Citaat uit de titel is afkomstig van Aristoteles.

We gaan maar direct goed beginnen en de schrijfstijl van Susanna Clarke onder de loep leggen. Ik weet dat het moeilijk zal zijn om schrijfstijl en plot/opbouw los van elkaar te beoordelen, maar doe toch je best. Probeer het dus enkel te hebben over de woorden, zinsbouw, beschrijvingen, gevoel dat Clarke meegeeft met haar stijl,...

Vraag 2:

a. Is de stijl van Clarke toegankelijk? Waarom wel of waarom niet? 

b. We hebben het in het café al even gehad over het veelvuldige gebruik van de hoofdletters. Wat vind je daarvan? 

c. Wat vind je erg specifiek aan de stijl van Clarke? Waarin onderscheidt ze zich, voor jou, van andere auteurs?