De Ontmoeting van een Illuster Gezelschap
Op een prachtige zaterdagochtend sprongen acht heel enthousiaste clubleden voor dag en dauw uit hun warme bedjes. Het tiende lid van het illustere gezelschap kon er helaas niet bij zijn. Nummer negen, Nathalie, had haar warme bedje echter nog helemaal niet verlaten. Zij werd pas wakker geappt rond zevenen door een vrolijke Gigi. Acht goed gezinde leden van dit gezelschap besloten het feestje alvast te beginnen via het moderne communicatiemiddel What’s App. Nathalie draaide zich nog even op haar andere zij, maar wie bedroog ze? Nu ze toch wakker was, kon ze evengoed aan deze prachtige dag beginnen met een goed ontbijt om dan naar de plaats van afspraak te vertrekken!
Tekst en redactie: Saar Thaets
Een rustig begin volgens Nathalie
De allereerste die aankwam op het Centraal Station van Antwerpen aan de halte van de Flixbus was er al, mijn naamgenote zonder ‘h’. Na een cafeïneshot trok ik haar toch maar even mee om nog een wandelingetje te maken richting de Antwerpse stadsbibliotheek die vanaf 10u open gaat. Daardoor kwamen we ook door de paar Chinese straten van “ ‘t Stad” en deden we een toerke heen en weer door de Lange Beeldekensstraat, een buurt achter het station die net wat anders en wat diverser is dan de bekende winkelstraten of het oude centrum, de échte Seefhoek. En daarmee de sporen van Sus en Wis volgend dus die we door een spellingsfout al eerder hadden ‘herontdekt’…
Veel verder zijn we niet geweest. Op het terras aan het stationsbuffet hadden we een goed zicht op de vertrekkende én de aankomende treinen, en was het aangenaam keuvelen onder het binnenvallende zonlicht. Het zou nog wat langer duren dan voorzien, maar Gigi appte ondertussen nog af en toe wat ze meemaakte. Ze had een prachtig jeugdboek gevonden van een zekere Bart Moeyaert in een minibib aan het station, en nog de hoofdrol in een thriller gespeeld ook. Nadat we Gigi’s thriller hadden uitgewerkt tot in de stationstunnel toe waarin ze misschien wel was vastgereden samen met de anderen, kwamen de Gentse en de Nederlandse delegatie toch snel na elkaar aan. We maakten kennis met Saar waar we als laatste nieuweling allemaal zeer nieuwsgierig naar waren, en de sfeer zat weer direct goed.
De eerste kennismaking volgens Saar
Op de trein komende van het verre West-Vlaanderen sloegen de zenuwen toch voor het eerst toe. De mensen die ik zo meteen zou gaan ontmoeten, had ik dan wel al leren kennen via de digitale snelweg, toch is een ontmoeting ‘in het echt’ net dat tikkeltje spannender. Via vele Appjes kon ik de avonturen van mijn collega’s volgen.
Terwijl de trein Gent Sint-Pieters binnenrijdt, vraag ik me af of ik medeclublid Ine wel zal herkennen. Gelukkig is er de prachtige roze Hebbankaart die ons meteen verbindt. We stappen samen op de trein richting Antwerpen en hopen dat Sigried ons gauw zal vinden bij het opstappen in Dampoort.
Hoewel mij verteld wordt dat Sigried groot en blond is, blijkt dat beide kenmerken Sigried niet zo goed omschrijven. Met mijn 1m82 vallen de meeste mensen wel eens kleiner uit. En het blonde haar van Sigried blijkt uiteindelijk bruin te zijn. Gelukkig spelen uiterlijke kenmerken geen enkele rol. We zijn intussen met drie en de reis naar Antwerpen wordt een gezellig onderonsje!
Bij aankomst in Antwerpen voegen de drie groepen zich samen zodat onze club nu compleet is. Gigi vermaakt ons alvast meteen met haar eigen thriller!
De misdaad volgens Gigi
Ondanks het zonnetje dat me tot dan toe verwarmde, trekt er plots een koude rilling over mijn rug. Net zat ik nog diep verzonken in het boekenweekgeschenk, nu wordt mijn aandacht getrokken door iemand die achter me in de trein zit. Ik wil me niet laten afleiden van het boek en ik lees weer door maar op de een of andere manier gaan mijn nekharen overeind staan zonder dat ik weet waarom. Mijn ogen worden naar mijn laptop-tas getrokken en op dat moment borrelt een kreet op vanuit mijn binnenste. Terwijl mijn gillen aanzwelt merk ik dat het in de coupé plots stiller wordt dan in een stiltecoupé op zijn beste dag.
Vanochtend nam ik al vroeg de trein richting Breda. Daar zou het treffen met de eerste leden van ons illustere gezelschap plaatsvinden. Ondanks die diverse afspraken en voorzorgsmaatregelen bedacht ik me bij het instappen in de trein, al lezend in het boek dat ik uit de boeken-graaihoek mee gegrist had, dat we niet zo goed afspraken wáár we elkaar zouden treffen in Breda. Op het perron? Of misschien onopvallend bij die koffiebar? Met vier man sterk aan de koffie op zaterdagochtend zouden we niet al te veel aandacht trekken.
Vanuit Breda zouden we gezamenlijk doorreizen naar Antwerpen Centraal, alwaar we de rest van de kliek zouden treffen voor een privaat onderonsje. Een bijzondere samenstelling van een groep, met elk een andere specialiteit die van belang is in dergelijke club. Een team met een opdracht, met een missie. We hadden net voldoende tijd uitgetrokken voor onderlinge afstemming, iets wat wel nodig is voor onze gezamenlijke klus voor de komende maanden.
Zou ik de anderen wel weer herkennen? We hebben meer contact via de digitale snelweg dan dat we elkaar live ontmoeten. Het zou vast wel goed komen. Natuurlijk was ik nieuwsgierig naar het nieuwste lid van de groep. Wat zou haar specialiteit zijn?
Hoe zou de sfeer zijn? In hoeverre zouden we de inbreng van een belangrijk lid van onze club, die vandaag verstek moest laten gaan, gaan missen? Hoe zou het zijn dat we al voorzichtig afscheid nemen van iemand die onze ploeg gaat verlaten. Kunnen wij onze klus klaren zonder haar?
Het beloofde een bijzondere bijeenkomst te worden, een ontmoeting met twee specialisten in de branche, die ons enkele kneepjes van het vak zouden bijbrengen.
De trein moet Breda nog inrijden maar vertraagt al. Mijn gillen gaat over in krijsen, ik schreeuw mijn keel schor. De reiziger die achter mij zat, verontschuldigt zich, doet alsof hij mij niet verstaat en spreekt me in het Frans aan. Ik heb niet alleen zijn aandacht getrokken, maar ook die van alle andere reizigers in de coupé.
Zijn het de sterren die ons lot bepalen? Is er toeval in het spel? Op goed geluk stapten we in Breda allemaal in dezelfde, overvolle coupé. We moesten ons noodgedwongen verspreiden over het treintoestel vanwege beperkt beschikbare zitplaatsen waardoor het niet mogelijk was om al wat plannen door te spreken. Middels een Whatsapp had ik hen al op de hoogte gebracht van mijn belevenissen in de trein op weg naar Breda maar de drukte in de trein maakte het onmogelijk om er over uit te wijden.
Waar zijn de conducteurs als je ze nodig hebt? Ook als ik in Breda al uitgestapt ben, zie ik er geen. Ik loop verdwaasd en met trillende knieën rond op het perron. Om me heen kijkend. Wie kan ik inschakelen, wie kan ik alarmeren? Het lijkt wel of deze trein geen conducteurs heeft. Niemand staat bij de deur om te fluiten. Op een bankje zit een jonge, wat armoedig geklede, knul naar me te kijken. Langzaam staat hij op en hij lijkt mijn richting uit te komen. Hij ziet vast mijn angst en hij herkent de paniek in mijn ogen. Als hij maar niet naar mij toe komt om me te helpen. Ik vertrouw nu niemand meer. Hij kijkt nog even heimelijk mijn kant uit en springt, vlak voordat de trein vertrekt nog naar binnen. Verdikkeme, het is een handlanger. Ik had het kunnen weten.
Nogmaals check ik mijn tassen. Heb ik alles? Ben ik niets kwijt? Nerveus probeer ik de ritssluiting van mijn laptop-tas te openen maar het lukt niet. Mijn vingers zijn klam en mijn handen blijven trillen. Ik probeer tot rust te komen op een bankje maar ik spring direct weer op. Het duurt nog ruim dertig minuten voordat de trein naar Antwerpen aankomt. Hoe ga ik dit vol houden?
De enige man in ons midden liep krom. Het duurde even voordat ik besefte dat dit kwam door de zware tas die hij bij zich droeg. Het zette mij direct aan het denken over de inhoud van die tas, zeker toen ik zag dat hij af en toe heimelijk in die tas keek. Hij zou toch niet materiaal voor onze klus meeslepen? Het duurde tot in Antwerpen voordat ik antwoord kreeg op mijn vraag. Smeergeld!
Iets verlaat troffen we op Centraal de andere vijf leden en ons gezelschap was compleet. Ze vielen direct op aangezien ze zich geposteerd hadden op het stationsterras. Het betrof de Vlaamse tak van onze bende, aangevuld met een van de Nederlandse leden die de treinreis omzeilde. In geuren en kleuren, nog een beetje wiebelig van de schrik, vertelde ik hen wat me was overkomen. Onze man met zware tas liet de alcoholische versnapering zien die we zouden inzetten om de experts, die we later zullen treffen, af te kopen. De vraag was of ze het zelf zouden nuttigen, of dat ze het zouden witwassen?
Nu we compleet waren kon ons dagje Antwerpen beginnen.
Snode plannen smeden
Hongere magen moeten gevuld worden. Op naar de Exki dan maar voor de lunch. Dankzij de ‘Hollandse’ directheid van Harriet kon het gezelschap de centrale tafel op de eerste verdieping innemen. Maar met al die lage, inzakkende zeteltjes zaten de meeste leden bijna onder tafel! Enkel Saar slaagde erin met haar lengte toch boven water te blijven.
Wat een geluk alvast dat Gigi met haar klok van een stem erin geslaagd was haar laptop niet te laten stelen. Met een volle maag begonnen de hersenen van de Literatuurclubleden namelijk op volle toeren te draaien. En de monden overigens ook. Er werden snode plannen gesmeed, ideeën vlogen alle kanten uit en Gigi’s vingers ratelden over de toetsen. Het wordt nog wat om al die dingen uit te werken op onze spot, en zeker om ze te lezen! Dat Saar niet direct een gestructureerde club is binnengekomen, is het understatement van het jaar.
Het doel van onze bijeenkomst
Nathalie wilde goed op tijd met het gezelschap aan het afspraakpunt zijn in Antwerpen: ons einddoel was namelijk Uitgeverij Vrijdag. Daar hadden we afgesproken met hoofduitgever Rudy Vanschoonbeek zelve én met een van zijn succesauteurs, Erik Vlaminck. Twee ervaren rotten in het boekenvak! Uiteraard was er sprake van file naar Antwerpen die Rudy moest trotseren omdat hij zijn auto nodig had om nadien naar een (goed bezochte, bleek achteraf) boekvoorstelling te kunnen.
Het academische kwartiertje werd zowel door de uitgever als door de Antwerpse schrijver ruim overschreden. Waar een gezelschap als het onze natuurlijk gebruik van maakt om nog meer snode plannen te smeden. En dat voor de deur van een uitgeverij!
Toen we eindelijk verzameld waren in de uitgeverij verraste Erik Nathalie door haar precies al goed te kennen van eerdere ontmoetingen op zijn lezingen. Dat liet hij af en toe goed blijken. [lees hier een blos op de wangen van ons Nathalie]
Erik vertelde voor het eerst, speciaal voor dit gezelschap, over zijn nieuwe boek: Een berg mens onder witte lakens. Jij, beste lezer, zal binnenkort een buddyread van de hand van Jan en Nathalie op onze spot kunnen lezen. Daarnaast had Erik het onder andere over de taalverschillen tussen het Nederlands en het Vlaams. Deze waren voer voor discussies met de redacteur van dienst omdat Erik in zijn boeken voor de dialogen en interne monologen van de personages heel consequent de Vlaamse ‘spreektaal’ gebruikt. Eveneens interessant voer voor deze club om later nog te herkauwen tijdens ons dinertje.
Erik verraste ons nog meer door zichzelf een ‘schrijver zonder fantasie’ te noemen. Zijn inspiratie voor zijn verhalen haalt hij tenslotte uit wat hij al kent. We zullen Erik maar op zijn woord geloven… Al werd die bewering achteraf nog door uitgever Rudy Vanschoonbeek tegengesproken.
Vragen werden gesteld, Natalie schoot heel wat prachtige beelden en enkele toffe voorstellen voor een samenwerking gingen nog over de tafel tot aan een verkleedpartij toe voor een eventuele film waar een mens zich bij van in de haren gaat krabben … Als schrijvers al geen fantasie zouden hebben, sommige literatuurclubleden in ieder geval wel!
De inhoud van de zware tas, die de enige man in het gezelschap al een hele tijd droeg, werd uiteindelijk toch overhandigd aan de Antwerpse schrijver. Jan vertelde zelf ook een prachtig verhaal over de biertjes voor ze over tafel gingen om zo onze experts af te kopen. Een deel van die biertjes ging ook naar Rudy Vanschoonbeek. Die laatste is momenteel hoofduitgever van zijn eigen middelgrote uitgeverij (Uitgeverij Vrijdag dus) die in 2018 haar 10-jarig bestaan vierde, en waarvan we al heel wat mooie boeken mochten lezen met onze Club. Als uitgever heeft hij er sowieso al een lange carrière op zitten. Bovendien was hij een aantal jaar voorzitter van de Vlaamse Uitgeversvereniging en is hij dat nu ook van de Europese Uitgeversfederatie, en is hij dus erg goed geplaatst om over dit vak te spreken. Rudy had voor ons een super boeiende presentatie ineengestoken voor ons over het uitgeversvak en de cijfers van de boekenmarkt, en is zeker ook een goede verteller. Onze ogen en oren namen de leerstof met graagte op. Hier konden we echt veel van opsteken!
Met een hoofd vol nieuwe informatie namen we afscheid van de uitgever.
Afsluiten met tikfouten, taalverschillen, meer snode plannen, maar vooral met frietjes en rijst
Aan het bezoek bij de Uitgeverij was dan wel een eind gekomen, maar nog niet aan deze mooie dag. Er was een diner gepland in een fijn plekje in ’t Stad’. Op weg naar deze plaats kwamen we nog een gedicht tegen van Bart Moeyaert waar Nathalie Gigi op wees die er bijna een ‘blauwtje’ door opliep, vanwege een in de weg staande verlichtingspaal. Toen ons gezelschap nog langs de Beo, een belangrijke stripwinkel in Antwerpen, kwam, waren we helemaal niet meer te houden. Er werd gesnuisterd in de vele bakken waardoor een ‘Wattman’ in onze handen terecht kwam. Is dit dan het lot, waar Gigi het eerder over had? Ine maakte het alvast niet veel uit. Er verdwenen een aantal strips in haar tas. Zij kon meteen inspiratie opdoen voor nog meer ‘liederen’ over literatuur waar we zo van houden.
Al smikkelend en smullend van frietjes en rijst werden de snode plannen weer op tafel gegooid, maar ook de taalverschillen waren weer onderwerp van gesprek. De vele tikfouten die de laatste tijd waren gebeurd, waren alvast mee onderwerp van gesprek. Deze tikfouten leiden namelijk tot heerlijke hersenspinsels van clubleden Ine, Jan en Nathalie. En zo kwam er een eind aan een super plezante, gezellige, leerrijke én vruchtbare dag.
De ontknoping van Gigi’s thriller
Aan het einde van deze bijzondere dag, als ik iedereen uitgezwaaid heb en in mijn eentje het laatste stuk met de trein voor de boeg heb, overdenk ik nogmaals wat me aan het begin van de dag is overkomen. Opnieuw voel ik de rillingen over mijn rug en mijn schouders verkrampen weer. Ik voel dat mijn keel nog een beetje pijn doet van het gillen. Ik zie weer de onthutste gezichten van mijn medereizigers voor me. Hoe ze vertwijfeld van mij naar die ander kijken of hun blik richten op de deur van het treinstel alsof ze op die manier kunnen afdwingen dat een conducteur de coupé binnenwandelt. Ik voel weer de paniek in mijn lijf als ik terugdenk aan wat ik zag toen mijn instinct mij zei dat er iets mis was en dat de persoon in de stoel achter me niet zo maar een persoon was. Ik wil weer gillen als ik opnieuw voor me zie, een beeld dat ik niet snel meer zal vergeten, dat die persoon met zijn hand in mijn laptop-tas graait om mijn IPad te rollen. Wat ben ik blij dat ik hard kan gillen en heb kunnen verijdelen dat de zakkenroller mijn tas leeg roofde. Wat baal ik dat ik hem niet heb kunnen overdragen aan de conducteur, of nog beter, de politie.
En de conclusie...
Dat er maar snel terug een clubbijeenkomst komt! Het zijn de beste momenten om elkaar (nog) beter te leren kennen en elkaar te enthousiasmeren en motiveren. Of om nog meer snode plannen te smeden en heerlijke avonturen te beleven.