Meer dan 5,6 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Jos Pierreux: “(Misdaad)romans schrijven is wiskunde met woorden: een evenwichtsoefening.”

op 08 april 2023 door

Pandemieën vormen een inspiratiebron voor schrijvers. Voorbeelden? De Pest van Albert Camus, Onder buren van Juli Zeh, Karin Slaughter met Valse getuige, Wim Daniëls met Quarantaine, Laura van der Haar met Een week of vier. Nog niet zo lang geleden las ik Omwille van de soort van Luc Vandromme. Hierin bedreigt een virus het leven op aarde. Dit boek werd geschreven voor de Coronapandemie uitbrak. En wat te denken van Dean Koontz met De ogen van duisternis. In dit boek, oorspronkelijk uitgegeven in 1981, ging het erom dat de Sovjet-Unie in 2020 een biologisch wapen zou inzetten. Toen de Koude Oorlog ten einde kwam veranderde Koontz Rusland in China en de naam van het virus in Wuhan-400! Jos Pierreux schreef in 2022 liefst twee thrillers waarin Corona een rol speelt. Ik sprak met hem over zijn werk. En mocht u deze auteur, een topper in de Vlaamse misdaadliteratuur, nog niet kennen: hij schreef eenentwintig misdaadromans en twee romans.

Door: Jan Stoel

Foto's: Auteurfoto Michel Follet; archief Jos Pierreux en uitgeverij Vrijdag

 

Over de auteur: Jos Pierreux (1957) was eerst bouwhandelaar, nu professioneel misdaadauteur. De meeste van zijn verhalen, met inspecteur Luk Borré vaak in een hoofdrol, spelen zich af in de badstad Knokke. Hij werd viermaal (2004, 2005, 2014, 2018 en 2022) genomineerd voor de Hercule Poirot-prijs. In 2018 won Pierreux met Niets erger dan spijt deze prijs. De jury noemde het een 'tour de force'. Het was een misdaadroman met een sterk autobiografisch element omdat hij er de (strijd om) euthanasie van zijn moeder in verwerkte. In de zomer van 2019 verscheen alweer een nieuw verhaal van inspecteur Luk Borré met de titel Rot fruit, in 2020 gevolgd door Het tweede skelet en in 2021 door Russische poppetjes.

In 2022 verschenen er twee nieuwe thrillers van Pierreux: in het voorjaar het Wablieft-boek De eerste moord en deze zomer Besloten stad. Met Besloten stad wint Jos Pierreux Hercule Poirot Publieksprijs 2022.

 

Inhoud: Maart 2020, COVID-19 lockdown. Cafés, restaurants en niet-essentiële winkels gaan dicht. De lessen in de scholen worden opgeschort, alle culturele en sportieve evenementen en activiteiten worden geschrapt. ‘Blijf in uw kot,’ luidt het advies van de regering.

De mondaine badplaats Knokke verandert in een spookstad, zijn inwoners zijn voorzichtig bij alles wat ze doen. De speurders werken maximaal van thuis uit. Wanneer in het Koningsbos een anoniem lijk wordt aangetroffen, zit rechercheur Stefaan Athenus met de handen in het haar. Door de pandemie is de politiebrigade onderbemand en er daagt geen versterking op. De brigadier dient te improviseren. De coronaregels veranderen iedere dag en belemmeren elk onderzoek naar het vluchtmisdrijf. Zodra een vader zijn verslaafde zoon identificeert, wordt het lichaam door de wetsdokter vrijgegeven en gecremeerd. Want waarom zou de man liegen? En kan escalerend geweld het gevolg zijn van een eventuele leugen?

5ca845de786b81bd080cff6e8baeeea1.jpg

 

Je won de Hercule Poirotprijs in 2018 en de Publieksprijs in 2022. Wat doet dat met je? En wat neem je mee van die toekenningen in je werk?

“Ik ben een autodidact en leerde met vallen en opstaan de schrijversstiel. Een kwarteeuw heb ik geploeterd om een stijl te ontwikkelen en een uitgeverij te vinden. Na een carrière in de bouwwereld nam ik in 2012 het risico om te 'springen'. Ik werd zelfstandig auteur. Schrijver. Eindelijk. Of een recensie positief dan wel negatief is, laat me eerder koud. Liever positief natuurlijk, maar als de recensent zijn eerlijke mening geeft, heeft hij het recht om mijn boek niets te vinden. Geen aandacht is pas erg. De Hercule Poirot-prijzen ontroeren mij, omdat ik weet wat ik ervoor gelaten, gedaan en geriskeerd heb. (Niet enkel ik, trouwens. Ook de mensen om mij heen). Ik had een goeddraaiende zaak, een behoorlijk inkomen en woonde in het bedrijf in. En dan wordt een mens schrijver...De publieksprijs was een volkomen verrassing en daarom misschien nog mooier.”

 

Je hebt het over je eigen stijl. Hoe zou je die omschrijven? Kun je iets zeggen over hoe die zich ontwikkeld heeft?

“Ik ben een harde werker en een puzzelaar. Ik schrijf met haken en ogen, langzaam, tastend. Woordje hier, zinnetje daar, idee ginder.  Ik hecht zeer veel belang aan stijl. Ik werk en herwerk alles zin per zin. Woordje hier, woordje daar. (Misdaad)romans schrijven is wiskunde met woorden: een evenwichtsoefening.

Ik schreef vroeger heel veel korte verhalen die in allerlei literaire tijdschriften verschenen. Ik stuurde manuscripten naar uitgeverijen. Blijkbaar zagen ze wel iets in mij want, hoewel ze niet uitgegeven werden, kreeg ik ze terug met aanmoedigingen en commentaar. Daar leerde ik van. Ook las (en lees) ik veel. Niet enkel goede boeken, maar ook slechte. Zodra je beseft hoe het NIET moet, ben je een heel eind op de goede weg.”

 b90b5fdff429a4de3d79ac0382eb852d.jpg

Je kon er op wachten, romans en thrillers waarin Corona een rol speelt. Maar twee thrillers is nog eens andere koek. Waarom twee? En kun je het verschil tussen de beide boeken aangeven.

“Er verschijnt grosso modo ieder jaar een titel in deze reeks waarin Luk Borré voorkomt. Om het voor mezelf uitdagend te houden, verander ik regelmatig van hoofdpersonage, in concreto: ik werk met een vast team, maar durf al eens te wisselen van ik-persoon of een buitenstaander de hoofdrol opdringen. Ook werk ik  rond maatschappelijke thema's. In Russische Poppetjes is dat bijvoorbeeld de vastgoedcrisis, in Besloten Stad covid, in het op stapel staande Rijke Mensen Sterven Niet migratie. Momenteel plan ik een thriller rond 'woke'.

In Russische Poppetjes wordt de COVID-19-crisis aangekondigd. Dat fragment is pas in het boek geslopen bij het redigeren en is een soort van verwijzing naar Besloten Stad waar ik al aan begonnen was en dat geheel rond de Coronacrisis draait. En dat alles onder het motto: Waarom een spannende setting verzinnen als je er middenin zit?”

Je draagt je boek op aan Johan Luypaert en het verhaal is geschreven ter herinnering aan François Deckx (1943-2021). Waarom aan hen?

 “JohanLuypaert is de vriend van mijn dochter. François Deckx was een bijzonder goeie kameraad. We gingen jaarlijks op reis, 'entre copains'  zoals Vlamingen zeggen (onder vrienden=zonder partners). Helaas is mijn reisgezel overleden en niemand anders biedt zich aan. Vrijwilligers, één adres! Ik mis François vaak.”

Je begint je verhaal met een coronatoespraak van Sophie Wilmès, voormalig premier van België. Ik constateer: gebrekkig taalgebruik, onsamenhangend verhaal. Fijntjes wijs je erop dat ze afgestudeerd is in Licentiaat Toegepast Communicatie en als eerste vrouwelijke premier volmachten kreeg om de coronacrisis te bestrijden. Wat is de functie van deze opening van Besloten stad?

“Ik verplicht de lezer na te denken. Een premier met meer volmachten dan stemmen... Hoelang laten we de democratie nog naar de kloten gaan? Terwijl we er gvd als lamme eenden op staan te kijken? Mijn excuses voor het taalgebruik, maar niet echt.”

 

              Coronatoespraak van Sophie Wilmès, toenmalig premier van België:

‘We willen altijd een duidelijke en een ware expressie geven aan de mensen. Het is heel belangrijk dat wanneer we zeggen iets, we zien het is opgebouwd en we hebben er over nagedacht.

En we moeten ook genoeg…euhm…euhm…

We moeten genoeg eerlijk zijn over de manier te zeggen dat ik weet het niet.

Ik zal geen vaste beloven doen.’

 

Zou je Besloten stad ook kunnen zien als een kritiek op de samenleving tijdens Corona? Al die maatregelen die achteraf een beetje dwaas lijken zoals het elkaar begroeten met het tegen elkaar stoten van de elleboog, de panische angst voor besmetting, de steeds wisselende aanpak. En zijn wij niet allen gevangen in de maatschappij?

“In het manuscript van Besloten Stad heb ik flink wat moeten schrappen. Zo'n veertig pagina's, schat ik. Sommige dingen waren ondertussen ongeloofwaardig, terwijl we het met z'n allen beleefden. Een voorbeeld: mijn partner en ik moesten overdag op straat anderhalve meter afstand bewaren, terwijl we 's nachts in hetzelfde bed lagen. Tja.”

 

Waar ligt de kiem van je verhaal? En wat heb je met je verhaal willen vertellen?

“Dat we met z'n allen maar wat aanmodderen, in het leven en in de liefde. Dat zowat alles zinloos is – en dat, in tegenstelling tot wat gezegd wordt, uiterlijke schijn voor velen onder ons het tastbaarst is en dus zeer belangrijk. Waar kan je je beter aan vastklampen?”

 

Dat is wel een negatief beeld dat je schetst. Is er geen hoop?

“Er zijn goede momenten, maar het leven is wat het (maar) is. Hoewel ik mij laten ontdopen heb, dit: Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren.”

 

Ik zie op de cover iemand, volgens mij is het een vrouw, het scherm tussen de besloten wereld en de vrijheid te doorbreken. Je hebt gekozen voor de titel Besloten stad. Verklaar je nader?

 “Vaak zit de titel (en de cover) al voor de aanvang van m'n roman in mijn hoofd. Besloten stad is op die regel een uitzondering. Cover en titel zijn 'gevonden' na lang brainstormen, maar ik ben er zeer tevreden mee. De vlag dekt de lading.”

 

Je hebt een verhaal te pakken en dan moet je dat gaan vormgeven? Kun je iets vertellen over dat proces? Ik wil daarbij inzoomen op hoe je vorm en inhoud hebt gecombineerd.

 “Ik puzzel. Ik weet op voorhand begin en einde, het aantal beoogde pagina's en de onderverdeling in delen en hoofdstukken. Als het al niet aan een paar boeken tegelijk is, dan werk ik toch altijd aan wel vijf of tien hoofdstukken tegelijk. Een reeks is (letterlijk) een opeenvolgende rij van gebeurtenissen. Dus schrijf ik een roman met de eerdere en de volgende in mijn achterhoofd.

Ook werk ik 7/7, iedere dag dus. Dat is natuurlijk niet altijd even lang (en zeker niet even vruchtbaar). Besloten stad omvat vier delen. Ik bedenk dat op voorhand. In dit geval omdat ik verschillende stemmen aan het woord wou laten. Elke stem heeft een andere visie – zowel op de coronatoestand als op de 'misdaad'. Als lezer vind ik de opdeling van een boek ook leuk. Dat leest lekker, vind ik.”

De namen Tordeur, Kenji, Baveghems en Bennie Jolink (in Nederland een muzikant) zijn niet toevallig gekozen? Of juist wel?

“Nee, dat is verre van toevallig. Maar de lezer moet er niet teveel achter zoeken. Het is niet enkel een binnenpretje van de schrijver, maar ook een manier om zijn nevenpersonages te onthouden. Als je bijvoorbeeld in hoofdstuk 22 een personage laat opdraven dat eerder in hoofdstuk 2 een rolletje had, herinner je je soms niet meer hoe oud hij was of hoe hij eruitzag. Als je bestaande mensen gebruikt, heb je dat probleem niet.”

33b739a744bbb39b9508fb15fec3ed75.jpg

 

Je kiest voor twee perspectieven. Het ik-perspectief van Steven en het auctoriele perspectief. Met name het ik-perspectief geeft dynamiek aan je verhaal, het auctoriële meer afstand. Vanwaar die keuze?

“Ik heb 'Borrées' geschreven in de ik-vorm, in de hij-vorm en vanuit een ander personage. In de eerste opzet van Besloten Stad was Knokke (de badstad) de verteller. Mijn straten zijn leeg, iedereen zit binnen enzovoort. Na een paar hoofdstukken bleek dat het niet werkte. Jammer, gemiste kans. Het was een origineel idee, maar het werd  eentonig. Vooral omdat Knokke een belangrijke rol in al mijn boeken speelt. Net als de badstad zelf, trekt dat lezers aan – maar het stoot er ook af.”

 

Je schrijft heel zintuiglijk. Een paar voorbeelden: “door het rubben van de handschoenen heen voelt het lichaamsdeel als een bevroren tak die je tijdens de winterwandeling opraapt. De vingers lijken twijgjes die elk moment kunnen knakken.” “Als Kaal mijn nek omklemt: een mix van luchtjes dringt mijn neusgaten binnen. Ik herken ui, kamfer en mout. Daaronder een opdringerige lichaamsgeur. Slechte spijsvertering vermoedelijk.” Typisch Jos Pierreux? Hoe kom je tot deze beelden.

“Ik hecht veel belang aan vergelijkingen én aan humor. Het is vooral een kwestie van intuïtief nadenken, je tijd nemen, arbeid en niet snel tevreden zijn.”

 

Als je anno 2023 je verhaal terugleest zou je het dan weer zo geschreven hebben? Zou je niet wat meer afstand genomen hebben van alles wat met corona te maken heeft gehad?

“Daar kan ik niet op antwoorden. Ik herlees mijn manuscripten een triljoen keer – maar zodra ik ze inlever, weiger ik er nog over na te denken. Het zou verlammend werken, vrees ik.”

 

In deze thriller heeft Luk Borré niet zo’n prominente plaats. Waarom steeds Luk Borré?

“Vooral de badstad Knokke is een constante. Mensen die mij beter kennen, zeggen dat Luk Borré zijn slecht karakter van mij heeft. Wie ben ik om vrienden tegen te spreken?”

 

Wat ik altijd waardeer in een verhaal zijn de intertekstuele elementen, de echo’s van zaken van buiten de tekst, die je verbindt met de tekst. Een eiland in groen en blauw van Marva als het gaat om een plek waar COVID-19 geen voet aan de grond heeft gekregen, de verbinding tussen Steven en de film The Hand (een Amerikaanse psychologische horrorfilm uit 1981), geschreven en geregisseerd door Oliver Stone , waarin Michael Caine een striptekenaar speelt die zijn hand verliest, die op zijn beurt een moorddadig eigen leven gaat leiden) en de volgende uitspraak van Nelson Mandela: “De goedheid van een mens is een vlam die wel verborgen, maar niet gedoofd kan worden.” Heb je deze zaken allemaal paraat?

“Soms wel, vaak niet. Ik pik ze op terwijl ik lees of films kijk. En er is Internet, natuurlijk, die onuitputtelijke bron.”

Je boek wordt als thriller geafficheerd, maar was literaire thriller niet beter geweest of psychologische thriller/roman? Ik kom zoveel literaire elementen tegen: je duikt diep in de psyche van Steven en beschrijft nauwkeurig de ontwikkeling die hij doormaakt, je maakt veel gebruik van metaforen, je vertelt een universeel verhaal, de wisseling van de perspectieven. Ik kwam zelfs alliteratie tegen: “Ik zie de toekomst als een neonletter W voor mij schitteren. Wat, Waarom, Waar, Wie en Wanneer. Wat deed je op de weg? Waarom was je daar? Waar kwam je vandaan? Wie zag je er? en Wanneer vertrok je?

“Ik noem ze misdaadromans. Maar de kat moet eten. Blijkbaar verkoopt het onder 'Thriller' beter. De kleine commerçant in mij zegt dan: 'Doén, Joske!' De kleine commerçant in mij is een opdringerig kereltje.”

 

In juni verschijnt een nieuwe roman van je. Kun je een tipje van de sluier oplichten?

Rijke Mensen Sterven Niet. Ik bedacht (echt waar) eerst de titel en dan de inhoud. Zoals altijd vind ik m'n recentste boek het beste dat ik ooit schreef, maar minder goed als dat welke ik nadien ga schrijven. Het thema is migratie, huisjesmelkerij, vluchtelingen en illegalen. Onder andere.”

 

Het moge duidelijk zijn dat ik de nieuwe misdaadroman van Jos Pierreux ga lezen. De humor in zijn verhalen doet je glimlachen en zorgt ervoor dat ‘het donkere’ weer een beetje ‘licht’ wordt. Lezen dus!

(Interview verscheen eerder in Bazarow Magazine)

4f394faa8db64f1fcaaefea7e1beb982.jpg



Reacties op: Jos Pierreux: “(Misdaad)romans schrijven is wiskunde met woorden: een evenwichtsoefening.”

Meer informatie

Gerelateerd

Over

Jos Pierreux

Jos Pierreux

Jos Pierreux (1957) is een Vlaamse auteur. Hij publiceerde kortverhalen in diver...