Uiteenlopende waardering voor Keyaerts’ ode aan de erotische film
DE LEESCLUB EN HUN VERWACHTING
De leesclub bestond uit een gemêleerd gezelschap van 15 mannen en vrouwen, inclusief de coördinator, uit België en Nederland. Filip Keyaert was voor alle deelnemers een nog onbekende auteur. Het boek speelt zich af in de jaren ’70. Een tijd die een aantal lezers zelf heeft meegemaakt terwijl andere lezers nog in de luiers lagen of nog geboren moesten worden. Alle lezers hoopten de sfeer van de ‘seventies’ in het verhaal te proeven. foxlake1 had hoge verwachtingen: “Dit omdat ik zelf jong was in die tijd en ook nog weet van de schimmige bioscopen.” JohnHMH hoopte op een indringende inkijk in een wereld die voor hem een ‘ver van zijn bedshow’ is waar hij in zijn jeugd wat lacherig voorbijliep: “Want je hoorde er wel over: piepshow, seksbioscoop etc. maar het was te schimmig om er een echt beeld bij te hebben. Dat inkijkje hoop ik 40 jaar na data alsnog te krijgen.”
Uit het daglicht is een 128 pagina’s tellende novelle en richard clarisse was in eerste instantie lichtelijk verbaasd over deze omvang (“het lijkt wel een Boekenweekgeschenk”) en vroeg zich af hoe daar een leesclub mee gevuld kon worden. Maar bedacht toen, om in de sfeer van de erotiek te blijven: “Misschien, in tegenstelling tot de sekscinema wereld, ‘size doesn’t matter’"????? We gaan het meemaken.”
DE COVER en de TITEL
Wat de lezers als eerste opviel is dat de flaptekst aan de achterzijde door de kleur van de letters bijna onleesbaar is. Over de foto aan de voorkant, die mede door het kleurgebruik de sfeer van de wat groezelige entourage van een sekscinema in de jaren ’70 prima weergeeft, liepen de mening ver uiteen. Volgens JohnHMH een gewaagde keuze want het ‘goedkope’ straalt ervan af, met het gevaar dat je het boek in het schap laat staan omdat het niet echt aanspreekt.“ Dat gold in ieder geval voor Karin Hazendonk die aangaf dat zij het boek in de boekhandel waarschijnlijk niet opgepakt zou hebben. Dat gold ook voor Hullemans: “Een omslag moet ook teasen, je verleiden, en dat mislukt jammerlijk.” Deze gewaagde keuze sprak Bronja Hoffschlag juist aan: “Hulde voor Manteau dat ze niet meegaan in nietszeggende dertien-in-een-dozijn-coverhypes.” Brignoteboom vond de cover geweldig en lekker kitsch: “Zou zo uit een opstelling van Jef Koons kunnen komen.”
Over de titel waren de lezers eensgezind: goed gevonden en passend bij het verhaal. Louise: “Je stapt uit het daglicht en gaat de donkere wereld van de cinema in en nu zou ik extra willen toevoegen, de donkere wereld van de seksindustrie.” Brenda interpreteerde het woord daglicht als het iets dat het daglicht niet ziet en denkt daarbij ook aan het licht van de filmprojector en het donker. Karin Hazendonk gaf een minder letterlijke verklaring: “Uit het daglicht geeft wat mij betreft ook het stiekeme aan. Mannen die niet gezien willen worden.” JohnHMH voegde daaraan toe: “Zo'n bezoek aan een seksbioscoop of peepshow kan natuurlijk 'het daglicht niet verdragen'.”
SCHRIJFSTIJL en VERTELPERSPECTIEF
Wat opviel is dat de schrijfstijl voor de alwetende verteller en de gedachten van de personages bijna poëtisch is en diepgang in het verhaal brengt, terwijl de dialogen die Keyaert zijn personages in de mond legt platter en simpeler zijn. Hullemans vond dat deze tegenstelling het boek sterk maakt: “Uiterlijke en innerlijke dialoog zijn duidelijk van een andere orde. De innerlijke twijfel uit zich dan in een soort, misschien wel verlegen, onbehouwenheid.” Tommy Verhaegen: “Waar Filip Keyaert de zaken beschrijft is zijn woordgebruik nogal bombastisch, en tegelijk haast poëtisch. Dat staat in sterk contrast en wordt zelfs overvleugeld door de gedachten en uitspraken die eerder vulgair plat zijn.” Een stijl die Hilde aansprak: “Het helpt om in het onderwerp in te leven omdat je beseft dat mensen in die industrie werkelijk zo praten.” JohnHMH vond de Vlaamse tongval een verrassend extraatje, terwijl Joella van den Broek zich juist ergerde aan woorden als hutsepot en wittebrood en ze sommige uitspraken, hoewel deze van personages komen, ook racistisch en neerbuigend vond. Reden voor een levendige discussie over de grofheid van Sonja richting de klanten en het taalgebruik in de jaren ’70. Bronja Hoffschlag: “Tegenwoordig is het racisme, vroeger was het normaal. De oudere garde hier herinnert zich de tv-serie 'Love Thy Neighbor' vast nog wel, om maar een voorbeeld te noemen. In de jaren '70 was dat humor.”
De alwetende verteller als vertelperspectief vonden de lezers een juiste keuze. Bronja Hoffschlag: “Daarmee dwingt de schrijver zijn lezers in een bijna voyeuristische rol, en krijgen zij een eerlijk beeld van een wereldje dat draait om geheimen.”
OPBOUW
Het verhaal is een chronologisch verlopende momentopname in het reilen en zeilen rondom een cinema bis en kent niet echt een begin en een eind. Je valt als het ware als een soort voyeur midden in het verhaal en het einde is net zo abrupt. Er is geen hoofdstukindeling, maar de wisseling tussen de perspectieven zijn de natuurlijke rustpunten in het verhaal. Voor richard clarisse voelde dit als een hoofdstuk uit een roman: “Het was voor mij bevreemdend m.n. het feit dat het verhaal "afgelopen" was. Ook voelde het onaf; het gevoel bekroop mij dat er nog veel meer aankwam.” Hilde vond het een aangename opbouw: “Met een begin of einde (bv. de oprichting of teloorgang van de sekscinema) zou ik meer het gevoel hebben dat het ongewone van een sekscinema centraal staat, en zouden de personages, die ook maar gewone mensen zijn, minder uit de verf komen.” Joella van den Broek noemt de opbouw verfrissend. Voor Hullemans las het alsof hij een toevallige passant was, die even bijgepraat werd over de buurt en zijn bewoners: “Je werd gewoon meegenomen in de dag tot dag beleving. En inderdaad een totaal plot-loos verhaal. Je stapt in en even later uit. Ervan overtuigd dat het leven ook na jou hier verder kabbelt.” Laura Oosterdijk: “Het heeft geen hoofdstukken nodig. Ook past het bij het onderwerp van het boek. Je bent inderdaad een soort van voyeur. Net als de smoezelige mannetjes die de bioscoop bezoeken. Halverwege de film de bios in en er ook weer op elk willekeurig moment eruit.”
PERSONAGES
Keyaert voert een bont gezelschap aan personages op waarvan Marcel, de uitbater van de cinema bis, en Sonja, de caissière en manusje van alles de belangrijkste zijn. Brenda vond de durf van Sonja om gek te doen en haar eigen wereld met haar eigen regels te scheppen sterk: “De mannen doen wat zij zegt, hoe grof ook, en geeft haar een bepaalde kracht en zekerheid.” Maar echt goed hebben de meeste lezers de personages niet leren kennen omdat ze maar een klein stukje van hun leven meemaakten. JohnHMH: “Ook al waren Sonja en Marcel de hoofdrolspelers in dit verhaal, een goede indruk heb ik niet van ze gekregen. Het is meer een globale schets van hun dagelijks leven, hun karakters en hun denkwereld.” Over de karakterisering waren de lezers te spreken, hoewel de klanten die worden weggezet als ‘vieze mannetjes’ iets meer nuance hadden kunnen hebben. Louise: “De klanten worden wel weggezet als vieze burgermannetjes die stiekem komen kijken, weet niet of ik dat terecht vind, het is mij te stereotype.” Laura Oosterdijk: “Je krijgt wel een indruk van het type mensen dat in de bios werkt, rauwe lui die door het leven worstelen, maar ook niet echt anders willen.” Tommy Verhaegen: “Het zijn typetjes, maar wel getekend naar mensen die ik ken of heb gekend. Ik kan er zo een echte naam op plakken. Dus heel goed gedaan Van Filip Keyaert.”
SFEER en SETTING
Het boek speelt zich af in de woelige jaren zeventig rondom een cinema bis en is tegelijkertijd fascinerend, weerzinwekkend, groezelig en bijna deprimerend. Bij onder andere Karin Hazendonk en Bronja Hoffschlag overheerste de troosteloze, deprimerende en uitzichtloze sfeer, terwijl anderen juist de luchtigheid en humor in het verhaal waardeerden, zoals Hilde: “Ik vond het misschien meest van al gewoon amusant om met deze wereld kennis te maken, en te zien dat de sekscinema eigenlijk helemaal niet spectaculair is.” Ook Brignoteboom heeft de sfeer anders ervaren: “Volgens mij was dit juist een tijd dat er heel veel kon. Ik kan me nu geen seksbioscoop meer voorstellen in deze tijd, volgens mij groeit de seksindustrie nog ieder jaar maar wordt het ook ieder jaar minder zichtbaar. Ik denk juiste dat de tijd waarin het boek zich afspeelde een tijd was dat mensen in grote vrijheid konden kiezen wat ze deden. Of je nu 10 jaar studeerde of kaartjes verkocht in een seksbioscoop. De ruimte en vrijheid om eigen keuzes te maken was er zeker.” Hullemans: “Ik ben helemaal niet zo negatief. En ik haal dat ook niet uit het beschrevene. Ik proef bij chroniqueur Filip juist een zeker mededogen en een ‘warm’ gevoel bij de wijk. En na het lezen van dit boek voelde ik mij een passant, die helemaal niet zo’n onaardige gemeenschap heeft mogen aanschouwen. Al had een deel van het cliënteel van de cinema, een mede passant dus, wel wat meer de droefheid van het bestaan om zich heen hangen.”
HULDEBLIJK AAN FILMMAKER EN BIOSCOOPHOUDERS VAN WELEER
Keyaert zegt in zijn nawoord dat hij met dit boek hulde heeft willen brengen aan de filmmakers en bioscoophouders van weleer. Brenda: Hij heeft in het verhaal de wereld van deze bioscoop beeldend beschreven en heel veel filmtitels en filmsterren uit de jaren 70 laten passeren. Vooral Marcel laat zijn obsessie zien en de belangrijkheid van de film en in die zin is dit wel een hulde.” De meeste lezers kunnen dit huldeblijk niet echt terugvinden in het verhaal. JohnHMH: “Ik vind het geen huldeblijk, veel meer een inkijk in het leven van de mensen van... Het enige moment dat er sprake is van enige hulde dat is het moment dat Marcel en Sonja de foto's aan het uitzoeken zijn voor het aankondigen van films. Dan geeft Marcel een mooi inkijkje in het genre en zijn liefde ervoor.” Sabrina: “Voor mij is het meer een inkijk in het leven van de filmmakers en bioscoophouders van weleer.”
Keyaert spreekt in zijn nawoord ook zijn waardering uit voor de vrouwen die de hoofdrollen vervulden in deze films. Hierbij miste Bronja Hoffschlag de nodige nuancering: “Aan de ene kant zijn Keyaerts vrouwelijke personages sterke, onafhankelijke persoonlijkheden, waar zeker waardering voor 'de vrouw' uit spreekt. Ook het relaas in het nawoord over Claudine Beccaries vind ik heel sterk, omdat over het algemeen bij dit soort films de waardering vaker uit gaat naar de mannelijke makers dan naar de dames die zich letterlijk bloot gaven voor de kunst. Ik had alleen graag een kleine kanttekening gezien met betrekking tot o.a. het "alomgeprezen" 'Deep Throat', waarbij compleet voorbijgegaan wordt aan hoe de hoofdrolspeelster dit heeft ervaren. Het voelt voor mij verkeerd om de mannelijke makers "alom te prijzen" voor... tja, wat? Het in beeld brengen van uitbuiting? 'Deep Throat' bracht $600 miljoen (!) op. Linda kreeg in eerste instantie nog $1250 betaald, wat ook nog werd geconfisqueerd door haar echtgenoot. Ik ben oprecht benieuwd hoe mensen die zonder achtergrondinformatie van deze film hebben genoten, daar met de kennis van nu tegenaan kijken.”
WAARDERING
De leesclub is met een gemiddelde score van 3.1 sterren afgesloten.
Twee lezers hadden slechts 2** voor het boek over. Karin Hazendonk: Auteur vertelt in het nawoord dat hij een ode wilde brengen aan de vrouwen die in de seksfilms speelden. Dat komt totaal niet tot uiting in het verhaal. Het verhaal is niet af. Voor mij zijn het scenes die nog een verhaal moeten vormen.” Bronja Hoffschlag: “Uit het Daglicht is even vluchtig als een bioscoopbezoek, maar stemt zeker tot nadenken. De dialogen voelen in het begin wat onnatuurlijk aan waar Sonja aan het woord is, maar Keyaert herstelt zich snel en laat zich nergens verleiden tot politieke correctheid of het herschrijven van de geschiedenis door de hedendaagse wokeness, wat het tijdsbeeld realistisch houdt.”
Tien lezers waardeerden het boek met 3***. Sabrina: “De schrijfstijl was heel beeldend en eenvoudig, soms wat vulgair maar het paste wel bij het verhaal. Een fijne schrijfstijl om te lezen en een fijn boekje als tussendoortje met mooie maar bijzondere omschrijvingen.”
Foxlake1: “Of het de auteur gelukt is om de hulde te brengen die hij wilde, durf ik niet te zeggen. Doordat het zo’n dun boekje is zonder begin en eind en zonder hoofdstukken leest het meer als een lange brief over het verloop van een dag in de sekscinema’s dan als een hulde.”
richard clarisse: “Wat mij bij blijft is het verhaal en de, naar ik meen metaforen die echt goed en mooi geplaatst zijn door de schrijver.”
Hilde: “Voor een echte hulde is het boek, dat slechts één alledaagse dag beslaat, te kort, maar Keyaert slaagt er wel in de sfeer van de sekscinema’s op de lezer over te brengen, door de eenvoudige stijl en soms vulgaire taalgebruik.”
JohnHMH: “Nadat ik het boek uit had betrapte ik mijzelf er op dat ik er wel meer van zou willen weten. Hoe kom je erin terecht, waarom blijf je er? Maar dat laat Filip over aan de fantasie van de lezer. En dat je fantasie daadwerkelijk geprikkeld wordt is een verdienste van de auteur. Al met al een onverwachts en leuk boekje over een wereld die ik alleen kende van er 'beschaamd langslopen'.”
Brignoteboom: “De boodschap van het boek is actueel: veroordeel vooral niet. Ook zou het boek een ode moeten brengen aan de sekscinema’s van die tijd. Of dat geslaagd is betwijfel ik, maar een goede inkijk hoe het er in dit soort settings aan toeging is zeker geslaagd.”
Joella van den Broek: “De schrijfstijl is poëtisch maar tegelijkertijd ook rauw en recht door zee. Regelmatig treffen we ook echt Vlaamse woorden aan. In enkele citaten krijgen we ook nog wat wijze lessen mee waar we tegelijkertijd ook onze boodschap uit kunnen halen. Helaas zien we weinig over de jaren 70 in het algemeen terug komen in het verhaal.”
Laura Oosterdijk: “Vermakelijk maar niet een verhaal dat heel veel indruk op mij maakt.”
Louise: “Al met al een prima boek om op een regenachtige zondagmiddag een paar uurtjes in door te brengen.”
Helma Koot: “Plat én poëtisch taalgebruik in troosteloze ode aan de cinema-bis waar je door het ontbreken van een kop en een staart aan het verhaal bijna als een voyeur stilzwijgend het verhaal instapt en er net zo stil weer uitstapt.”
Tenslotte gaven drie lezers 4***. Brenda: “Wat het boek leuk maakt is de humor en het pocketformaat. Met dit unieke boek heeft de auteur een zeer beknopt inkijkje in de jaren zeventig gegeven met de Cinema Bis in het bijzonder.”
Hullemans: “Het is echt een korte schets van tijd en omgeving. Zeker geen uitgebreide roman, eigenlijk een niet af verhaal. We zouden nog wel meer willen weten, maar dat zal voor een andere keer zijn. Of helemaal niet. Ook in het echte leven zullen we het vaak moeten doen met een moment opname, een niet afgeronde beleving.”
Tommy Verhaegen: “De vele en vlotte dialogen in plat dialect, afgewisseld met de beschrijvingen in algemeen Nederlands zorgen dat het boek zeer vlot leest en de aandacht vasthoudt. Van wokeness is hier totaal geen sprake, gelukkig.”