Eindverslag | Hoe reisden wij naar Frankrijk?
Hoe reisden wij naar Frankrijk?
Kokindje, oftewel de ik-persoon, zat op de achterbank op weg naar een zonnige vakantie in Frankrijk en wij mochten mee. Mee terug op die achterbank bij pap en mam, net las vroeger. Was het ook allemaal rozengeur en 'zonneschijn' voor onze 42-jarige hoofdpersoon?
De auteur
Na zijn debuut in 2014, Morgen komt Liesbeth, dat omschreven wordt als een onheilspellend en luguber sprookje, publiceerde Olivier Willemsen in 2018 opnieuw een kleine roman, Roza. Dit mysterieuze boek is gebaseerd op het waargebeurde, onopgeloste incident in de Djatlov-pas waarbij jonge studenten op miraculeuze wijze overleden. Zijn nieuwste creatie, Terug op de achterbank, lazen wij voor deze Hebban Leesclub.
Voor zijn debuut ontving Willemsen een beurs, De debutantenbeurs van het Nederlands Letterenfonds. Na zijn tweede roman, vanaf 2019, verbleef hij vijf jaar in de schrijversresidentie in het Witsenhuis in Amsterdam. Hier kwam zijn laatste novelle tot stand. In dit laatste verhaal gooit de auteur het over een geheel andere boeg. Geen lugubere insteek, geen onopgeloste mysteries, maar humor, gezin en de psyche voeren de boventoon.
De leesclub
Op 10 mei 2023 krijgen we de melding dat we mogen meedoen aan deze leesclub en twee dagen later vallen de eerste boekjes al op de deurmat. Het is niet de afbeelding op de omslag die het eerst opvalt maar de geur van het boekje. Er blijken enkele boek-snuffelaars in ons team te zitten en de geur van Terug op de achterbank bevalt goed. Mogelijk dat de geur van eten door de omslag heen sijpelt?
Al snel is duidelijk dat iedereen in de leesclub op een andere manier ‘proeft’ van een boek. We hebben, zoals gezegd lezers die bij elk nieuw boek ruiken aan de bladzijden, we hebben cover-lovers en lezers die de cover minder interessant vinden. Ook zijn er mensen die de achterflap allereerst bestuderen voordat ze een boek verorberen maar ook achterflap-vermijdende deelnemers.
De afbeelding op de omslag wordt niet door iedereen gewaardeerd.
Laura Oosterdijk: Nee, ik vind 'm persoonlijk niet echt mooi. Dit boekje zou niet mijn aandacht getrokken hebben in de boekwinkel. Zonde, want ik geniet van het lezen ervan.
Nicoline: deze omslag vind ik heel passend bij de titel en inhoud, ik had er gelijk een beeld bij. Een kinderlijke tekening van een volwassen persoon, het "kind", "gepropt" tussen bagage op de achterbank. Pa en ma voorin.
Gezien de geringe omvang van dit boek, kunnen we binnen ruim een week starten met de discussie. Hierbij wordt snel duidelijk dat het verhaal humor bevat maar ook irritatie kan oproepen. Soms is het juist die irritatie die het boek interessant en boeiend maakt. Ook de humor zit vaak in de irritatie over de personages, hoe ze handelen of juist niet handelen.
Adinda op de vraag of er irritatie was: “Niet echt, wel kreeg ik lichte kriebels van het woord Kokindje.”
Lonneke herkende dit direct.
Wilnanda Hardeman: “…vaders moppen over de olifant en muis te flauw maar ik moest er wel om lachen net als om de slecht grappen van Oom piet.”
Marijke van Kampen: “Toen dacht ik oh nee he? Deze schrijver houdt van woordspelingen, help! […] gelukkig stond het boekje niet bomvol woordspelingen dus vond ik het leuk blijven.
Booksbyharma: Wat ik heel komisch vond is dat hij zijn ex Anna mijn tipp ex noemde.[...] Humor zit er wel in en daar hou ik wel van.
Mede vanwege die irritatie en humor legden we de personages onder de loep. Ook hier werd weer mooi duidelijk dat iedereen een boek op zijn eigen wijze leest en interpreteert. Het hoofdpersonage, de ik-persoon is 42 jaar maar wordt door zijn ouders met de bijnaam uit zijn jeugd aangesproken; Kokindje. Het zit niet alleen in het verkleinwoord dat hij een veel jongere indruk maakt. Ook in zijn hele houding en manier van doen. Hij laat te weinig tegengas en weerwoord zien als hij betutteld wordt door zijn ouders. Blijkbaar heeft hij dit eerder nooit gedaan.
Het merendeel van de deelnemers vond dat het hoofdpersonage geen tot weinig ontwikkeling doormaakte. Sommigen vonden het jammer, anderen vonden het passend vanwege de geringe omvang van het verhaal. Toch waren er ook deelnemers die wel een (aanzet tot) ontwikkeling zagen bij de ik-persoon.
Jacqueline77: “Ik vond dat ik er eigenlijk weinig ontwikkeling in de hoofdpersoon was. Hij bleef zich als een moederskind gedragen.”
Danielle440: “Hij gedraagt zich eerst verslagen, zoals hij al zijn hele leven doet. Wordt geleidt door de mensen om hem heen. Maar langzaam aan realiseert hij zich dat hij zelf in actie moet komen.”
Aangezien de tijd, die het lezen van dit verhaal vraagt, gering was, konden we rustig de tijd nemen om na te gaan in welke tijd of periode dit boek zich afspeelde. Omdat deze vraag natuurlijk kwam in de tijd nadat we het boek gelezen hadden, vonden enkelen dit lastig terug te halen. Ik had de vraag tijdiger moeten stellen misschien? Toch wisten de meeste mensen Whatsapp en Wordfeud wel te noemen waardoor we konden vaststellen dat het in het afgelopen decennium speelde. Aangezien ze gemakkelijk op vakantie gingen, zonder vaccinatiebewijzen en omdat er niet gesproken werd over COVID-19, mochten we aannemen dat het vóór die akelige pandemie speelde.
Allerlei informatie over social media helpen ons op weg in deze speurtocht. Nicoline vond een aanwijzing door het noemen van een boek: een kookboek van Ottolenghi.
Het was wel goed af te leiden uit de informatie dat het verhaal zich ongeveer over 3 weken uitstrekte. Hiervan waren de twee vakantieweken in Frankrijk de hoofdmoot. In de korte epiloog zien we de hoofdpersoon terug, enige tijd na de vakantie. We gokken dat dit een weekje na de vakantie speelt.
De schrijfstijl lijkt eenvoudig, het verhaal is erg goed te lezen en staat niet bol van de ingewikkelde zinnen of woorden. Hierdoor leest het gemakkelijk en snel. Toch zit er ook veel onder die eenvoud in stijl verscholen. Ik zelf, als coördinator, was erg gecharmeerd van de schrijfstijl. Ik heb hiervan genoten. Er waren meer liefhebbers van de manier van schrijven van Willemsen.
Eus Wijnhoven omschrijft de stijl scherp: “De schrijfstijl is concreet vanuit de eerste persoon enkelvoud in zeer toegankelijk taalgebruik. Het is met vaart geschreven, met gedoseerd sterke beeldspraak.”
Joketje: “De schrijfstijl is vlot, eenvoudig, concreet, beschrijvend. Een vleugje humor en sarcasme is heerlijk erin verweven. Heel veel bijvoeglijke naamwoorden worden gebruikt om alles te beschrijven. Zeer beeldend dus!”
Laura: “Voor andere lezers zou ik dit omschrijven als een licht verteerbare schrijfstijl, vermakelijk en vlot leesbaar.”
Gigi: “Willemsen schrijft kort, krachtig, weinig bloemrijk maar toch wel rijk en vooral mooi. Hij heeft weinig woorden nodig om mooie beelden en sferen te scheppen.”
De opbouw van het verhaal was niet heel opvallend en goed passend bij de geringe omvang van een novelle. We discussieerden ook erover of je dit een novelle mocht noemen. De meesten vonden van wel maar dan moest je wel ‘verdragen’ dat enkele kenmerken van een novelle ruim opgevat werden.
Naast de vlotte schrijfstijl en de al vaker genoemde humor waren er nog enkele elementen die het boek literaire ‘spanning’ meegaven. Spanning in de zin van kunnen boeien, het interessant maken van het verhaal. De lichte irritatie die de personages opriepen, de mooie metaforen, flashbacks maar vooral ook de flashforwards werden genoemd als bijzondere elementen.
Maartje: “Af en toe blikt de schrijver heel even vooruit. Hierdoor raak je geïnteresseerd en ben je benieuwd hoe en wanneer hij hierop terugkomt. Verder helpen de korte hoofdstukken om steeds weer verder te willen lezen. Een hoofdstuk nog, dat kan best…”
Pleuntje Hijman: “Echt spanning was er niet. Voor mij was het de vraag of het tijdens de vakantie tot een uitbarsting zou komen tussen Olivier en zijn ouders, maar hij zit duidelijk anders in elkaar dan ik.”
De vraag over wat ons raakte in het verhaal wordt door Lonneke goed omschreven. Velen waren het met haar eens.
Lonneke: Wat mij het meest raakte was dat het boek ervoor zorgde dat mijn eigen herinneringen van de vakanties naar Frankrijk weer naar boven kwamen.
Onze eigen creativiteit werd aangesproken bij de vraag of er een alternatief einde bedacht kon worden. Het huisdier, de oude maar ook de nieuwe liefde van Kokindje en de ouders kwamen veelvuldig voor in de beschreven passages. De antwoorden waren echt heel divers; Eus schreef een alternatief einde in een stijl die perfect bij het boek paste. Kijk maar eens bij de diverse antwoorden die geformuleerd werden.
Pas aan het einde kwam een opvallend element naar voren. Iets waar je niet omheen kunt lezen maar wat ons toch niet direct opgevallen was. Het gehele verhaal is gelardeerd met etenswaren in alle soorten en maten. Ondanks dat etenswaren veelvuldig terugkwamen, lukte het sommigen deelnemers niet om er een te bedenken (ondanks gesprekken over de stokbroden met Nutella en jam). Zelfs Kokindje kwam niet in hen op. Misschien is dat wel de kracht van de schrijver; dat het hem lukt om dit element toch zo frequent laten voorkomen zonder dat het echt opvalt of de nadruk er op gelegd wordt. De klassieke bak bami van de Chinees aan het einde van de vakantie riep veel op bij de deelnemers.
Wilnanda onthield allerlei etenswaren met een C… Croissant, Cornett, Chutney, Coquilles en Clafoutis. Maartje voegde daar nog Croma en Conimexkruiden aan toe. Tijdens het schrijven van dit verslag vond ik dat ik Chinees als C-afsluiter moest aanvullen.
Joketje somde alles nog eens op en toen kwam daadwerkelijk een enorme waslijst aan etenswaren naar voren. We hadden geen idee dat we dit allemaal voorgeschoteld hadden gekregen in die 158 pagina’s. Maar ja, Joketje kan dan ook volop genieten van het lezen van kookboeken.
Bij de laatste vraag kreeg iedereen de opdracht om een vraag te bedenken voor de andere deelnemers. Daar kwamen prachtige vragen en mooie reacties uit naar voren.
Pleuntje Hijman vroeg bijvoorbeeld dit: Hier eten de ouders en zoon bami aan het eind van de vakantie als ze thuis zijn. Wij reden altijd naar de McDonalds, toen de kinderen jonger waren, als we terug kwamen van vakantie. Hebben jullie ook een soort vaste vakantieafsluitng?
Chinees bleek voor een aantal erg herkenbaar, vooral van vakanties van vroeger.
Marijke van Kampen vroeg of het ons was opgevallen dat de auteur vaak refereerde aan films en series en welke functie dit had in het verhaal.
We dachten vooral aan tijdsbepaling maar mogelijk dat de desbetreffende film ook nog iets zei over het verhaal zelf. We hebben het niet kunnen achterhalen.
Ees vroeg: "Als dit boek verfilmd zou worden wie zou je willen zijn?" En gaf zelf als antwoord: "Ik de vader. Heb ook altijd trek in een broodje."
Lonneke formuleerde een mooie vraag voor ons als deelnemers. We moesten onze hersens even laten kraken op het volgende:
“Roept het verhaal op om eens na te denken over hoe je zelf in het leven staat? Of je zelf afhankelijk en zelfstandig genoeg bent?”
Een prachtige afsluitende vraag.
Gedurende de leesclub was het mogelijk om een vraag te formuleren voor de auteur. dat is nog niet eenvoudig omdat we snel geneigd zijn te vragen naar de bekende weg. We willen vaak weten wat niet beschreven staat in het boek, en dat is nu net wat de auteur niet wil vertellen, anders had hij het wel opgeschreven. Toch kregen we leuke antwoorden van de auteur. Of eigenlijk... niet van de auteur. Het was Kokindje die, heel verrassend, de antwoorden gaf op onze vragen.
Ondanks het kleine boekje hebben we een grootse discussie gehad. We hebben gelachen en ons geërgerd en geregeld genoten van het lezen en bespreken. We mogen de leesclub afsluiten met een gemiddelde van 3,7 sterren voor het boek en wel zeker 5 sterren voor de bespreking. Hartelijk dank voor jullie deelname en graag tot een volgende leesclub.