Jan Vantoortelboom: “Voor mij betekent verbeeldingskracht vrijheid.”
Ze staan alle zes keurig op een rijtje in mijn boekenkast: de zes romans van Jan Vantoortelboom. Ik heb iets met deze schrijver. Ik wist dat hij met zijn debuut De verzonken jongen (2011) de Bronzen Uil 2011 voor het beste debuut en de Prijs Letterkunde West-Vlaanderen 2012 had gewonnen. En toen kwam Meester Mitraillette (2014), zijn tweede roman. Het werd boek van de maand in het populaire televisieprogramma De wereld draait door. Daardoor steeg de verkoop enorm. Ik las het boek, dat zich afspeelt in de Vlaamse Westhoek tijdens de Eerste Wereldoorlog. Daar ging op vakantie heen om me nader te verdiepen in de geschiedenis van WO I, de Grote Oorlog, zoals de Belgen die noemen. Ik kocht voor die vakantie De verzonken jongen. Ik streek neer in Elverdinge, begon in het boek te lezen en….verdomd het speelde zich precies op die plaats af waar ik te gast was. Toeval? Ik kwam erachter dat de auteur in Zeeuws-Vlaanderen woonde en nog wel in Ossenisse, het dorp waar mijn roots liggen. Toeval?
In 2023 verscheen Mauk. Ik vind het zijn beste roman tot nu toe. Centraal in Mauk staat de verbeeldingskracht. Voor het hoofdpersonage Mauk is het de enige kans op redding. Bij hem lopen realiteit en fantasie door elkaar heen. Hij is duidelijk een man met een psychisch probleem. De oorzaak daarvan ligt in een trauma uit het verleden. Mauk is een indrukwekkende psychologische roman over een man die psychisch lijdt waarbij je je opgesloten voelt in het hoofd van het hoofpersonage. Vantoortelboom heeft dit thema op een bijzonder originele manier aangepakt.
Over de auteur: Jan Vantoortelboom (Torhout, 1975) groeide op in Elverdinge en woont nu in Zeeuws-Vlaanderen. Hij studeerde aan de Gentse Universiteit Nederlandse en Engelse taal- en letterkunde. Hij verbleef zes maanden aan de universiteit Trinity College in Dublin, waar hij kennis maakte met de Ierse literatuur.
Gaf les in scholen te Brugge en Gent. Gaf les aan de Hogeschool Zeeland in Vlissingen. Hij was tevens tutor fictie bij Editio.nl. Meester Mitraillette is in 2016 naar het Engels vertaald onder de titel His name is David. Het boek is ondertussen ook verschenen in de VS en Canada. Hij is columnist voor de PZC en begeleidt auteurs. Auteurs huren het Tortelnest, het schrijfhuis van Vantoortelboom, om in alle rust te kunnen schrijven. Jan Vantoortelboom wijdt zich momenteel volledig aan de literatuur.
Inhoud: Mauk is oud en ziek en ligt in een bed bij het raam. Hij leeft in zijn herinneringen: hij was een kind dat de kleur van de achtergrond aannam, totdat zijn moeder tot bloedens toe wordt verwond. Het is te veel om te bevatten. Op dat moment overmeestert Henri, de grote moedige broer die hij altijd wenste, zijn gedachten. Henri beschermt hem, niet tegen het geweld van een dreigende buitenwereld, maar tegen dat van zijn tirannieke vader. Als Mauk op twaalfjarige leeftijd geconfronteerd wordt met een tragedie is Henri de enige die hem kan helpen. Mauk is het verhaal van een getraumatiseerd kind dat zich niet kan weren tegen de demonen van een vader, maar er door zijn vervormde verbeelding toch in slaagt zich staande te houden.
Door: Jan Stoel
Foto's: Archief Jan Vantoortelboom
Wanneer ik je oeuvre beschouw dan zie ik een ‘tweedeling’: je ‘Elverdingse romans’ (De verzonken jongen (2011), Meester Mitraillette (2014) en Jagersman (2019)) en je overige werk. Qua stijl zie ik ook een groot verschil met de andere romans De man die haast had (2015), De drager (2017) en Mauk. Je bent veel soberder gaan schrijven, bijna verstild. Kun je iets vertellen over hoe jij die ontwikkeling ziet. Heeft het te maken met de plek waar je nu woont?
“Het is in mijn ogen zo dat niet de schrijver de stijl van een roman kiest, maar het verhaal zelf. De West-Vlaamse romans eisten een exuberantere stijl op. Ik denk dat dat toch te maken heeft met het gulziger leven aldaar en een grotere voorliefde van de ronkende volzin bij de Vlamingen.”
Mauk is een voornaam die je niet zo vaak tegenkomt. “Maurice K. was zijn eigenlijke naam, maar werd samengetrokken tot Mauk” schrijf je. Hoe ben je op die naam gekomen?
“Dat is een leuke anekdote. Ik heb drie jaar geleden een schrijfbedrijfje opgericht (www.schrijfvrijer.nl). Ik begeleid tientallen schrijvers uit België en Nederland. Bovendien heb ik een schrijfhuisje gebouwd dat ik verhuur. Een van mijn eerste gasten wat Joris Escher, achterneef van de wereldbekende artiest M. Escher. Ik had ook de eer een eerste versie van zijn manuscript te mogen lezen. Daarin kwam ik de naam Mauk tegen, dat was de roepnaam van Maurits Cornelis Escher. Ik zei toen tegen Joris: je moet je boek de titel Mauk geven. Dat wilde hij niet. Toen zei ik: Als jij het niet doet, dan doe ik het voor mijn roman. Zo geschiedde.”
Deze roman lees je niet even snel uit. Je hebt er tijd voor nodig. Je dwingt de lezer als het ware langzaam te lezen, van de tekst te nippen, te proeven. Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?
“Iemand binnen de uitgeverij zei: het is suggestief schrijven tot in de perfectie uitgevoerd. Suggestief schrijven doe je vooral door weg te laten. Er is zoveel weggelaten, dat de verbeelding van de lezer niet anders kan dan aan het werk gaan. En dat is vermoeiend voor een lezer die meestal gewoon is aan hapklare brokken. Het is ook verwarrend, maar juist die verwarring is extreem vruchtbaar en zorgt ervoor dat de vertelling boeiend blijft. Het is geen boek voor de lezer die gewend is achterover te leunen en te consumeren.”
Waar ligt de kiem van het verhaal van Mauk?
“Heel eenvoudig: de avond voordat mijn vader in 2018 geëuthanaseerd werd, sliepen mijn broer en ik in de ziekenhuiskamer bij hem. Toen zag ik een oude man in zijn bed bij het raam.”
Je maakt gebruik van uitvergroting, en gebruikt veel tegenstellingen. Daarin passen de twee werelden waarin Mauk leeft (en die voor hem één wereld zijn): zijn eigen wereld en de wereld van het ‘wilde westen’ (de wereld van het avontuur, strijd, de vrijheid, maar ook van de wetteloosheid) waarin Henri de held is. Cowboy Henri en Mauk Tomahawk. Vanwaar die aandacht voor het wilde westen?
“Dat is iets uit mijn jeugd. Mijn favoriete speelgoed was Playmobil. Dat was best duur en om de een of andere reden had ik als kleine jongen een enorme voorkeur voor alles wat met cowboys en indianen te maken had. Onze complete zolderkamer was ingericht op dat spel, met twee groene en gele kamerbrede tapijten, die me deden denken aan de prairie en akkers. Mijn broer en ik maakten een heel dorp van houten en kartonnen huisjes, een fort, een rots met rivier van papier mache, een aangesloten koplamp van een auto deed dienst als ondergaande en opkomende zon en nog zoveel meer. Ook las ik heel vaak strips die met het wilde westen te maken hadden: Bessy, De Blauwbloezen, Zilverpijl, Durango etc. Nog steeds vind ik series en boeken over deze periode in de Amerikaanse geschiedenis bijzonder interessant. Het zal wel de ongebreidelde vrijheid zijn die me aanspreekt, zwaar geromantiseerd natuurlijk.”
De verbeeldingskracht wordt voor Mauk ook een wapen om uiteindelijk al dan niet fictief wraak te nemen op de mishandelingen die hij zou ondergaan hebben van zijn vader. Hoe zie je dat? “Tussen droom en daad staat slechts de werkelijkheid” staat in je roman te lezen. En is Henri niet het alter-ego van Mauk?
“Voor mij betekent verbeeldingskracht vrijheid. Zo heb ik dat werkelijk ervaren. Door het schrijven van romans is mij een soort vrijheid ten beurt gevallen. Voor Mauk is zijn verbeeldingskracht een gevangenis geworden waaruit hij niet meer kan ontsnappen. Het is zo dwingend en zo nodig om te overleven dat hij er niet meer zonder kan en dat zijn fictie werkelijkheid is geworden en omgekeerd. Henri, zijn grote broer, is inderdaad een alter ego. Henri is dus een onderdeel van zijn verbeelding, maar wel zo levensecht dat hij soms Henri wordt. De gespleten persoonlijkheid. En inderdaad neemt Mauk aan het eind van het boek wraak, maar eigenlijk is het Henri die hem sterk genoeg maakt om te doen wat hij doet.”
Je gebruikt geen hoofdstukkenindeling, hooguit wat witte gedeelten of een grafisch element om een nieuwe scene te beschrijven. Je roman is volgens mij opgebouwd als allemaal losse scenes die samen het echte en het fictieve verhaal van Mauk vertellen. Het moet een hele puzzel geweest zijn. Hoe heb je de vorm gevonden voor deze roman?
“Ook hier is dit geen bewuste keuze geweest. Net zoals ik aangaf dat het verhaal de stijl dicteert, dicteert het verhaal ook de vorm. Bovendien is onze menselijke geest zo ongelofelijk fragmentarisch, met duizenden gedachten en indrukken per dag.”
Het moedermotief is wel iets dat in je werk terugkomt. In een eerder interview dat ik met je had zei je: “Sander Blom, al van bij het begin mijn redacteur bij Atlas Contact, zei: jouw gehele oeuvre bestaat uit het onderzoeken van hoe het als volwassen man zou zijn geweest om een band met je moeder te hebben. Ik heb daar lang over nagedacht en het klopt. Even het rijtje aflopen: in De verzonken jongen sterft de moeder aan kanker op de eerste pagina’s, in Meester mitraillette zadelt de moeder de zoon met zo’n enorm schuldgevoel op dat ze onmogelijk nog tot elkaar kunnen komen, in De man die haast had is de moeder depressief en pleegt ze zelfmoord, in De drager is er geen moeder en in Jagersmaan stuurt de moeder haar zoon weg. Hoe zit dat in Mauk? Is het iets dat onbewust een rol speelt bij je? Jouw moeder overleed op tweeënveertigjarige leeftijd. Jij was toen zestien jaar.
“Tja, daar heb je het inderdaad weer. Dit is een soort van apotheose, vermoed ik. Het ergste van het ergste gebeurt voor een kind: hij is getuige van de dood van zijn geliefde moeder door de handen van zijn vader. Ik denk dat het nu wel afgelopen is met mijn moederthematiek, haha.”
Wat wil je dat de lezers van Mauk bijblijft?
“Dat onze menselijke verbeelding een oerkracht is.”
Interview verscheen eerder bij Bazarow.com