Eindverslag leesclub "Ooit gelukkig" door Wil
“Het kleine onbekende vrouwtje“ – Ien J.
“Een schreeuw om geluk“ – JanM
Ik heb lang nagedacht over de titel van dit eindverslag. En ik heb geen keuze kunnen maken. Dus voor beide titels gekozen. Ze zijn alletwee zo treffend toepasselijk !
- INLEIDING - Enkele cijfers
De leesclub bestond uiteindelijk uit vijftien deelnemers. Twaalf dames en drie heren. De gebruikelijke verhouding. Sandra H. heeft helaas noodgedwongen door ziekte na vraag 3 af moeten haken. Maar we hadden Thea die al vele jaren in Griekenland woont en door dit verre postadres niet in kan schrijven op een leesclub. Vandaar dat zij heeft besloten mee te lezen met een eigen exemplaar. De andere deelnemers waren, volgens mijn informatie, deze keer allen woonachtig in Nederland. De gemiddelde leeftijd was ca. 50 jaar.
De eerste vraag werd gesteld op 31 maart en daarna volgde elke twee dagen een vraag. Vraag 10 op 22 april 2019. Alle antwoorden kwamen op tijd binnen. De recensies werden verwacht uiterlijk op 30 april 2019 en aldus geschiedde.
Alles geheel volgens het voorgestelde schema. Wat een discipline in de groep !
Er waren totaal ruim 500 reacties in het leesclubcafé en op de tien vragen, antwoorden en recensies. Een mooie bloemlezing !
- DE VRAGEN
Ik ga hier niet alle vragen behandelen. Daarvoor verwijs ik naar de betreffende pagina’s. Zie rechterkolom via deze link. Ik beperk me tot een zestal vragen, vooral ook om enkele onverwachte reacties nog eens te benadrukken.
- Vraag 1 over de proloog en het DWDD-interview scoorde het hoogst aantal reacties. Alle deelnemers hadden het bewuste interview nog eens bekeken en antwoordden redelijk eensgezind op de vraag :
“Hoe heb je het interview ervaren en hoe kwam Dijkshoorn bij je over?”
Ik noteerde de volgende woorden: goed voorbereid, openhartig, eerlijk, stelt zich kwetsbaar op, zelfgenoegzaam, zelfverzekerd, een ‘no-nonsense’-figuur, hunkert naar aandacht, wil graag aardig gevonden worden. Matthijs van Nieuwkerk trekt de eer wat te veel naar zich toe.
En de leesclub had nog enkele interessante vragen bedacht op: “Welke vraag of opmerking zou jij zelf nog hebben willen stellen/maken als je tafeldame /-heer had mogen zijn? Ik noem er een paar.’
Sandra H: “Wat ik hem zou willen vragen, is wat hij denkt dat zijn zoon of dochter over hem zou schrijven“.
TheaS: “En of hij nu rustiger is geworden en misschien zijn jeugd wat meer kan accepteren“
Marianne C: “Hoe is het contact met je broers nu, na deze twee boeken?“
Bianca bedacht misschien wel de meest voor de hand liggende: "Stel dat je nu de kans zou hebben nog drie vragen aan je moeder te stellen. Wat had je haar nog willen vragen?"
Jan M gaat nog wat verder: “Aan tafel zou ik hem graag willen vragen wat hij door het schrijven van de boeken aan zijn ouders heeft willen 'geven'.“
- Vraag 2 over de cover.
Ik citeer: prachtig, mooi, passend, origineel, idyllisch, huiselijk, ouderwets vanwege het borduurwerk (maar zijn moeder borduurde niet, ze naaide voor het hele gezin…).
Maar er was ook de andere kant: foei-lelijk, niet aantrekkelijk, afschuwelijk, een truttig tijdsbeeld van moeder de vrouw met haar borduurwerkje…
Sandra H. sloeg volgens mij de spijker op zijn kop: “Ik vind de keuze van de cover eigenlijk steengoed. Het geeft zo goed weer dat de voorstelling van Nico zo compleet anders is dan de werkelijkheid en dat je als lezer wordt meegenomen in die gedachtestroom en op het verkeerde been wordt gezet“
- Vraag 4 luidde als volgt: “Welke persoonlijke herinneringen van ND hebben je geraakt, vond je aandoenlijk, herkenbaar, treffend of heb je anderszins ervaren?“
Sandra schreef: “het stukje over het tegelijkertijd uitstrooien van Nel en Klaas“. “Mijn kinderen zien hun eerste mensenas.“
Anna: “Het fotolijstje met de verschillende foto's wat hij voor Nel maakte vond ik erg aardig van hem, het getuigt toch van gevoel voor zijn moeder.“
Marianne C.: “Het naaikamertje van Nel. Ach jezus, die naaimachine....
In de jaren na de eerste Tia heb ik haar net zien doen alsof ze nog een patroon kon tekenen.....“
Bianca: “Het bezoek van Nel aan Klaas blz 78 en 79. Met name de reactie van Klaas op de aanwezigheid van Nel vind ik erg mooi maar tevens ook heel aangrijpend“
Jan M vond het succesvolle voetbalmoment een aangrijpend stukje. Hij kreeg er een brok van in de keel. "ik mag een vrije trap nemen, zestien meter van het doel. Ik kan niet heel goed schieten. Ik raak de bal behoorlijk lekker, hij zeilt in de bovenhoek, de spelers om me heen hollen op me af en dan die blik: ik zoek mijn vader. Of hij het heeft gezien. Mijn vader stond alleen op een ander veld, naar jongens te kijken die wel konden voetballen."
Marijke van K. vond heel herkenbaar de herinnering met de grote bult in de rechterlies. Op pagina 24 beginnend met “Ik zat thuis, huilend op de rand van mijn bed. 'Lopen' zei mijn moeder. 'Als je loopt dan voel je het niet' ...........De volgende dag kwam de dokter op huisbezoek en niet veel later lag ik in een ambulance...pagina 25“
Jacquelien: “Wat mij het meeste raakte was het bezoek van Nel aan Klaas. Hoe hij beschrijft hoe zijn vader erbij ligt. Hij ligt op zijn rug, de benen half onder het laken uit Benen als riethalmen. Bij de knaak zitten zijn knieën.
Weer die gewrichten en o god, mijn god, zijn schouders. We hebben er allemaal opgezeten. Mijn moeder met haar handen door zijn haar en mijn broers, de handjes om zijn oren. Ik zelf bij de leeuwen in Artis. Ze schrijft dit stuk gaf mij even het gevoel dat er toch ook nog wat leuke herinneringen waren aan vroeger“.
Bas72 is het geheel met Nico Dijkshoorn eens: “Het heeft mij geraakt dat hij zo weinig herinneringen heeft en zelfs daar is hij onzeker over. Verder valt het mij op dat er zo weinig gedeeld wordt bij de Dijkshoorns. Bijvoorbeeld het geval Zwitserland”
Johanna vindt het moeilijk kiezen: “Het is best lastig om specifieke scènes of herinneringen aan te geven die mij hebben geraakt. Want eerlijk gezegd heeft het hele boek mij geraakt. Het is een herkenbaar tijdsbeeld als het gaat om de jeugdherinneringen en heel goed invoelbaar waar Dijkshoorn tegenaan loopt en mee worstelt. Het is zíjn verhaal, zijn visie op het gebeurde. Je wordt vanzelf nieuwsgierig hoe de andere familieleden het een en ander hebben ervaren.“
- Vraag 7 over de titelverklaring.
Ongeveer de helft van de leesclub vindt dat de titel uitsluitend slaat op moeder Nel en volgen in grote lijnen Anna en Nicoline: “de verklaring voor de titel is het gegeven dat Nel ooit gelukkig was in Zwitserland (ook de cover van het boek wijst daar op)” en
Dirk Jan die opmerkt: “Eigenlijk hetzelfde als de kaft, ik denk voornamelijk aan de moeder. Zij is in Zwitserland gelukkig geweest, gelukkig zonder zorgen. En gelukkig zonder dat ze zich anders voor moet doen (wat ze tijdens haar huwelijk toch een beetje heeft). Maar hij denkt toch ook : “aan Nico en zijn leven van voor de aanvallen. Wanneer je daar midden in zit, is het moeilijk te bevatten dat het er ooit niet was, volgens mij. Daar past 'Ooit gelukkig' ook mooi bij.
Ien Jennekens vat de andere opties mooi samen: ´Met de titel kun je veel kanten op. 'Ooit gelukkig' kan gaan over Nel, die in haar jeugd heel gelukkig was in Zwitserland. Je kunt het ook toepassen op Nel en Klaas samen, samen hebben zij ook gelukkige tijden gekend. Tot slot kun je de titel ook op Nico Dijkshoorn zelf van toepassing verklaren: Nico kijkt met een ontevreden gevoel terug op zijn jeugdjaren. Als je mee laat wegen dat je jeugdjaren voor een groot bepalen hoe je later zelf in het leven staat, dan zou je kunnen zeggen dat Nico 'Ooit gelukkig' zal zijn als hij zijn ouders leert begrijpen en hun fouten zal kunnen vergeven”.
JanM, als laatste, schrijft: “Een schreeuw om geluk. Wie was er ooit gelukkig?
Het hele boek ademt voor mij iets tragisch, iets onvolkomens. Het is de uiting van een verlangen naar..... misschien wel dat uitzicht met de bootjes”.
Persoonlijk vond ik dat eerste zinnetje “Een schreeuw om geluk” een betere titel, dan Ooit gelukkig”
- Vraag 8: “Wat komt de lezer te weten over Tanja? En wat als het vertelperspectief bij haar zou liggen?”
Marijke van K.: “Tanja heeft duidelijk van huis uit anders met elkaar leren communiceren. Zij kiest er ook voor open en eerlijk om te gaan met Nico en zijn gezondheidsperikelen.
Als dit boek vanuit Tanja geschreven was hadden we nog meer een boek over hoeveel Nico op zijn vader Klaas lijkt gehad.“
Dirk Jan: “Tanja is Nico's houvast. En daar komt hij nu pas achter, door zijn ziekte. Dat hij haar zo nodig heeft. Het is mooi hoe je tijdens nare situaties soms achter hele mooie dingen komt. Dat gebeurt hier ook, in mijn ogen. En ze is ook vrij vlot en recht door zee, volgens mij. Dat moet ook wel, als vrouw van Dijkshoorn. Waar Nico niet zoveel merkt en steeds verrast is door een aanval, is Tanja dat vermoedelijk minder. En zij zal ook verandering in het gedrag van Nico merken. Maar het zal niet heel veel veranderen aan het verhaal. Ze zijn allebei eerlijk en openhartig.“
Anna: “Tanja heeft veel realiteitszin. Ze steunt Nico en leert hem over zichzelf na te denken en meer bij zijn gevoel stil te staan.Ik denk dat Nico Tanja nodig heeft. Al eerder genoemd: het voorbeeld dat Tanja Nico aanspoort iets mee te nemen uit zijn ouderlijk huis.
Het zou leuk geweest zijn de visie van Tanja zelf te lezen over ND. Ik denk dat zij hem best wel egocentrisch vindt en probeert dat te veranderen. En ze ziet natuurlijk ook dat Nico en vaak angstige man is. Ze helpt hem om te gaan met zijn familie“.
TheaS: “Tanja is een lieve vrouw met veel realiteitszin. Zij probeert Nico een beetje bij te sturen en dat vindt hij eigenlijk wel heel prettig. Hij heeft dat vroeger gemist. Door zijn kinderen wordt ze goed geaccepteerd en dat doet hem ook veel goed. Als het boek vanuit haar perspectief geschreven zou zijn, zou het wel een heel ander boek worden. Ze is veel beschouwender, relativeert meer, maar ze heeft natuurlijk vroegere jaren alleen maar van “horen zeggen”. Nico’s echte gevoelens zijn dan misschien moeilijk te verwoorden”.
Nynke: “Tanja is duidelijk een heel ander type dan Nico. Ze kropt dingen minder op en dwingt ook Nico zijn gevoelens meer toe te laten. Ik denk dat ze een goede relatie hebben, maar dat ze het wel lastig heeft met zijn angsten en bezorgd is om hem. Als het boek vanuit haar perspectief was geschreven was het waarschijnlijk wat meer naar buiten gericht geweest.“
- Vraag 10 - "Ik ben een schrijver. Ik schrijf. Dat is wat ik kan en dat is wat ik wil. Schrijven". schrijft Dijkshoorn op blz 189. Vind jij ook dat hij kan schrijven?
- Had Dijkshoorn misschien toch beter de namen kunnen veranderen?
Nicoline: “Nico is een schrijver, ik vind dat als je de taal kent, een "verhaal" kan vertellen, emoties kan overbrengen en de drang en/of passie hebt om te schrijven, als dat superbelangrijk voor je is, je je een schrijver mag noemen. Ongeacht of het altijd positief gewaardeerd of "verantwoord" is. Deze manier van schrijven is goed leesbaar voor heel veel mensen en ook inleefbaar“.
Johanna: “Ik vind Dijkshoorn zeker een schrijver. Een persoonlijke, gedreven schrijver. Daar houd ik van. Soms. Dit keer was het een schot in de roos. Bij dat persoonlijke, dat gedrevene vind ik het vanzelfsprekend dat hij gebruik heeft gemaakt van "echte" namen en gebeurtenissen.”
Bianca: “Jazeker, schrijven kan Nico! Zijn stijl (kort en bondig, recht door zee met humor) bevalt mij erg goed.“
JanM is wat kritischer: “Nico kan wel schrijven, woorden aan het papier toevertrouwen. Maar als mij nu gevraagd zou worden of hij een literair schrijver is dan ga ik toch aarzelen. Hij schrijft recht-toe-recht-aan, zo'n beetje in de stijl van hoe hij spreekt. Daar moet je van houden. Dat gaat ook een beetje ten koste van het reflectieve van de tekst. Nogmaals, ik heb het al eerder gezegd, blijft het een beetje anekdotisch. aardig om te lezen, maar niet echt een hoogstandje.
Hij kiest voor autobiografisch, en dat is denk ik een goede keuze. Het past wel bij de man, en ook bij de doelstelling die hij voor ogen had, dan is het goed om vanuit zichzelf te schrijven, en niet fictief.
Nynke sluit zich daarbij aan: “Ik vind Nico meer een schrijver van columns, dan van romans. Het is rauw, kort en direct. Het boek is autobiografisch en dan vind ik het logisch dat hij geen namen gaat veranderen.“
- DE RECENSIES
Inmiddels staan er vijftien mooie recensies op de boekpagina. Met vijftien duidelijke titels! In de betekenis van toepasselijk, veelzeggend
Er waren enkele lezers die toch graag een vraagteken hadden gezien achter “Ooit gelukkig“, want de titel slaat echt niet alleen op moeder Nel. Zie hiervoor.
Jammer, echt jammer vonden wij eigenlijk alle vijftien dat het grootste deel van het boek over Nico Dijkshoorn zelf gaat. Over zijn zwakke gezondheid en kwetsbaarheid. Tijdens interviews geeft hij dat zelf ook toe.
De kop boven de recensie van Anna zegt alles: “Over Nico Dijkshoorn en zijn moeder Nel”
De verdeling van het aantal sterren is 10 x 3 sterren; 4 x 4 sterren en 1 x 5 sterren. Het gemiddelde is: 3 sterren. ***
Ik citeer toch nog enkele titels met duidelijke quotes en uitleg:
- Johanna: “Nico geeft zich bloot“
"Je hóórt Dijkshoorn vertellen, in zijn kenmerkende stijl. Af en toe wat hakkerig en onhandig, soms wat rücksichtlos, maar altijd maar dan ook echt altijd openhartig en persoonlijk. Ik heb ergens gelezen (of gehoord) dat hij zijn stijl bekentenis-literatuur noemt. Dat slaat precies de spijker op zijn kop."
- Sandra: “Wie ben je?”
“Je zou kunnen zeggen dat hij met het schrijven van het boek een stukje van de ware Nico heeft gevonden, dat hij door allerlei omstandigheden gedwongen werd om ook over zijn eigen tekortkomingen na te denken in plaats van alleen maar negatief over zijn beide ouders te praten.“
- Bas72: “Dijkshoorn – Ooit gelukkig?“
“Ik zie de lp's die hij niet heeft kunnen verkopen.Ik ga er met mijn vinger langs.Ik zoek een plaat die jaren lang is gedraaid, maar kan hem niet vinden.Hij heeft hem verkocht. Hoe is het mogelijk.Hij heeft zijn plaat van Los Incas verkocht. De moeder aller panfluiten. Het typische woordgebruik maakt dit boek meteen een Dijkshoorn.
- En ik besluit met “Het kleine onbekende vrouwtje” van Ien Jennekens
“Een opvallende zin uit het boek vond ik: 'Daar ligt ze, dat kleine onbekende vrouwtje'.
Ik weet niet of het zo is, maar het lijkt alsof Nico met deze zin ook zegt dat zijn moeder voor hem ook onbekend was, hij kende haar niet goed genoeg“.
Een prima citaat/titel, vond ik, want “Ooit gelukkig“ zou toch uiteindelijk alleen over moeder Nel hebben moeten gaan…. Maar het werd dus meer een zoektocht naar zijn eigen identiteit.
- MIJN TERUGBLIK
Mijn persoonlijke mening als coördinator: “Een fijne, prettige leesgroep!”
Uit de conversaties tussendoor bleek dat het “herkenbaarheidsgehalte“ over ouders van die generatie en/of familieleden en/of vrienden met vergelijkbare ziektebeelden heel hoog was. Er werden zelfs vergelijkbare, moeizame gezinssituaties besproken. En heel positief was dat er enkele waardevolle adviezen aan elkaar werden gegeven en opgevolgd…
Dit boek leende zich helaas niet echt voor heel diepgaande discussies. Nico Dijkshoorn zelf trekt ook duidelijk een grens tot waar zijn eerlijkheid en openhartigheid over zijn gedachten en gevoelens gaat, is mijn mening.
Beste medelezers, ik hoop jullie allen in een volgende leesgroep weer te ontmoeten! Ik kijk ernaar uit.
Zeist, 3 mei 2019
Wil