3.a Hoe zou je de schrijfstijl van Rachel van Charante omschrijven? Denk daarbij ook aan woordgebruik en zinsopbouw.

3.b Vond je de schrijfstijl prettig lezen of had je misschien door bijvoorbeeld woordgebruik moeite om in het verhaal te komen? Graag met toelichting.

3.c Zijn je mooie, bijzondere of opvallende zinnen opgevallen? Mij vielen deze twee zinnen op, waarin zo stuitend duidelijk wordt hoe de ‘betere’ stand neerkeek op het gewone volk:

“Blijf vandaag maar binnen, Henriëtte. Er wordt gefluisterd dat het plebs uit de Jordaan van plan is om pakhuizen te bestormen, omdat ze vermoeden dat er voedsel achtergehouden wordt. De ervaring leert dat ’t gemakkelijk uit de hand kan lopen met die losgeslagen lieden. Om dat volk in toom te houden gaat de politie het legen inzetten.” – pag. 12

“Goedkope rijst serveren aan het gezelschap van vanavond?” Mevrouw Huijbregst trekt één geëpileerde wenkbrauw op. “Meneer Brenner is notáris. Zijn echtgenote is voorzitster van de damesclub én ze is een bridgevriendin van me. Rijst is in jullie kringen misschien gebruikelijk, maar je begrijpt hopelijk wel dat ik bij mensen uit onze klasse niet met dergelijk voedsel kan aankomen.” – pag. 13

En deze vond ik grappig:

“Dan storten die roddeltoeristen zich morgen weer op de relatie-issues van André Hazes en Monique of de aambeien van Barbie.” – p113