6. Perspectief
6a. Tijdens het lezen van dit boek zit je in June’s hoofd. Je krijgt haar handelingen dan ook niet ‘van buiten’ mee, maar je beleeft ze vanuit June zelf. De lezer krijgt haar beweegredenen zo van heel dichtbij mee. Voel jij hierdoor sympathie voor June of oordeel je juist harder over haar?
6b. De vriendschap tussen Athena en June is bijzonder ingewikkeld. Wederom speelt hier de keuze voor perspectief een rol, want je krijgt alleen June’s mening over deze relatie mee. Waarom denk je dat June die relatie zo wisselend inschat?
6c. June maakt bijzondere keuzes die je als lezer je nagels doen opvreten. Vind jij de beslissingen die ze neemt geloofwaardig? Waarom niet/wel?