Indrukwekkend, maar ingehouden verhaal over misbruik: Eindverslag Wat wij verzwijgen
In februari 2024 ging hier op Hebban een leesclub van start over het boek Wat wij verzwijgen van Aisha Dutrieux. Een groep van 15 lezers waren de gelukkigen om dit boek te mogen meelezen. Twee enthousiaste lezeressen sloten aan met een eigen exemplaar.
Aisha Dutrieux is rechter en schrijfster. Ze debuteerde in 2021 met Het leven noemen. Daarna volgde Wees niet bang. Wat wij verzwijgen is haar derde roman en is ditmaal autobiografisch.
Het verhaal
In Wat wij verzwijgen zet ze op een uiterst beheerste, weloverwogen, genuanceerde en terughoudende manier het verhaal neer van een vrouw die na de dood van haar suikeroom zijn troosteloze en vieze appartement bezoekt. Terwijl ze kamer na kamer leeghaalt en poetst, praat ze onafgebroken tegen haar overleden oom over het misbruik dat de familie verscheurde. Ze vertelt hem hoe zijn verraad haar nog steeds achtervolgt en beïnvloedt. Ze praat over het Indische zwijgen waardoor haar gezin geïsoleerd raakte van de rest van de familie nadat zij alles opbiechtte.
De leesclub
Iedereen stelde zich voor in het leescafé. Ook de auteur stelde zich kort voor. Niet alle leden hadden eerder aan een leesclub meegedaan op Hebban, dus voor sommigen was het allemaal wat nieuw. Na een paar dagen begonnen de boeken toe te komen. Eén boek deed er verdacht lang over, maar uiteindelijk landde ook dit laatste boek bij de rechtmatige lezeres.
Eerst werd er gepeild naar verwachtingen voor het lezen. De vragen waren op voorhand gegeven, zodat mensen die dat wensten, konden lezen met de vragen in het achterhoofd. Eenmaal het boek gelezen was, gingen we serieus aan de slag. Om de twee dagen kwam er een vraag online en er ontstond een actieve discussie over stijl, thematiek, maar ook andere favoriete boeken, …zoals jullie hieronder kunnen lezen. Het werd een leeservaring met kritisch lezende, enorm gemotiveerde deelnemers en vele verhelderende bijdragen van de auteur.
De discussievragen
Verwachtingen en eerste indruk
Pollie verwachtte ‘net zo'n indringende, aangrijpende roman als 'Het leven noemen' en misschien nog wel iets meer vanwege het autobiografische element.’ Ook Sarah verwachtte omwille van het autobiografische element dat het boek aangrijpend zou zijn, evenals Minca. Die voegde eraan toe dat ze hoopte dat het boek toch ook hoopvol zou zijn, zoals ze ook ervaarde bij de vorige twee boeken.
Marceline is heel nieuwsgierig naar de Indische zwijgcultuur. ‘Sowieso is misbruik een onderwerp waarover wordt gezwegen, waar mensen van wegkijken en ik ben benieuwd hoe dat in die zwijgcultuur anders is of juist ook niet. En ik verwacht een sterke vrouw als hoofdpersoon waarvan ik hoop dat ze er nog sterker uitkomt.’
Sharon verwacht ‘een beklemmend verhaal waarbij je eerst diepe afkeer voelt en vervolgens de dingen die gebeuren steeds beter kan verklaren. Dat je onmacht voelt en de wens om in te grijpen en uiteindelijk hoopt met de verwerking van dit trauma de lijn van intergenerationeel trauma doorbroken wordt. Ik hoop dat we een rauw verhaal lezen waarbij we écht in de huid van de auteur mogen kruipen.’
Verscheidene deelnemers hadden al eerder een of meerdere boeken van de auteur gelezen. Marielle geeft aan dat dit voor hoge verwachtingen zorgt.
Hoe zit het met de eerste indruk op basis van de kaft en de preview? Fieke vindt de kaft heel mooi: ‘De wajangpop voor het schimmenspel, zou het hier iets mee te maken hebben? Zou dit terugkomen in het boek?
Het is een vrouwelijke wajangpop, ik dacht eerst geblinddoekt maar toen zag ik toch een oog. Sierlijk, krachtig. Gaat het over de schaduwzijde van haar verleden? Ik zie veel in deze cover.’
Voor Elly gaf de preview een soort beklemming, ‘je leest gelijk al dat er geheimen zijn in deze familie. De kaft vind ik mooi, het maakt gelijk duidelijk dat het om een Indische geschiedenis gaat met de wajangpoppen. De afwisseling van licht en donker maar ook de beweging die er in zit roept een bepaalde geheimzinnigheid bij me op.’
Ook Fieke ervaarde dat beklemmende in de preview. ‘Je wilt weten wat er is gebeurd.’
Marielle vindt het boek net als de eerdere boeken van Aisha weer heel verzorgd. ‘Hardcover (heerlijk), een extra papieren omslag en mooie schutbladen. Echt een cadeautje als een boek zo verzorgd is, daar kan ik enorm van genieten.’
Sharon: ‘De binnenkant is inderdaad ook heel mooi. Rust, ruimte en fijn die duidelijkheid in tijdsbeeld middels de typografie.’
Vele anderen sluiten zich daarbij aan.
Sarah stelt een vraag aan de auteur over de kaft en krijgt dit verhelderende antwoord terug van de auteur.
Aisha Dutrieux: ‘Het patroon is een batik doek. Batikken is een traditionele Indonesische manier om geweven stof van een patroon te voorzien. Deze stoffen werden (en worden nog steeds) gebruikt om kleding van te maken, zoals sarongs, maar ook voor wanddecoratie, tafelkleden, etc. Ik ben er zelf nogal fan van, het doet me altijd denken aan het huis van mijn opa en oma en ik heb dan ook zelf thuis verschillende batiks aan de muren hangen (je kan de stof zelf opspannen op zo’n schilderdoek). De afbeelding op het omslag van Wat wij verzwijgen is een wajangpop. Wajang betekent “schaduw” of “schim” en deze poppen worden gebruikt voor een soort poppenkast, waarbij gebruik wordt gemaakt van licht en schaduw.
Waarom ik voor deze “schaduwpoppen” gekozen heb, laat ik nog even open. Ik denk dat jullie dit na het lezen van het boek wel zullen begrijpen.’Lianne: ‘Ik word er blij van dat er een verwijzing in zit die alleen te begrijpen is als je het boek hebt gelezen, ik houd van dit soort details.’
Thema’s
We gaan op zoek naar hoofdthema’s en hoe die uitgewerkt zijn.
Misbruik is het hoofdthema. Lianne zegt hierover het volgende: ‘Voor de buitenwereld lijkt misbruik (en bijvoorbeeld ook situaties als huiselijk geweld) heel zwart-wit: je hebt een dader en een slachtoffer. Dit boek laat op een mooie manier zien hoe grijs dit is voor slachtoffers. Heb je misschien iets uitgelokt (opgetild willen worden, contact zoeken) of ligt het aan jezelf, omdat je geen nee hebt gezegd. Daarnaast ook dat er vanuit het slachtoffer ook gevoelens in het spel zijn en hoe verwarrend dat is.’
Er wordt even gediscussieerd of de dubbelzinnige gevoelens die hoofdfiguur Mia heeft wel of niet kunnen toegewezen worden aan het Stockholmsyndroom.
Marceline brengt het thema machtsongelijkheid in. Dit thema wordt volmondig beaamd door Marielle, Henri, Elly en Minca.
Marianne vult aan met het schoonmaken als metafoor voor het willen kwijtraken van de resten van deze relatie. Fieke brengt ons hier volgend citaat uit het boek in herinnering: op bladzijde 97 zegt ze, en nu wis ik je uit, kamer voor kamer.
Henri merkt iets interessants op over de zwijgcultuur: ‘De zwijgcultuur is ook een manier geworden om te overleven. Om staande te blijven in bijvoorbeeld Nederland. Het is niet alleen een gegeven van een bepaalde cultuur.
Toch werd ook daarmee de oom gestraft. Die cultuur van doodzwijgen trof hem misschien nog wel meer (?) Gezien zijn manier van leven na het overlijden van zijn moeder.’
Marceline vindt het interessant hoe Henri ‘de invalshoek van de zwijgcultuur op de gevolgen van de oom zet. Niemand praat erover, toch wordt hij op een bepaalde manier door de familie afgestraft.’ Pollie reageert: ‘Wellicht dat hij daarom als banneling troost zoekt bij de kerk waar hij als koster aan de slag gaat. Of toch niet? Is dit weer een manier om met kinderen in contact te komen. Daar komt de verwarring weer kijken die de auteur zo knap ook bij de lezer teweeg brengt.’
Marianne wijst erop dat ’het zwijgen ook niet iets dat exclusief is voor de Indische cultuur. Denk b.v. alleen al eens aan het misbruik dat op grote schaal voorkwam in instituties als de katholieke kerk, en weeshuizen, bij voorbeeld. Dat is toch decennia verzwegen, slachtoffers werd de mond gesnoerd, zij waren vogelvrij. Wie de macht had, bepaalde wat welgevallig was, is..’
Sharon vat het zwijgen goed samen: Soms heeft niks of niet al te veel zeggen zelfs een grotere impact dan alles prijsgeven.
Marielle vindt dat er een belangrijke rol is weggelegd voor ‘liefde’ in het boek ‘en hierin vallen dan bijvoorbeeld vertrouwen, vergeven, onbezorgdheid, de onvoorwaardelijke liefde van een kind, de liefde van een partner, van kinderen, vriendschappen.’
Elly voegt hier nog een thema aan toe: ‘Trauma van het verplicht verhuizen naar Nederland en hoe dat doorwerkt in een zwijgcultuur’
Andere thema’s die genoemd worden zijn: verandering (Minca), identiteit (Claire), ouder-kindrelatie (Sharon), manipulatie (Pollie), vergeving (Sofie).
Fieke vond de thema’s goed uitgewerkt. Marceline: al de thema's die ik onder a. opschreef, voor mij komen ze samen in de gevolgen van het misbruik op het leven van Mia. Dat is voor mij ook de rode draad in het verhaal: de impact die dit heeft op haar hele leven: hoe ze haar lichaam niet voelt, hoe ze haar man beleeft, de keus voor foute mannen, de angst om te gaan dissociëren bij haar bevalling. Het is alom aanwezig in alle gewone dingen van het leven.
Sofie vindt het tragisch hoe ver, diep en lang de gevolgen van deze schending van vertrouwen tijdens de kindertijd kunnen doorwegen.
Yolanda: Het seksueel misbruik wordt door het hele boek heen heel indringend geuit. Zonder ergens heel concreet te worden is het enorm voelbaar.
Wilma heeft nog een mooie aanvulling: de taak als moeder om je dochters te willen beschermen en niet bang willen maken. Hoe doe je dat?
Personages en keuzes
Anne: ‘De belangrijkste personage is natuurlijk Mia/zij. Ik vind het een krachtige en intelligente vrouw. Ze is nog aan het onderzoeken waar haar behoeftes liggen maar laat alle gevoelens eigenlijk over haar heen komen. Ik had het gevoel dat ze zich hier bewust voor openstelde.’
Lianne vond haar ‘in de loop van het verhaal steeds krachtiger worden, omdat het haar steeds iets meer lukt om afscheid te nemen van haar verleden.’ Elly is wel benieuwd hoe het daarna met haar verder gaat. ‘Want het is een soort snelkookpan van verwerken maar normaal kost dat veel meer tijd.’
Sarah: ‘Ik vind het zelf reflecterend vermogen van het hoofdpersonage ontzettend krachtig en realistisch neergezet.’
Minca vindt Mia een verwarrend maar mooi personage. ‘Het verhaal wordt volledig vanuit haar perspectief geschreven en je leert hele diepe gedachten en gevoelens van haar kennen.’
Lianne: ‘Vooral het hoofdpersonage komt levensecht over, omdat je in haar hoofd zit. Van de oom krijg je ook veel mee, maar toch ook een beperkte visie, juist omdat alles vanuit de ervaringen van de hoofdpersoon is beschreven. Er zijn heel veel dingen over hem en over de rest van de familie die de hoofdpersoon niet weet, waardoor je het als lezer ook niet te weten komt. Dat is juist ook wat het idee van het zwijgen versterkt.’
Henri pikt hierop in. ‘Onze kennis over de oom is inderdaad beperkt. Er is wel wantrouwen, gezaaid door de hoofdpersoon en terecht natuurlijk. Zijn aansluiten bij een kerkelijke gemeenschap bijvoorbeeld, het contact met een moeder en een dochter aldaar… hoe zit dat?’
Elly: ‘Wat mij bij de oom opvalt is dat hij geen naam krijgt. Hij blijft anoniem. Sowieso is het moeilijk om je in te leven in een persoon met zulk gedrag. Omdat de wereld van de personages zo’n andere is dan de mijne is het wat lastig om je echt in te leven. Toch komen ze levensecht over. Ik weet wat een zwijgcultuur in een gezin kan doen, juist in moeilijke omstandigheden. Hoe daar mee omgegaan wordt, komt levensecht over.’
Nienke vult aan dat ‘daardoor, voor mij, wel echt het verhaal van Mia en dat oom daardoor minder machtig werd (gezien de macht die hij had als misbruikers en zij de macht in het verhaal terug wil pakken, ownership neemt over haar eigen ik)’
Anne herkent veel van de stappen die je neemt bij de verwerking van trauma’s.
Nienke: ‘De andere personages hebben een duidelijke rol en plek, ze zijn belangrijk maar dragen bij in het verhaal van Mia. Ze komen langs, duiden de gebeurtenissen en hun rol hierin, maar nemen niet over. Hierdoor komt het verhaal nog sterker over. Het is de strijd van Mia, zij tegenover/met de rest.’
Met de keuzes die de rest van de personages maken, heeft iedereen het moeilijk.
Marianne: ‘Nee, ik kan nauwelijks geloven dat er niemand in die toch grote familie die regelmatig bij elkaar kwam, gemerkt heeft dat er iets ongezonds zat in de grote toewijding van de 15 jaar oudere oom voor zijn piepjonge nichtje. (…) Ook dat de familie blijft zwijgen en uit het zicht verdwijnt, toen het wel uitkwam, ipv zich te bekommeren om het kind, kan ik niet begrijpen.’
Marceline reageert dat dit juist het kenmerk van deze familie en de Indische zwijgcultuur is: ‘iedereen zweeg en doet of er niets aan de hand is. Ook een soort angst denk ik, angst om het leven wat je hebt opgebouwd te verliezen.’
Nienke: ‘Naast dat dit onderdeel/gevolg kan zijn van een zwijgcultuur is het ook sowieso een coping die je vaak terug ziet. Het niet kunnen vatten, de ellende/het idee is te groot waardoor vermoedens/rode vlaggen soms al automatisch gebagatelliseerd kan worden. 'Het zal toch niet? Ik zal het verkeerd zien.'
Met de zwijgcultuur blijken we het allemaal moeilijk te hebben. Ook de keuzes die de oma maakt in het verhaal zitten ons erg dwars. Hoewel er begrip is voor haar rol als moeder hierin, lijkt ze haar omarol (zoals die in het westen ingevuld wordt idealiter) zwaar verwaarloosd te hebben.
Henri: ‘De rol van oma is toch wel wat dubieus. Ze heeft toch ook een andere zoon (de vader van Mia) en een kleindochter: Mia? Ik vind haar zwijgen eigenlijk onverteerbaar. Het zou kunnen dat ze haar zoon aan heeft gesproken. Maar, dat weten we niet.’
Marielle: ‘De rol van oma is zeer zeker dubieus en het zwijgen is inderdaad onverteerbaar, echt verschrikkelijk. De oom is geen sterke persoonlijkheid, het is een fantast, hij heeft geen opleiding genoten, nooit een echte baan gehad. Misschien dat oma vond dat zij hem moest beschermen? Hij woonde natuurlijk ook nog bij haar thuis. De vader van Mia had een veilige thuisbasis, een gezin, een baan, een huis.’
Fieke vraagt zich of of oma ook niet zou hebben geleden onder het feit dat haar gezin uit elkaar viel door het misbruik van haar zoon.
‘We weten niet hoe zij ermee omging. Had zelf een traumatisch verleden.
We weten ook niet of zij een bewuste keuze heeft gemaakt om hem niet de deur te wijzen. De oom was een manipulator, leugenaar, je weet niet wat voor verhalen hij zijn moeder voorhield. Ik weet niet of oma het uit bescherming deed, het zou kunnen maar dan wel tegen een hoge prijs.’
Nienke: ‘Oma heeft sowieso een verleden met traumatische gebeurtenissen zoals blijkt uit het verhaal. Hoeveel ruimte heeft zij nog om hier op een adequate manier goed over na te denken en op te reageren. Is zij zelf niet ook aan het overleven? Kiezen voor Mia zet haar dagelijkse leven op zijn kop, de toekomst van haar thuiswonende zoon wordt heel moeilijk want hij worden door iedereen afgewezen.’
Er ontstaat even een discussie over Tirza en haar moeder onder verschillende leden. Mia kiest er uiteindelijk voor om niets aan hen te vertellen. De groep discussieert erover wat ze zelf zouden doen.
Anne: ‘Waarom je wel naar de uitvaart gaat van de oom die toch zeer ernstige dingen gedaan heeft. Maar dat ze niet naar de uitvaart van haar oma is geweest. Hoewel oma verkeerde keuzes heeft gemaakt door geen contact meer te hebben met het gezin van Mia valt dat in het niet bij de acties van de oom.’
Ze brengt ook een interessante denkpiste aan: ‘Kan het ook zijn dat hij bijvoorbeeld een verstandelijke beperking had waardoor hij zich meer aangetrokken voelden tot kinderen, planten en dieren? Het zou ook kunnen verklaren waarom oma haar zoon bleef beschermen.’
Marceline wijst er dan weer op dat het dan niet logisch is dat hij op jonge kinderen mocht passen.
Marianne vindt het moeilijk om kritiek te uiten als een boek nadrukkelijk als autobiografisch gepresenteerd wordt. Marceline legt uit hoe zij dit doet: ‘Het voelt misschien alsof je kritiek hebt op de persoonlijke beleving van het slachtoffer en haar verhaal niet gelooft. Maar dat is natuurlijk niet zo. Je kritiek betreft het romanaspect. Daarom vind ik het fijn dat de ik een naam heeft: Mia. Haar verhaal is niet het verhaal van de schrijfster. Dat helpt mij om te zeggen wat ik vind.’
Ook Nienke vermeldt schroom om het hierover te hebben: ‘Omdat op voorhand bekend was dat dit boek ook autobiografisch is, voel ik niet meteen ruimte om iets te vinden over de keuzes die zijn gemaakt.’
Stijl
Marceline, die zelf professioneel schrijft, wijst ons op een fijn detail: ‘Soms kiest ze voor een bijzonder zinsopbouw om iets te belichten. Bijvoorbeeld ‘Ik schreef graag, als kind.’ Door die komma vertraagt ze waardoor het ‘als kind’ geaccentueerd wordt. Het creëert een mooie overgang naar het stuk dat volgt over het verhaal dat ze als kind over een meisje van ongeveer haar leeftijd schreef.’
Henri: ‘weinig mooischrijverij’
Pollie: ‘Zoals in haar eerdere werk, doeltreffend, sober, geen overbodige lange zinnen, maar ook zeker een paar prachtige passages en metaforen:
“...Herinneringen zorgvuldig gebalsemd, omzwachteld als een mummie. Nu kan ik het aan, fluister ik tegen het kleine meisje in mijn binnenste. Laat het los. Maar ze durft het nog altijd niet, niet volledig althans. In kleine beetjes komt het, geluidloze tranen aan de randen van de dag.”
Maar gelukkig geen mooischrijverij om de mooischrijverij. Als lezer wordt je er helemaal in gezogen en voel je de pijn, verdriet en verwarring bij het hoofdpersonage. Wederom wordt hier met enig mededogen voor de dader geschreven, ondanks alles. Knap.’Sharon: ‘In dit boek wordt gebruik gemaakt van het ik-perspectief in het heden -je zit bij de hoofdpersoon op haar schouder mee te kijken en te luisteren- en het vertelperspectief in het verleden. In het begin moest ik even wennen aan het vertelperspectief, ik was soms even een paar tellen de draad kwijt wie er bedoeld werd met 'ze', maar na een paar hoofdstukken was ik hier helemaal aan gewend en vind ik het sterk neergezet en van toegevoegde waarde. (…) Het verhaal leest als een verhaal dat niet voor een ander, maar voor zichzelf is geschreven en daardoor geen opsmuk heeft. Hierdoor leest het rauw op een prettige manier. Tijdens het lezen voelde ik veel, maar rees bij mij wel de vraag of de ingetogenheid een overleefstrategie is (je niet laten meeslepen door emoties), een eigenschap van de auteur en daarmee een specifieke schrijfstijl of dat deze gevoelens er werkelijk niet zijn.’
Yolanda: Ze vertelt niet te veel maar ook niet te weinig waardoor je als lezer mee moet/gaat met haar gedachten.
Claire: Bijzonder vond ik de manier waarop er ook in haar gedachten tegen de dader wordt gesproken.
Lianne merkt een interessant punt op: ‘Het viel me op dat de schrijfster vaak korte zinnen gebruikt als afsluiting van een alinea. Soms is dat met een herhaling van eerdere woorden, soms voelde het juist alsof ze daarmee een soort knuppel in het hoenderhok gooide.
"Ik voel jouw aanwezigheid niet en ik durf het bijna niet hardop te zeggen, maar ergens had ik dat gehoopt.
Omdat ik je al vijfentwintig jaar mis."
Of "De plek waar je de laatste jaren van je leven doorbracht was vies en kaal en vrijwel leeg. Ik heb dat nooit geweten.
En toch, de lijn die door mijn leven liep was een lijn die ons verbonden hield aan elkaar.
En nu ben je dood."
Sofie: Redelijk vaak gebruikt ze ook indrukwekkende zinnen: ‘ik wil niet dat je aan me dacht, mij nog altijd claimde, toch voel ik teleurstelling wanneer ik mijn bestaan niet erkend zie in jouw huis, in jouw leven.’ Of mooie taal: ‘Als zij blijft zitten, blijft doen alsof ze hem niet ziet-wat niemand zal geloven want hij is inmiddels een reus en zijn arm de wuivende tak van een immense eik, zijn vingers dik en klauwachtig -als zij blijft doen alsof zullen ze misschien vragen waarom. En wat moet ze dan zeggen?’ of mooie woorden bvb ‘waterkoud en winterdonker’.
Titel
Vervolgens bespreken we de titel: dekt die de lading? En dan de cover: past die bij het boek?
Marianne: ‘Het boek, de inhoud en de titel, raakt ook nog aan iets groters. Het is ook iets van deze tijd, er is in toenemende mate ruimte voor het verhaal van " de andere kant", waarbij vrouwen en meisjes voor zichzelf willen spreken en hun zwijgen doorbreken.’
Marceline vindt het ‘Scherp hoe jij de titel en de cover duidt. Aan de geest van deze tijd waarin vrouwen en meisjes voor zichzelf spreken en zwijgen doorbreken, had ik niet gedacht. Dar is zeker ook waar.’
Anne vindt dat de titel niet helemaal de lading dekt ‘omdat de zwijgcultuur juist het onderdeel is waar uiteindelijk minder mee gedaan is. Er is uiteindelijk door het hoofdpersonage geen confrontatie gezocht met haar familie waarom er gezwegen wordt. Ik vond persoonlijk dus de zwijgcultuur geen groot onderdeel van het verhaal, ondanks dat het wel regelmatig is teruggekomen.
Ik zou daarom misschien juist een titel hebben gekozen die meer ligt op de lijn van de liefde die zij voelde voor haar oom. Ik persoonlijk vond dit een veel groter onderdeel van het verhaal. Mijn suggestie zou zijn: Tussen liefde en afkeer.’
Fieke vond geregeld een zin waarin naar het zwijgen werd verwezen en gaf ons hiervan een aantal mooie voorbeelden:
‘pagina 100: En het ligt misschien aan mij, maar toch heb ik nog altijd het gevoel dat ik geacht word te zwijgen. Om andere niet in verlegenheid te brengen. Om de familie niet te schande te maken. (zwijgen uit schaamte)
Pagina 101: Het zwijgen had zich in mijn botten genesteld. (te lang gezwegen, onmacht)
pagina 175 : Ze gaf me jouw sleutelbos, stelde verder geen verdere vragen. Zwijgen, geen vragen stellen, het zit in ons DNA. (Verwijzing naar het zwijgen binnen de Indonesische cultuur)
Ik zou geen andere betere titel kunnen bedenken. Ik vind het juist heel goed gevonden.’
Yolanda: ‘Het niet praten zit , zo leren we, zo ingebed in de cultuur. Het is geen kwestie van iets express verzwijgen om er beter van te worden maar een stil"zwijgende" afspraak dat het de manier is om met ingrijpende zaken om te gaan. Niet achterom kijken. Ik kan hierin meevoelen dankzij de indringende schrijfstijl van het boek maar me er tegelijk ook niets bij voorstellen.’
Sarah: ‘Na het boek gelezen te hebben, was er een zin in het verhaal waar de auteur benoemde dat ze zelf haar eigen schaduw creëert. Hiermee wordt de keuze van de cover wel duidelijk. Het verwijst zowel naar haar familie als naar de schaduw die na het misbruik over de familie is heen gevallen. En tegelijkertijd verwijst het ook naar de zoektocht naar het licht. Om de schaduw die door het trauma aanwezig is een plek te kunnen geven. Dat is tenminste wat ik uit de cover in combinatie met het verhaal gehaald heb.’
Pollie: ‘Nadat ik begreep dat het patroon traditioneel Indonesisch is zeker. En Aisha heeft het eigenlijk zelf al een beetje uit de doeken gedaan: “De afbeelding op het omslag van Wat wij verzwijgen is een wajangpop. Wajang betekent “schaduw” of “schim” en deze poppen worden gebruikt voor een soort poppenkast, waarbij gebruik wordt gemaakt van licht en schaduw.”
Alle personages leven door verschillende redenen “in de schaduw”: vooral niet opvallen.
Dus ja de cover past als de spreekwoordelijke jas!’Wilma: ‘De schaduwkanten, de poppenkast poppen. Zo zette Mia ook altijd haar masker op en keek niemand daar doorheen.’
Impact
Vervolgens keken we of het voor schroom zorgt dat de auteur meeleest als er zo’n persoonlijk, autobiografisch onderwerp besproken wordt. Dit was bij sommigen het geval, anderen hadden er dan weer totaal niet bij stilgestaan. Regelmatig werd de moed van de auteur om hieraan mee te doen vermeld en geprezen.
Toen keken we of de auteur ons had kunnen raken in positieve of in negatieve zin. Henri werpt hier iets interessants op:
‘Jij bent het mij verschuldigd te luisteren. P. 206
Het laatste citaat raakt toch ergens aan mijn gender. Ik ben het ergens evenzo verplicht om naar de slachtoffers van misbruik (veelal aangedaan door mannen) te luisteren, als zij spreken.’
Marceline gaf toe dat zij daar niet bij stilgestaan had, ‘dat er voor mannelijke lezers een andere dimensie bij kon zitten, misschien wat extra ongemak.’ Ook Minca en Anne geven aan hier niet bij te hebben stilgestaan.
Pollie: ‘Ik moet zeggen dat ik daar geen extra 'last' van ondervond. Ik kan me (gelukkig) in geen enkele manier identificeren met de oom. Maar ik snap Henri wel; in 95% van de gevallen van misbruik is er een mannelijke dader. Ik denk dat het juist goed is als mannen dit boek lezen.’
Elly: ‘Wat ik een hele mooie alinea vind, is de alinea op p. 66-67 over het zwijgen van oma. Er klinkt begrip in door:
“Toen mijn oma overleed, hadden wij haar al jaren niet gezien, jij woonde bij haar in huis en zij wees jou niet de deur. Zelfs niet voor een paar uur. Inmiddels begrijp ik dat dit misschien niet zozeer haar keus was. Niet-handelen is een vorm van zwijgen. Om mij en mijn broers te zien, mijn ouders, had zij jou moeten vragen weg te gaan, of iemand moeten vragen haar naar ons huis te brengen voor een bezoek. In beide gevallen had zij woorden moeten geven aan de situatie, aan wat er gebeurd was in haar familie. Waar haar kind schuldig aan was. Zij had zich uit moeten spreken. Ik denk dat dit een vermogen was dat zij, als zij dit al ooit bezeten had, gaandeweg kwijt was geraakt.”’Nienke: ‘Wat mij vooral is blijven hangen is p. 178 Ik wil dit niet. Ik hou van je, maar ik wil dit niet. Ik wil dit niet. Ik hou van je. En ik vraag me af of jij wel echt van mij houdt - dan zou je dit toch niet doen? Ik vraag me af of jij wel echt van mij houdt en het breekt mijn hart.’
Tot slot bespreken we of we na het lezen van het boek anders naar het thema misbruik kijken? Zijn er specifieke zaken in het boek die onze kijk en mening hierover veranderd hebben, of net bevestigd?
Bij Lianne heeft het boek bevestigd ‘dat het van een afstandje makkelijk praten is over misbruik en dat het in werkelijkheid niet zo zwart-wit is. Voor het slachtoffer zelf: wat is de eigen rol hier in geweest, wat zijn de eigen gevoelens ten opzichte van de dader, wat is normaal en wat is niet normaal. Maar ook voor de omstanders: het is makkelijk om te roepen dat je zo'n situatie door zou hebben als ouder, als grootouder, als broer/zus, vriend, etc. Het realistische beeld dat het hierover gaf, vond ik erg indrukwekkend. Het zou goed zijn als meer mensen zich hier van bewust zijn.’
Minca is er na het lezen van dit boek eigenlijk niet anders naar gaan kijken. ‘Het heeft wel nieuwe inzichten gebracht, omdat het zo’n eerlijk, open en oprecht fragmenten bevat, begon ik wel na te denken over de manier waarop een verhaal over misbruik zoveel kanten heeft. De manier waarop de auteur bijvoorbeeld belichtte dat Mia van haar oom hield, naar hem op keek, etc. zette me soms aan het denken, want dat is hoe een (kinder)brein ook kan werken in zo’n situatie.’
De ‘sales pitch’
De sales of elevator pitch is altijd wat een uitdaging: Als je 1 minuut de tijd hebt (de tijd dat je in een lift staat): hoe zou je dit boek dan verkopen aan een mogelijk geïnteresseerde uitgever, met andere woorden: wat zijn de sterktes van dit boek? Iedereen kwam met hele mooie pitches.
Een paar voorbeelden van de sales pitches die bedacht werden:
Wilma: ‘Een heel indrukwekkend boek dat door show don’t tell enorm binnendringt. Dit moet gelezen, gevoeld en doorgegeven worden, Een boek dat eigenlijk niet stil in een boekenkast mag liggen, maar als een zendeling gezien en gelezen.’
Elly: ‘(…) de schrijfster vertelt het op een integere manier zonder heel expliciet te worden. (…) Ze belicht alle gevoelens die er spelen bij een slachtoffer van misbruik. Misschien dat het daardoor wel zo raakt. Het is een aanrader ook al is het een moeilijk onderwerp wat we liever verzwijgen.’
Marielle: ‘(…) wordt in een helder en duidelijk verhaal verteld zonder te vervallen in goedkoop sentiment of clichés.’
Claire: ‘Het boek is een indringende autobiografische roman. De auteur doorbreekt op bewonderenswaardige manier het zwijgen over langdurig misbruik door haar oom in haar kindertijd. De schrijfstijl is ingetogen, sober en eerlijk en het verhaal komt daardoor juist extra binnen. Ik zou zeker aanraden om het te lezen!’
Henri kwam met een amusante aanpak van deze vraag:
‘Weet je wat een goed boek is over misbruik? Nou ja, goed moet je betrekkelijk zien. Er is natuurlijk weinig goeds aan het onderwerp. Maar, Aisha Dutrieux… Ja, ik kende haar ook niet. Maar, ze heeft zelf ervaring met het onderwerp. Ja, schokkend, inderdaad. En toch, hoe gek dit mag klinken. Je moet je niet laten afschrikken door de heftigheid en zwaarte. Echt, geloof me. Ik heb het gelezen en ik kies ook vaak veiligheid en entertainment, hoor. Maar, via de boekenclub (daar vertel ik je bij een volgende liftgang nog eens over, we zijn er bijna) kwam ik Wat wij verzwijgen op het spoor. Echt, zo mooi geschreven. Uitgebalanceerd, voor zover dit kan, natuurlijk. En toch, ze houdt de regie. Ze schetst op een open en bijzonder fijnzinnige wijze de ambivalentie van misbruik. Ja, het is te ingewikkeld om dit nu in detail te beschrijven. Daar moet je nu juist dit boek over lezen. Trouwens, je hebt zelf 1/8 Indisch bloed toch? Nou, dan kun je meteen lezen over die context. Verhelderend. Het is ook nog eens niet zo lang, dit boek. Het is compact en boeiend. Trouwens, op www.hebban.nl kun je de gegevens intikken en kun je lezen over de zeer positieve reacties… o, we zijn er. Tot morgen!’
Een tussendoortje
Omdat seksueel misbruik en intergenerationeel trauma toch wel zware onderwerpen zijn, was deze vraag bedoeld als ontspannend tussendoortje. Het doel was om uit de grote leesvoorraad van de hele leesclub te putten. Er werd de leesclubleden gevraagd hun absolute lievelingsboek aan te prijzen aan hun medelezers (titel en auteur). Ze moesten kort vertellen welk genre het is, een paar regels over het verhaal vertellen (kort en zonder spoilers!) en wat voor hen een sterkte is aan het boek (Origineel idee? Mooie taal? Ontroerend of net spannend, romantisch, …?) De hoop was dat deze vraag ons mooie inspiratie zou opleveren. Een gepassioneerd lezer kan immers nooit voldoende boekentips hebben.
Marceline vertelde ons in het begin van de leesclub al dat haar gevraagd was om regelmatig te delen wat ze zoal leest en gaf ons de link hiernaartoe.
Bij deze vraag aangekomen gaat iedereen heerlijk los en krijgen we een lawine aan hele fijne leestips.
Evaluatie
We kijken of de verwachtingen (zie vraag 1) zijn uitgekomen? Is het boek beter meegevallen of juist minder? Waaraan lag dat?
Minca: ‘Wel verraste me de manier waarop de tijdsprongen steeds plaatsvonden. Hoewel er wel een duidelijke rode draad in het verhaal zat, werd er af en toe een beetje van de hak op de tak gegaan. Toch bleef het goed te volgen.’
Yolanda: ‘Mijn verwachtingen en meer zijn helemaal uitgekomen.’
Marianne vond het moeilijk om te beoordelen of ze deze episodes goed geschreven vond, of dat ze geraakt werd door het eerlijke verhaal en het autobiografische karakter. ‘Terugkijkend had ik niet op een zo persoonlijk verhaal gerekend waarin de pijn nog zo de boventoon voert.’
Elly vond het dan weer minder heftig dan ze verwachte. ‘Dat kwam volgens mij door de ingehouden schrijfstijl en dat het misbruik bijna nergens expliciet werd beschreven. Het is niet zo dat ik het boek in één adem heb uitgelezen zoals ik verwachtte. Maar dat kwam niet door de heftigheid maar door dat ik de tijd wilde nemen om met Mia mee te gaan in haar zoektocht en de weg die ze liep.’
Verschillende mensen gaven aan in de toekomst nog boeken van deze schrijfster te zullen gaan lezen. We hadden het geluk dat meerdere mensen al eerder boeken lazen van deze schrijfster. We konden dus mooi bekijken hoe dit boek beviel vergeleken met de vorige boeken die ze lazen.
Anne vond dit boek anders dan de vorige boeken van de auteur. ‘Misschien wel omdat het autobiografisch was. Het kwam daardoor meer binnen bij mij. Maar het kan natuurlijk ook zijn doordat Aisha groeit als auteur. Maar op sommige manieren blijven de boeken ook wel vergelijkbaar. Zo zijn ze allemaal erg poëtisch geschreven. En de onderwerpen zijn allemaal erg heftig.’
Marielle:
-‘Het leven noemen’ heeft een zeer beladen thema; een moeder die lijdt aan het Münchhausen by proxy-syndroom en die haar dochtertje, met behulp van medicijnen opzettelijk ziek maakt. Ze heeft overal een verhaal en een uitleg voor en ze lijkt niet te stoppen. Dit was een heftig boek, het ging echt onder mijn huid zitten, maar erg mooi geschreven in plezierig en gemakkelijk leesbaar taalgebruik.
- ‘Wees niet bang’ is een boek dat zich deels afspeelt in Italië en gaat over een grootmoeder Chiara, dochter Maria en kleindochter Laura en de ontrafeling van een familiegeheim. Het geheim ‘ontdekken’ wij als lezer al in de proloog, voor Laura start een zoektocht. Bij dit boek vond ik het jammer dat de karakters wat vlak bleven; het boek had voor mij aan kracht kunnen winnen als de personages meer ziel, meer verdieping hadden gekregen.
- Het laatste boek, ons boek, vond ik mooi, prettig geschreven maar wel vaak een herhaling van zetten. Het bleef soms (bewust?) een beetje oppervlakkig; wat Mia heeft meegemaakt raakte mij in de kern van mijn hart maar ook dit boek had wat meer verdieping mogen hebben, ik miste de échte emotie.’
Marceline reageert hierop dat ze het (soms) missen van emotie herkent. ‘Ze is beheerst, heeft de regie over het verhaal (…). Ik denk dat ze af en toe net te veel de touwtjes in handen hield. Maar misschien kon het niet anders.’
Ook Sharon had dit 'missen van de emotie' tijdens het lezen. ‘Als ik er na wat weken op terugkijk en de reacties hier lees, denk ik wel dat het verhaal daardoor toegankelijker is voor de gemiddelde lezer. Als de emoties dieper en rauwer waren geweest, zou ik het minder snel aanraden aan bijvoorbeeld familie of vrienden, omdat het dan minder goed te behappen is. Nu kan het boek dienen als het doorbreken van het zwijgen, een gesprek openen over hoe een ieder tegen dit onderwerp aankijkt of er vragen over stellen aan iemand.’
Marielle is het daar mee eens: ‘Het is inderdaad een toegankelijk boek geworden. Maar, als je een boek met zo’n thema leest, of aanraadt, weet je (bijna altijd) dat het heftig kan zijn. Dat het misschien geen boek voor tere zieltjes is. Maar de doelgroep wordt op deze manier natuurlijk wel een stuk groter, uitgeverstechnisch snap ik dat dan ook wel weer.’
Nog wensen of vragen?
Wat had je graag anders gezien aan het boek? Heb je nog aspecten die je graag zou bespreken met je medelezers?
Minca: ‘Ik had ook eigenlijk niets anders gewild wat betreft het boek. Het is namelijk nagenoeg onmogelijk om in een verhaal als dit in de schoenen van de auteur te gaan staan en te bedenken hoe ze het anders had kunnen schrijven.’
Wilma: ‘Het boek is helemaal goed zoals het is. Zoals ook al eerder gezegd is dit een thema wat van de schrijver zelf is.’
Marianne: ‘Het boek heeft mij in verwarring gebracht én het heeft mij geraakt. Ik denk dat de schrijfster het in een vorm heeft gegoten waarop zij in staat was over haar ervaringen te vertellen, dat is belangrijk en goed, het is haar verhaal, daar kan ik alleen maar naar luisteren. Ik vraag me alleen af " wat als het boek niet expliciet autobiografisch genoemd was".’
Ook Sharon vroeg zich dit af. ‘Nu heb ik dingen 'geaccepteerd' als er zijn veel manieren om met iets om te gaan. Anders zou ik misschien gedacht hebben, nee... dat kan toch niet?’
Lianne: ‘Ik had nog wel iets meer over de band tussen Mia en haar ouders en broers willen lezen. Ik kreeg de indruk dat ze een sterke band hadden en dat ze haar onvoorwaardelijk steunden, maar dat had ik graag nog wat meer op de pagina's terug willen zien.’
Ook Anne was oorspronkelijk die mening toegedaan. ‘Maar nu ik er nog een keer over nadenk is er ook wel iets krachtigs in het juist niet te doen en daardoor echt volledig bij Mia en haar verwerking te blijven. Dit maakte voor mij dat Mia uiteindelijk sterker er uit kwam. Voor beiden is dus wat mij betreft wel wat te zeggen.’
Marielle: ‘Iets meer diepgang, minder herhalingen, betere uitwerking van de karakters en meer emotie.’
Marceline legde heel mooi helder uit hoe het boek op twee domeinen bij haar binnenkwam:
‘Eerst het autobiografische: Dit is het boek hoe Dutrieux het aan de wereld wilde presenteren. En in die zin is het helemaal goed zoals het is. Ook wat betreft de schrijfstijl: die is prachtig. Niks meer aan doen. Het boek raakt ons allen en maakt discussie los: dat is wat een boek over dit onderwerp moet doen. In die zin vind ik het ook een belangrijk boek en ik hoop dat het heel veel gelezen gaat worden.
Dan het aspect roman. (…) In het begin van het boek vraagt de moeder aan de zevenjarige Mia of haar oom geen verkeerde dingen met haar deed. Dit is een opmerking die intrigeert, nieuwsgierig maakt. Nu begrijp ik dat een kind hier geen antwoord op kan geven, er geen woorden voor kan vinden. Dat wordt goed uitgelegd in de dubbele gelaagdheid van de emoties. Top. Maar als romanlezer vraag ik me oprecht af waarom de moeder dit vroeg. Want als zo'n soort vraag in een roman wordt opgeworpen, verwacht deze lezer een antwoord. Dat antwoord hoeft niet autobiografisch te zijn (dat maakt mij als romanlezer niet uit) maar moet dit draadje wel afhechten. Ik heb hoofdstukken lang op het memoreren van een gesprek tussen Mia en haar moeder hierover gewacht. Naar het einde toe werd mij duidelijk dat dit gesprek niet kwam, dat stelde mij wel teleur. (…)
En dit gezegd hebbende blijf ik erbij wat ik eerder zei: Wat wij verzwijgen is een goed boek en heel mooi geschreven.’
Fieke: ‘Ik zou het een psychologisch autobiografische roman willen noemen. Juist de psychologische innerlijke strijd die ze voert zoveel jaren na het misbruik is sterk uiteengezet. (…) Ik vraag mij wel af of dit onderwerp binnen een andere culturele omgeving, ook binnen onze eigen Nederlandse cultuur, wel bespreekbaar is.’
Er werden heel veel vragen gesteld aan Aisha die daar heel fijn en uitgebreid op antwoordde. Dit gaf een zeer grote meerwaarde aan een discussie die door het onderwerp van het boek sowieso al veel inhoud en diepgang had.
Over het persoonlijke, autobiografische aspect, lichtte Aisha Dutrieux nog een tipje van de sluier op toen Anne haar vroeg in hoeverre deze leesclub spannender was dan leesclubs bij haar vorige boeken.
Aisha Dutrieux: ‘Het voelt een beetje als overdrive, om je grootste geheim in een boek te gieten, te lezen voor wie maar wil. Tegelijk, merk ik nu, werkt het bevrijdend. En het geeft een (nieuwe) opening om hierover te praten, wat tot nu toe alleen maar fijne gesprekken heeft opgeleverd.’
Samen zijn we zeer grondig in dit boek gedoken en hadden we een heel boeiende tijd. Ook in de recensies zag je de intense discussie en de inzichten die daaruit voortkwamen terugkomen. Daaruit bleek heel sterk de verrijkende werking van een leesclub, zeker met zo’n enthousiast meewerkende auteur als Aisha Dutrieux, die ik dan ook graag nog eens uitdrukkelijk bedank hiervoor. Dankjewel aan de volledige leesclub voor de vele interactie, de grote inzet en de interessante gesprekken!
Sterren
Er werden 16 recensies geplaatst. Het boek werd als volgt beoordeeld door de lezers: 10 lezers gaven 4 sterren en 6 lezers gaven vijf sterren. Dit brengt het boek op een gemiddelde van 4.4 sterren.
Sofie De Braekeleer, coördinator leesclub Wat wij verzwijgen