Ellen Van Pelt: “Roger Van de Velde heeft enkele jaren mijn leven beheerst. Het was alsof hij die periode bij mij inwoonde”
Ooit werk van Roger Van de Velde gelezen? Zo ja, dan weet u dat hij prachtig schrijft. Zo nee, dan wordt het de hoogste tijd!
In november 2020 verscheen Deze wereld is geen ergernis waard, een meeslepend geschreven biografie over Roger Van de Velde van de hand van auteur en psychologe Ellen Van Pelt (1980). Van Pelt zet Van de Velde als persoon en zijn ontwikkeling als schrijver mooi neer. Enerzijds is hij een familieman, die hield van zijn vrouw en zijn kinderen, anderzijds iemand die de vrijheid zocht. In zijn literaire werk gaat het vaak om het onrecht dat de gewone mensen aangedaan werd en het leed dat zij ondergingen.
In 1980 (toevallig ook het geboortejaar van Van Pelt), tien jaar na zijn dood, verscheen onder de titel Recht op Antwoord & al het andere proza het verzameld werk van Roger Van de Velde (1925-1970). Van de Velde is de grootmeester van het verhaal met als hoogtepunt de bundel De knetterende schedels, waarin hij de wereld van de psychiatrische inrichtingen beschrijft, een wereld waarvan hij zelf zo’n acht jaar als drank- en Palfiumverslaafde deel uitmaakte. Een tweede hoogtepunt in zijn werk is Recht op antwoord, een aangrijpende aanklacht tegen het Belgische rechtssysteem, de psychiatrie, de censuur en tegen wat hem zelf was aangedaan. Op de achterzijde van het verzameld werk staat een foto van zijn graf op de Antwerpse begraafplaats Schoonselhof: een zerk in de vorm van een celdeur met daarin een tralievenster waardoorheen bronzen rozen groeien. De zerk als aanklacht tegen wat hem is overkomen en de rozen als symbool voor wat hij aan mooie literatuur heeft nagelaten. Wie was deze schrijver, waarvan de nu na zeventig jaar zijn debuutroman Scheiding van goederen is verschenen?
Inhoud: Scheiding van goederen is de niet eerder gepubliceerde debuutroman van Roger Van de Velde, de meest bekende ‘onbekende schrijver’ van de Nederlandse letteren. Willem Elsschot spande zich uitermate in om die gepubliceerd te krijgen. Hij vond het verhaal ‘goed, zelfs zéér goed geschreven’. Toch vond Scheiding van goederen pas in 2022 voor het eerst een uitgever.
In deze volgens Willem Elsschot ‘uitzonderlijk knap geschreven eersteling’ vertelt Van de Velde over het huwelijk van zijn moeder met ‘Den Boule’, dat niet veel later op de klippen loopt vanwege wederzijds onbegrip. Er wordt overgegaan tot de scheiding van goederen waarbij beide partijen uiteindelijk veel verliezen en niets winnen.
Ellen Van Pelt (1980): In een vorig leven werkte ze als psychologe, nu is ze schrijfster. In 2015 debuteerde ze met de roman Drift. In 2020 volgde Deze wereld is geen ergernis waard, een biografie over Roger Van de Velde. Ellen is coördinator van PEN Vlaanderen, een vereniging van schrijvers die zich inzet voor het vrije woord en gevluchte auteurs ondersteunt. Daarnaast werkt ze voor DW B (Dietsche Warande Belfort), het oudste literaire tijdschrift van Vlaanderen. Voor Te Gek werkt ze mee aan een project rond levensverhalen van mensen die zijn opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis.
Door: Jan Stoel
Foto's: Portretfoto Ellen Van Pelt (copyright: Jan Gitanes), foto Ellen Van Pelt die in Recht op Antwoord leest (copyright: JP Drubbels); alle andere foto's: ‘Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis’, gebruik toegestaan met goedkeuring de erven Roger Van de Velde
Hoe kwam je op het idee om een biografie over Van de Velde te gaan schrijven? Kende je zijn werk?
“Collega Erik Vlaminck gaf me een beduimeld exemplaar van De knetterende Schedels cadeau. Ik was meteen van mijn sokken geblazen door dat boek. Maar waarom had ik nooit eerder over Roger Van de Velde gehoord? En wie was deze schrijver? Ik kwam te weten dat hij zijn boeken in erbarmelijke omstandigheden had geschreven: achter tralies, opgesloten tussen psychiatrische patiënten.
Ik begon met toenemend fanatisme al zijn boeken en parafernalia te verzamelen. Toen wees Erik Vlaminck, die me De knetterende schedels natuurlijk niet toevallig cadeau had gedaan, op een ‘openliggende werf’, Van de Veldes biografie die nog niet geschreven was. Ik ben eraan begonnen, met een achteraf bekeken onbezonnen naïviteit over het werk dat me te wachten stond.”
Onbezonnen naïviteit?
“Om Van de Veldes biografie te kunnen schrijven moest ik me in verschillende onderwerpen verdiepen: psychiatrische ziekenhuizen en gevangenissen in de jaren zestig, de ontwikkeling van Palfium en andere medicatie, censuur in die periode, hoe er naar literatuur werd gekeken, wie de belangrijke recensenten waren, de wetgeving rond internering,... Er zijn veel archieven in België die elk een schat aan informatie bewaren, maar het is een zoektocht om te weten wat je waar je kan vinden. Gelukkig zijn er vaak behulpzame archivarissen die je de weg wijzen.”
Zijn er voorbeelden van biografieën die je gehad hebt?
“Tijdens het schrijven lagen er twee biografieën op mijn tafel, zij waren mijn gidsen. De biografie van J.M.H. Berckmans geschreven door Chris Ceustermans en de biografie van André Baillon door Frans Denissen. Twee literaire schrijversportretten, waarbij de schrijver ook echt tot leven komt.”
Je kunt als je een biografie schrijft kiezen voor een wetenschappelijke benadering.Deze wereld is geen ergernis leest als een roman. Hoe ben je tot deze keuze gekomen?
“Ik heb heel wat van die academische schrijversbiografieën gelezen. Die staan boordevol informatie, maar zijn zelden aangenaam om te lezen. Zo'n boek wilde ik niet schrijven, dat paste in mijn ogen niet bij Van de Velde.
Voor de eerste versie van mijn biografie had ik alle informatie die ik had gevonden chronologisch geordend. Het resultaat was een saaie en taaie brok feitenmateriaal, verschrikkelijk om te lezen. Ik heb het materiaal daarna in vijf delen opgesplitst en ben per deel gaan kijken hoe ik mijn informatie tot leven kon brengen, door meer verhalend te schrijven. Op dat moment kwam mijn achtergrond als fictieschrijfster me goed van pas. Ik had vaak uitstapjes naar de fictie nodig om hoofdstukken te schrijven. Ik schreef gefictionaliseerde scènes en brieven aan Van de Velde tijdens mijn schrijfproces. Die zijn niet in de biografie terechtgekomen, maar ik had ze wel nodig om te kunnen schrijven.”
Heb je alle bronnen die je nodig had kunnen inzien? Het lijkt me bijvoorbeeld dat de bronnen die over de internering van Van de Velde gingen niet zomaar vrij gegeven worden?
“Het is inderdaad geen evidentie om de juiste bronnen te kunnen bemachtigen. Het dossier over Van de Veldes internering is niet vrij te raadplegen, maar ik kreeg uitzonderlijk toestemming van het College van procureurs-generaal. Samen met Van de Veldes zoon Max ben ik dat dossier toen gaan inkijken.”
Heb je ook nog familieleden of ooggetuigen kunnen bevragen?
“Van de Veldes oudste zoon Max was een belangrijke getuige voor mijn boek. Verder zijn er nog weinig directe familieleden in leven.
Ook de meeste collega's van Van de Velde zijn jammer genoeg overleden. Wanneer ik de biografie tien jaar eerder had geschreven, zou ik veel meer getuigen hebben kunnen interviewen. Gelukkig heb ik toch nog enkele collega's van hem kunnen opsporen en daarnaast ook een van zijn psychiaters en enkele gevangenisbewakers.”
Hoe ben je tot de keuze van de (toch wel behoorlijke lange) titel gekomen?
“De titel is een zin uit een prachtig cursiefje dat Van de Velde schreef voor De Nieuwe Gazet. Ik nam die zin als werktitel voor mijn biografie. Titels verzinnen vind ik een van de moeilijkste dingen als schrijver, bij mij dienen die zich meestal pas in de eindfase aan.
Hoe vaker ik de werktitel las, hoe meer ik vond dat hij bij de biografie paste. Ik vreesde dat de uitgever zo'n lange titel zou afkeuren, maar tot mijn verbazing was hij meteen akkoord.”
Zijn Palfiumverslaving met de daaraan gekoppelde internering is natuurlijk ‘voer’ genoeg voor een mooi verhaal. Maar altijd staat zijn schrijverschap centraal in je biografie. Kun je iets over de ontwikkeling van zijn schrijverschap vertellen?
“Bij Van de Velde is er altijd interesse geweest in zijn tragische leven. Begrijpelijk ook, het is een aangrijpend verhaal. Maar veel belangrijker voor mij, is het feit dat Van de Velde een bijzonder getalenteerde schrijver was. Daarom heb ik in de biografie ook ruim aandacht besteed aan dat schrijverschap.
Voor Van de Velde is literatuur in zijn hele leven belangrijk geweest. Hij schreef al op jonge leeftijd en ook als journalist besteedde hij veel zorg aan de taal in zijn stukken. Tijdens zijn gevangenschap is het schrijven voor hem een reddingsboei geweest, een houvast waaraan hij zich kon vastklampen in de miserabele omstandigheden waarin hij vertoefde.”
Een biograaf moet distantie kunnen houden. Was dat voor jou moeilijk?
“Roger Van de Velde heeft enkele jaren mijn leven beheerst. Ik was er voortdurend mee bezig en had in mijn gedachten lange gesprekken met hem. Het was alsof hij die periode bij mij inwoonde. Hij was dus aanwezig en erg dichtbij in mijn leven, maar tegelijk had ik het gevoel dat er een afstand was tussen ons. Dit heeft vooral te maken met Van de Velde zelf, die intiemere zaken nooit benoemde. Ik vermoed dat er een trigger is geweest voor zijn excessieve drank- en Palfiumgebruik. Ik denk dat hij dat ook vermoedde en uit zijn brieven maak ik op dat hij ernaar op zoek ging. Maar telkens wanneer ik dacht, 'nu gaat hij het schrijven', bedekt hij dit met de mantel der discretie, zoals hij het zelf schreef.
Heb je nog verrassende zaken aan de vergetelheid kunnen ontsluieren in deze biografie?
“Ik heb geen onverwachte of spectaculaire ontdekkingen gedaan tijdens mijn onderzoek. Wel was ik geschokt toen ik het psychiatrische verslag las dat ertoe leidde dat Van de Velde 'ernstig geestesgestoord' werd verklaard. Dat was werkelijk hallucinant. De psychiater in kwestie baseerde zich op een kort interview en een vlekkentest om zware uitspraken te doen.”
Ik woon zelf in Hilvarenbeek en in je biografie komt dat dorp ook voor. Van de Velde won er prijzen in verhalenwedstrijden tijdens de befaamde Groot Kempische Cultuurdagen. Hij schreef onder meer onder het pseudoniem onder het pseudoniem Sarah Toestra. Is dat verhaal ooit gepubliceerd en wat was de titel?
“Van de Velde nam deel aan de Hilvarenbeekse Literatuurprijs met het korte verhaal Het Litteken. Dat verhaal is een bewerkte versie van Het Blauwe Litteken, een verhaal dat Van de Velde als jonge knaap in 1956 in een literair tijdschrift publiceerde. Hij kreeg, uitzonderlijk, de toestemming om de prijs in ontvangst te nemen. Hij won in 1965 de derde prijs, 100 frank. Van de Velde heeft in 1967 nog een keer die Hilvarenbeekse Literatuurprijs gewonnen, met het korte verhaal Kaas met Gaatjes (opgenomen in de gelijknamige bundel). Er werden in die editie drie winnaars bekroond die volgens de jury evenwaardig waren. Toen gebruikte hij Albert Camembert als schuilnaam. Hij gebruikte schuilnamen omdat hij op dat moment in de gevangenis zat.”
Walter van den Broeck en Hubert Lampo waren twee auteurs die samen met uitgever Johan Sonneville in 1970 in beweging kwamen om Van de Velde vrij te krijgen uit de internering. Kun je daar iets over vertellen.
“Eind 1969 werd Van de Velde een 'geval'. Het feit dat hij opgesloten zat in de gevangenis werd plots voorpaginanieuws. Walter van den Broeck, toen nog piepjong, wilde graag iets voor zijn collega doen. Hij mobiliseerde Hubert Lampo, Jeroen Brouwers, uitgever Johan Sonneville en Erik Strieleman, de directeur van De Nieuwe Gazet. Samen vormde ze een comité dat een petitie op gang trok om Van de Velde vrij te krijgen. Met succes, Van de Velde kwam vrij in 1970. Van de Velde heeft niet lang van zijn vrijheid genoten. Zijn verslaving werd hem enkele maanden later fataal.
Nu is eindelijk Scheiding van goederen verschenen, zijn allereerste nooit gepubliceerde roman, met een nawoord en een verantwoording van jouw hand. Waarom werd dit werk nooit uitgegeven? Zelfs Willem Elsschot zette er zich zo voor in en was er behoorlijk van gecharmeerd; het leek wel of Elsschot zijn adviseur was.
“Elsschot heeft zich uitermate ingespannen om dit boek gepubliceerd te krijgen, maar overal werd het geweigerd. Van de Velde had het gevoel dat hij als onbekende debutant geen kans kreeg, ook al had hij dan de steun van Elsschot.
Ik denk dat het boek atypisch was voor die tijd, eind jaren vijftig. Het is een klassiek geschreven verhaal, in de stijl van Elsschot en staat ver af van het literaire experiment dat toen populairder werd.”
Ik vond het een tragisch-komisch verhaal, maar met heel veel autobiografische elementen, zeker toen ik de bladzijden zestien tot en met vijfentwintig van je biografie las. Het was of ik bijna een-op-een stukken uit zijn debuutroman teruglas: Rogers moeder was hoogzwanger toen ze met Jan Frans Van de Velde trouwde. Zestien dagen na hun huwelijk werd Roger geboren. Vader Van de Velde had een wijn- en likeurhandel met de naam Le Condor (in Scheiding van goederen heet het bedrijf in conservenblikken van de vader van Albert Beeckman in conserven van Aiglion=adelaar). Jan stierf en zijn drie broers nemen Le Condor over. Moeder, Maria Callaert, krijgt een jaarlijkse winstuitkering. Maar de broers kopen van alles en de balansen dalen. Dan gaat ze naar het reclamebureau van Alfons de Ridder (Elsschot). Daar kent ze een werknemer Louis Eyckmans, die ze op het kantoor ‘den Boule’ of ‘Schattenboel’ noemen. Over hem en Maria werd al eerder geroddeld. De toenadering tussen de twee, het flaneren door de stad, inclusief de koffie, de port en het glaasje Moezelwijn , het café De Witte Leeuw, in de roman De Witte Raaf, het huwelijk ‘onder voorwaarde van scheiding van goederen, de geboorte van een zoon en de scheiding. Al die gebeurtenissen komen in Scheiding van goederen aan de orde. Ik kom zelfs de naam Max tegen, zoon van het hoofdpersonage Albert Beeckmans (die naam lijkt wel op Eyckmans). Roger Van de Veldes zoon heet Max. Gefictionaliseerde feiten?
“Inderdaad, Van de Velde baseerde zich voor dit boek op het huwelijk van zijn moeder met zijn stiefvader Louis Eyckmans en bleef heel dicht bij de werkelijkheid. Hij veranderde de namen en overgoot het geheel met een sausje fictie.”
Roger heeft zijn leven lang respect blijven houden voor zijn stiefvader, Louis Eyckmans, die werkte op het kantoor van Alfons de Ridder (Willem Elsschot). Het boek is zelfs aan hem opgedragen. Zijn relatie met zijn moeder, veel ruzies ook later nog, is veel slechter. Tussen de regels wordt wel het verhaal gesuggereerd – maar niet bewezen – dat Roger de zoon was van Louis en Maria. Alleen maar een sterk verhaal?
“Er zijn familieleden die ervan overtuigd zijn dat Louis Eyckmans de biologische vader is van Van de Velde, anderen zijn er niet van overtuigd. Wanneer we het echt zouden willen weten, zou er een DNA-test aan te pas moeten komen.
In de brieven en in het literaire werk van Van de Velde zie ik geen aanwijzingen dat hij twijfels had over wie zijn vader was. Wanneer hij het over zijn vader heeft, gaat het duidelijk om Jan Van de Velde. Dus ik veronderstel dat de vaderkwestie voor hem niet van belang was of dat hij er niet van op de hoogte was.”
Uitgeverij Vrijdag gaf eerder al Knetterende schedels (misschien wel zijn beste verhalen) uit. Is nu alle literaire werk verschenen? Zijn er nog plannen om iets te doen met zijn journalistieke werk?
“Het meeste literaire werk is nu verschenen, op enkele korte verhalen uit zijn jonge jaren na.
Ik hoop mijn uitgever warm te kunnen maken om boeken zoals Galgenaas of De slaapkamer opnieuw uit te geven. Dat zijn pareltjes die tweedehands amper nog te verkrijgen zijn. Ook een selectie van het journalistieke werk zou een prachtige uitgave kunnen zijn. Die reportages zijn verrassend genoeg vaak nog actueel en bovendien sprankelend geschreven, steeds met een vleugje milde humor erbij.”
Als ik Vlaamse auteurs als Willem Elschot, Eric Vlaminck en Louis van Dievel en Guy Prieels lees – om er maar een paar te noemen dan ervaar ik verwantschap: show don’t tell, krachtige metaforen, typisch Vlaams taalgebruik, plasticiteit van de taal. Is dat ook zo?
“Schrijvers staan steeds op de schouders van hun voorgangers, dus het is niet onlogisch dat er een zekere verwantschap is. In het geval van Roger Van de Velde, is hij altijd trouw gebleven aan de poëtica van Elsschot.”
Waarom moeten we Roger Van de Velde blijven lezen?
“Eén reden: omdat zijn boeken fantastisch goed geschreven zijn. Hij is een van onze beste schrijvers, nog altijd. Zijn verhalen zijn toegankelijk en bevatten telkens zijn typische milde humor.”
Wat kunnen we van Ellen Van Pelt nog verwachten in de (nabije) toekomst?
“Ik werk aan een roman over de meubelfabriek van mijn familie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog produceerden ze voor de Duitsers, maar tegelijk hadden ze banden met het verzet en lichtten ze de Duitsers op door te foefelen met het hout.”
Interview verscheen eerder op Bazarow.com