In mei legt elke boekhouder een ei!
Het is niet altijd even eenvoudig om een nieuw onderwerp te verzinnen voor de Boekhouding. Maar toch is het weer gelukt. Het werd bedacht rond 21 maart, het begin van de lente dus. En wanneer ik tegelijk aan lezen en lente denk, kom ik al snel uit bij een nieuw geluid (dankzij Mei van Herman Gorter). En dan is het nog maar een kleine stap om de literatuurboekhouders te vragen naar... een bijzonder gedicht!
Een nieuwe lente en een nieuw geluid:
Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit,
Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht
In een oud stadje, langs de watergracht (...)
Je krijgt gedichten maar vooral voorproefjes, citaten eruit, want gedichten zijn natuurlijk auteursrechtelijk beschermd (tot 70 jaar na het overlijden van de auteur), maar je vindt ook hier en daar een link in de tekst die leidt naar meer. En hopelijk krijg je ook de zin te pakken om een dichtbundel op te zoeken. Want gedichten, we houden er (nog) meer van dan we denken, zo blijkt uit onderstaande getuigenissen.
Samenstelling: Ine
Banner: Anne Oerlemans
TEA:
In eerste instantie deinsde ik terug na het lezen van het onderwerp poëzie, gedichtenbundels belanden veel minder vaak op mijn leesstapel. Niet dat ik er geen moeite voor heb gedaan wat meer poëzie te lezen, maar de fictie en non-fictieboeken schijnen voor mij wat meer aantrekkingskracht te hebben. Dit neemt niet weg dat er gedichten zijn die me raken.
Een voorbeeld hiervan is Todesfuge van Paul Celan. Het is een erg bekend en toegankelijk gedicht dat in deze periode ontzettend actueel is. Een passage die door merg en been gaat is:
(...)
Hij roept speel zoeter de dood de dood is een meester uit Duitsland
hij roept strijk donkerder aan de violen dan stijg je als rook de lucht in
dan heb je een graf in de wolken daar lig je niet krap.
(...)
Er is een website waar het gedicht in het Duits en Nederlands te lezen is (het is een werkschrift voor scholen).
Een gedicht van een totaal andere orde is De snob van Annie M.G. Schmidt, hier is hij te vinden. Ik vind hem erg grappig, ze kan zo heerlijk de draak steken met menselijke karaktertrekken!
Ik dank de hemel voor het woord niveau
want met dat woord kan ik me distantiëren.
Ik kan mij niet … dat is nu eenmaal zo …
met Jan en Piet en Klaas gaan occuperen,
(...)
JAN:
Na al die regen wordt het tijd voor een nieuw begin: groene blaadjes aan de bomen, frisse kleuren van de bloemen en een zonnetje. Daarom wat lichtere verzen deze keer. Nachtlied van een vis van Christian Morgenstern en ook De Mus Jan Hanlo zijn bijzonder leuk. Je vindt ze in Goedenavond, speelman van Willem Wilmink, Uitgeverij Van Holkema & Warendorf (1987).
Ik kwam nog twee andere leuke gedichtjes tegen. Een van Gerrit van de Linde, bijgenaamd De Schoolmeester (1808-1858):
Eieren
Ofschoon men natuurlijk voor eieren eer naar een hen zou gaan,
Krijgt men echter geen goede eieren zonder een haan.
En een van John O’Mill, pseudoniem van Johan van der Meulen (1915-2005):
Klein vogellijn
Klein vogelijn, op groene tak
ik wou g’Uw halsken brak
(...)
En hoe dit grappige gedichtje afloopt, kun je vinden in Tafellarijmvet van Uitgeverij Andries Blitz BV Amersfoort.
CIES:
Al meer dan 25 jaar ben ik seizoenkaarthouder van voetbalclub Sparta Rotterdam. Oer-Spartaan en dichter Jules Deelder (1944 - 2019) heeft in twee gedichten zijn (en ook die van duizenden andere) liefde voor de club onder woorden gebracht. Iedere keer wanneer uit duizenden kelen een van deze gedichten op een vol Kasteel wordt gescandeerd, krijg ik kippenvel.
Spartaans gedicht
Vroeger of later
ga je dood
Dat staat als een paal
boven water
Zo oud als Sparta
word je nooit
(...)
Nieuwsgierig naar de rest? Volg de link.
Spartageest
Als de geest van Bok de Korver
Zich warm loopt langs de lijn
En de kreet ‘Sparta naar vóóórrèè’
Boven het Kasteel uit stijgt
Weten wij de tijd gekomen
(...)
Meescanderen met Cies kan natuurlijk ook, kijk hier.
Mijn favoriete Nederlandse dichter is J.J. Slauerhoff (1898 - 1936). Het onrustige, het zoeken naar een thuis spreekt uit bijna zijn gehele oeuvre en wordt het best beschreven in een van zijn bekendste gedichten Woninglooze
(...) Alleen in mijn gedichten kan ik wonen.
Zoolang ik weet dat ik in wildernis,
In steppen, stad en woud dat onderkomen
Kan vinden, deert mij geen bekommernis. (...)
En als bonus Willem Elsschot (1882 -1960) met het eveneens in Rotterdam (1910) geschreven 'Tot den arme'. Dit gedicht van Elsschot bevat een oproep aan ons allen om meer aandacht te hebben voor het persoonlijke verhaal van mensen om ons heen die het minder goed hebben. Elsschot is net als in zijn proza ook in zijn poezie niet hoogdravend, maar ingetogen. Het is de bescheidenheid van zijn oproep die dit gedicht juist zijn kracht geeft. In dit gedicht is veel meer sprake van het bijna gelijktijdig geschreven Huwelijk met de befaamde regels:
tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren
Wij moeten meer ons best doen om wetten en praktische bezwaren te overstijgen om zo waarlijk aandacht te kunnen hebben voor en geven aan hen die het minder goed hebben.
HETTY:
Toen ik de nieuwe vraag van Ine las voor deze boekhouding voelde ik een lichte paniek opkomen… Een gedicht! Ik moet bekennen dat ik, hoewel ik echt allerlei genres kan waarderen, vrijwel nooit poëzie lees. Ik vermoedde dus dat ik deze editie van de boekhouding aan me voorbij moest laten gaan.
Maar tijdens een van de weinige vrije momenten in de afgelopen maand pakte ik De canon van Poesjkin er weer eens bij. Na mij door de Novellen in verzen heen geworsteld te hebben las ik met plezier Jevgeni Onegin uit, ik sloeg de bladzijde om en… belandde ineens bij de gedichten van Poesjkin. Wie weet gaat het dan toch nog lukken. Na zo’n 30 gedichten viel mijn oog op een bijzonder gesprek.
Gesprek tussen een boekverkoper en een dichter
(….)
De dichter:
Toen ik als dichtertje begon,
Toen ik nog dromen mocht en hopen
En vol bezieling werken kon,
Niet ploeterend om te verkopen,
Maar door de fantasie gevoed,
Geborgen, onder groene linden
Waar ik de eenzaamheid kon vinden
En mij de muze had begroet,
Toen klonk mijn stem zo wonderzoet
En zweefden er vol licht en gratie
Droomvisioenen om mij heen
Waaruit elk tijdsbesef verdween,
’s Nachts in het uur van inspiratie.
Alles ontroerde mij enorm:
De maneschijn, de bloemenweiden,
Een kerkje bij een zomerstorm,
Verhalen uit vervlogen tijden…
Een demon had mij helemaal,
Zo leek het, in bezit genomen.
Hij leerde mij een sprookjestaal
Die als een koorts was, als een kwaal
Waaraan ik kon noch wou ontkomen.
er zijn daar beelden opgebloeid
Die mij met hun magie bekoorden
En die de harmonie van woorden,
Gerijd op ritme en geschoeid
Op rijm, niet in het minst verstoorden.
Daar klonk, bij wijze van rivaal,
Een beekje met zijn zoet gefluister,
Het fluiten van de wielewaal,
Geruis van bomen, stormkabaal,
En doffe golfslag in het duister.
(….)
Nieuwsgierig naar wat er in de loop der tijd veranderd is voor de dichter, en wat hem zijn plezier in dichten heeft ontnomen? Of naar de bemoedigende reactie van de boekverkoper? Ga dan op zoek naar dit lange gedicht vol mooie woorden en overpeinzingen!
GIGI:
Het eerste wat ik altijd denk als het over poëzie gaat is: ik heb er weinig mee. Dichtbundels schrikken mij altijd af, enkel door het woord ‘dichtbundel’. Ik klapte dan ook helemaal ‘dicht’ toen Ine ons vroeg naar een gedicht voor deze Boekhouding. Zeer onterecht was dat! Niet het vragen van Ine, maar dat dichtklappen. Want bij nader inzicht, hou ik best wel van een gedichtje hier of daar. Welbeschouwd vind ik grappige gedichten geweldig. Gedichten voor kinderen is genieten van het begin tot het eind. Boeken in vrije versvorm, zoals van Sara Crossan, ook een vorm van poëzie, heb ik verslonden. Daarnaast kan ik mooie songteksten enorm waarderen. Al met al ben ik, blijkbaar, dol op poëzie.
Toen dat eenmaal tot mij doordrong kon ik niet meer kiezen. Moest het iets van Levi Weemoedt worden? Zijn bundel Pessimisme kun je leren vond ik fantastisch. Ik heb echt soms dubbel gelegen van het lachen.
Of moest ik kiezen uit de bundel van Bart Chabot? Ooievaarsblues, het poëziegeschenk van de Boekenweek van onlangs, bevat mooie, leesbare, herkenbare gedichten.
Of zou ik toch kiezen voor Ze huilt maar ze lacht, de songtekst van zangeres Maan?
Tijdens het zoeken naar eerdere blogs over gedichten hier op Hebban bedacht ik opeens dat een van mijn favoriete songteksten, boordevol humor, komt van de dichter Heinz Herman Polzer oftewel Drs. P.
Zo’n twintig jaar geleden zat ik kortdurend in een koor waarbij we het lied van Tante Constance zongen. Elke zin is prachtig en de gehele tekst bevat zeer droge humor. Als je dit lied zingt met een uitgestreken gezicht dan wordt het nog beter. Ondanks al die jaren dat ik het lied al ken, moet ik direct weer glimlachen als ik de tekst lees. Ik moet altijd goed zoeken voordat ik het terugvind, want dit lied heet eigenlijk De gezusters Karamozov. Deze titel wil, ondanks de verwijzing naar het boek van Dostojevski, niet in mijn hoofd opgeslagen blijven. Hierbij de introductie van het lied.
Tante Constance en Tante Mathilde
Woonden eendrachtig en knus bij elkaar
Een was hardhorend, de andere brilde
In doorsnee waren zij zeventig jaar
In Overveen
Telden zij hun jaren bijeen
Niet meer zo koket als voorheen
Maar nog altijd flink ter been (...)
INE:
Helemaal overweldigd door al deze gedichten, weet ook ik niet wat te kiezen. Lang ben ik blijven nadenken over iets van Herman De Coninck. Zeker de moeite waard, maar tijdens een lezing van Maud Van Hauwaert onlangs, vertelde zij over het op één na kortste gedicht in het Nederlands. Het is van Joost van den Vondel. Het is eenvoudig, maar wat er staat kan op meerdere manieren geïnterpreteerd worden. Het is een palindroom, de letters lezen van voor naar achter en van achter naar voor. Hij won er een Nederlandse dichtwedstrijd mee. En bovendien kan ik het volledig citeren, want de man is al meer dan 70 jaar geleden gestorven. Hier is het dan:
U, nu!
Oja, Maud Van Hauwaert schreef een gedicht dat nog korter is. Dat kan ik natuurlijk niet citeren, maar volg gerust deze link want dan kun je het gedicht zelfs zien. Haar ander poëtisch werk is trouwens ook de moeite heel erg waard, zoals Wij zijn evenwijdig_raken elkaar in het oneindige_
Lees jij wel eens gedichten? Heb je een favoriete dichter of favoriete bundel?
Of denk jij ook - wellicht ten onrechte - dat het niets voor jou is? Daag jezelf dan uit en proef er toch eens van, misschien krijg je de smaak ook te pakken.
Laat maar weten!