3. Schrijfstijl, vertelperspectief en quotes

a. Hoe zou je de schrijfstijl van Filip Keyaert omschrijven? Denk daarbij ook aan woordgebruik en perspectief.

b. Vond je de schrijfstijl prettig lezen of had je misschien door bijvoorbeeld woordgebruik moeite om in het verhaal te komen? Graag met toelichting.

c. Keyaert vertelt het verhaal vanuit de alwetende verteller. Wat vind je van deze keuze?

d. Zijn je mooie, bijzondere, opvallende of grappige zinnen opgevallen? Ik vond bijvoorbeeld deze zin erg mooi (pagina 105):

Het doorregende hout van de schutting die het braakliggende terrein tegenover de cinema ommuurde, kreunde onder de tedere likjes van het zonlicht, als een druipnatte hond die hijgend op de volgende streling van zijn baasje wacht. Het uit de dwarsliggende planken opstijgende vocht wekte de indruk dat er leven schuilde in het wiebelige bouwsel, en Sonja tuurde gespannen naar het waalmende middelpunt. Alsof ze verwachtte dat dit elk moment kon splijten om plaats te maken voor een vluchtpad naar nergens.

Ik ben benieuwd naar jullie quote.