kleine leven.”
Jet: p 96 “En niets is zo beklemmend als vrijheid”. P 113: “Enkel een vroeger, waarvan je hoopte dat dat niet op een later zou lijken”.
Corine: "....en wilde ze vanavond zelf een beetje de intellectueel gaan uithangen. Ze had tenslotte een heus boek geschreven. Met letters. En zinnen. " p. 65
Mariek: De mooie metafoor, op p. 96, over hoe het is om ineens te hebben waar je van gedroomd hebt: een hele boel geld te hebben. 'Als een rolstoelpatiënt die jarenlang droomt van een marathon en dan ineens weer kan lopen.' “
Annick: “Het zijn vooral goed gevonden woordspelingen of situatieschetsen die me lieten glimlachen. P 44 onderaan: ‘Je bevond je in een bijzonder lastig parket, en je had er zelf de planken voor gezaagd. Je had ze zelfs fluitend wit geschilderd. P 11 ‘Luiheid is de vijand, maar ook een vriend die er altijd voor je is.’”
Ellen van D vat de mening samen van de meesten van ons: “Ik houd eerlijk gezegd niet zo van oneliners en grappige citaten, ook al ben ik er verschillende tegengekomen en herken er veel die jullie al hebben genoemd. Ik word er altijd een beetje moe van en denk dan: zeg gewoon wat je denkt, in plaats van 'grappig' of 'belezen' te lijken. En dat is natuurlijk meteen een mooi instrument in dit boek. Het is functioneel dat het zoveel oneliners e.d. in voor komen. Het laat zien dat de HP geen eigen ideeën heeft maar in oneliners en clichés denkt. 'Zoals een film, het leven dat we willen - p 109.”
- Vraag 8 – Het uur der waarheid – Wie is de “ze” die nooit meer terugkomt?
Corine: "Je beseft dat je appartement er exact hetzelfde uitziet als enkele jaren geleden, hè?"
Het verleden komt niet meer terug. Zij is het verleden.
Ellen van D: “Mooie vraag trouwens, Wil, en dan ook de titel. Honderd vragen heb ik zelf ook nog, al vrees ik dat mijn uur der waarheid niet zal slaan”.
- Vraag 9: Wie heeft het boek geschreven? Zie ook p. 2 van dit verslag
Eveline: ”Is de HP zo ijdel dat een boek vanuit hem geschreven door zijn beste vriend een pareltje tussen de zwijnen is waar hij altijd naar op zoek is? “
Wil: “Hoe meer ik herlees, hoe onduidelijker het wordt”. Toch knap hoe de schrijver dat doet met zijn eenvoudige schrijfstijl... Ik denk mee, want ik heb helaas geen antwoordenboekje.”
Mariek: “Ik heb mij op geen enkel moment zelf in het verhaal van deze foute hippe would-be macho voelen zitten, het is niet een 'je' bij wie ik me betrokken zou kunnen voelen”.
Corine: “Het maakt niets meer uit. Zijn grote liefde is overleden. Zijn leven is door de shredder en zijn boek wordt uitgebracht. Dat was bij zijn eerste manuscript precies omgekeerd”.
- Vraag 10: Einde en afronding
Ook deze vraag zorgde voor veel verschillende, interessante interpretaties. Omdat daar tevens mijn coördinerende rol in deze leesclub wordt besproken, vind ik het handiger om nu te verwijzen naar de website! https://www.hebban.nl/spot/leesclub-niet-dat-het-iets-uitmaakt/nieuws/vraag-10-einde-en-afronding
En daarna zeker naar de lezersrecensies op de boekpagina die zéér de moeite waard zijn! https://www.hebban.nl/boeken/niet-dat-het-iets-uitmaakt-bert-moerman#reviews
De titels zijn veelzeggend eensluidend.
Aantal gegeven sterren: 12 (3 x 2, 4 x 3, 5 x 4)
Gemiddeld: DRIE STERREN
Voor de statistiek:
Deze Hebbanleesclub bestond uit 18 dames. Vijftien gelukkigen die geselecteerd waren uit de 58 inzendingen en drie (Tea, Gerrie en Eveline) die met een eigen exemplaar hebben meegelezen en gediscussieerd. De gemiddelde leeftijd was ongeveer 45 jaar. Opvallend was het relatief hoge aantal nieuwe leesclubbers, wel zeven! Volgens de Hebbancrew: “Frisse deelnemers, allen erg gemotiveerd en enthousiast”. Dat was ook zo; maar dat gold evenzo voor de anderen… Een waar genot voor deze coördinator!
Ik bedank dan ook alle deelnemers in deze leesclub voor hun enthousiaste, eerlijke en creatieve antwoorden! Ik vond het een dynamische leesclub met veel interactie. Mijn vragen waren kennelijk ook aanleiding tot diverse uitstapjes naar andere boeken. Intertekstualiteit is prachtig. Nogmaals bedankt voor het meedenken en graag tot een volgende leesclub.
Zeist, 13 augustus 2018
Wil