Nog meer literaire beeldverhalen, nu mét beelden
Een gastblog van recensente Ellen IJzerman naar aanleiding van de Week van het Beeldverhaal
Wie denkt aan literatuur en graphic novels of literaire beeldromans en sinds de kinderjaren gewend is aan uitsluitend of voornamelijk uit letters bestaande boeken, denkt al snel aan de reeks verstripte literaire kanonnen van Dick Matena, waarin de teksten van onder andere Pietje Bell van Chris van Abkoude, De avonden van Gerard Reve, Kaas van Willem Elsschot, De jongen met het mes van Remco Campert en A Christmas Carol van Charles Dickens voorzien zijn van begeleidende tekeningen.
Dick Matena is niet de enige die op deze manier klassiekers een nieuw leven inblaast, zo heeft Viktor Hachmang Blokken van Ferdinand Bordewijk een kleurig stijlvol leven in geblazen. Zowel in het geval van Matena als Hachmang is de tekst van de boeken integraal opgenomen in de beeldroman in tegenstelling tot bijvoorbeeld Milan Hulsing die De aanslag van Harry Mulisch bewerkte (zie afbeelding links). Hulsing laat veel van de brontekst weg, maar gebruikt in de plaats daarvan beelden en kleuren om die 'gaten' op te vullen. Hulsing past zelfs de volgorde van de oorspronkelijke vertelling aan door gebruik te maken van flashbacks, die onder andere te herkennen zijn aan zijn gebruik van kleur, zoals Hachmang dat ook doet in zijn Blokken. Over de grens, Frankrijk in dit geval, heeft de beroemde striptekenaar Manu Larcenet Het verslag van Brodeck van Philipe Claudel op werkelijk briljante wijze omgezet in een stripverhaal. Alleen al het begin van het eerste deel, De anderer, is weergaloos. En woordeloos, omdat Larcenet's tekeningen de tekst simpelweg overbodig maakt.
Eén van de meest spectaculaire, oogverblindend mooi verstrippingen van een van onze Nederlandstalige oerteksten is Reynaert de Vos getekend door Marc Legendre en opnieuw in jambische viervoeters verteld door René Broers. Dat het om jambische viervoeters gaat is niet te zien aan de manier waarop de tekst gepresenteerd wordt, maar zodra je de tekst hardop (voor)leest vind je vanzelf dat ritme. Deze Reynaert de Vos moet daarnaast vooral gelezen worden vanwege de wijze waarop Legendre de wereld van Reynaert tevoorschijn tovert. Voor dat toveren heeft Legendre overigens absoluut geen al bestaand (oer)verhaal nodig zoals blijkt uit Verder, het tot nu toe enige stripverhaal dat ooit op de shortlist van de Libris Literatuurprijs heeft gestaan. Een absolute aanrader voor wie op zoek is naar een grandioze, letterlijk tot de verbeelding sprekende beeldroman. Reynaert de Vos van Broens en Legendre levert een mooie overgang o pnaar een type literaire teksten die regelmatig van illustraties wordt voorzien: poëzie. Een voorbeeld daarvan is 's Nachts verdwijnt de wereld waar Merel Eyckerman tekeningen heeft gemaakt bij gedichten van Jaap Robben. Willem Wilmink maakte samen met kunstenaar Ton Schulten Het beloofde land dat een liefdesverklaring is aan het Twentse land(schap). In het boek worden de gedichten van Wilmink gecombineerd met de schilderijen van Ton Schulten en dat levert een zeer kleurrijk boek op. In beide gevallen zijn het echter beelden bij tekst of tekst bij beelden, maar is het niet één kunstwerk. Beelden en tekst kunnen, zeker in het laatste geval, uitstekend zonder elkaar, zoals De avonden van Reve uitstekend zonder de tekeningen van Matena kon en kan leven. Tobias Tak's versie van de Canciones van Federico García Lorca is weer net een beetje anders: hij interpreteert op het oog erg eenvoudige, maar bol van symboliek staande verzen naar het Nederlands en in beelden. Dat levert een wonderlijke wereld van beeldteksten op waar het oog net zo lang bezig is met te onderzoeken wat er allemaal te zien is, als de hersenen bezig zijn met het kraken van de tekst van Lorca. Voor de hand liggend zijn natuurlijk de gedichttekeningen van Lucebert, zoals te vinden in Unica of Zij heeft haar naam vergeten, maar ook Frank Koenegracht is een tekenende dichter of een dichtende tekenaar, getuige zijn Zullen we dansen, schat?, Lekker dood in eigen land en andere dichtbundels, waarin zo nu en dan hetzelfde gedicht te vinden is in de vorm van een tekening en in de vorm van een gedicht, zoals Epigram voor Lucebert (zie afbeelding hiernaast).
Natuurlijk is bovenstaande opsomming van illustreren en verstrippen van al bestaande (literaire) teksten bij lange na niet compleet en is er meer fraais te ontdekken, zoals zal blijken voor wie op zoek gaat. Te denken valt onder andere aan De wake van Nanne Meulendijks en Ronald Giphart of Pinokkio van Winshluss of Het achterhuis van Anne Frank, David Polonsky en Ari Folman, enz. En toch... en toch. Hoe fraai al die bewerkingen ook zijn, en hoe fijn ze ook lezen, de bekende (literaire) verhalen loslaten en zonder enige voorkennis een (liefst vuistdikke) beeldroman induiken is op zijn minst net zo geweldig. En vaak geweldigerderder omdat ze nooit als iets anders zijn bedoeld. Denk bijvoorbeeld aan Maus, De aankomst, The hunting accident, Jimmy Corrigan het slimste kind op aarde, Ontaard Verklaard, Verder, Fun Home, Persepolis, Hyperbool en nog wat, Watchmen, Gegijzeld, Alle Bommels, Sandman, De beeldhouwer, Patience, Een deken van sneeuw, Het Tuitel complex, Stitches, Vermoord mijn moeder, Hier, My favorite thing is monsters, Een contract met God, New York boek, De dagelijkse worsteling, I kill giants, Don Quichot en ga zo maar door.
Dat een graphic novel een verhalenvertelmedium bij uitstek is, is zo langzamerhand niet meer te ontkennen, maar dat een strip daarnaast uitstekend gebruikt kan worden bij non-fictie wordt ook steeds gebruikelijker. Een van de aardigste voorbeelden daarvan is Kop en staart. Een literaire encyclopedie met muizen van Catherine Lewis en Joost Swarte, waarin meer dan honderd literaire termen uitgelegd worden met de hulp van drie blinde muizen. Voor wie nou eindelijk wel eens wil weten wat onmiddellijkheid, ironie, intertekstualiteit, deus ex machina, bildungsroman, subplot, raamvertelling, stream of consciousness en dergelijke betekent, is dit een grappig en duidelijke encyclopedie.
Een van de beste voorbeelden van dit type beeldverhaal is De onzichtbare kunst van Scott McCloud, waarin hij allerlei aspecten van een comic uitlegt met de hulp van zijn eigen alter ego. Het is in het Nederlands op dit moment niet zo makkelijk (meer) te verkrijgen, maar in het Engels, als Understanding comics, nog volop. Niet alle stripliefhebbers zijn even dol op dit boek van McCloud, omdat hij nogal binnen de lijntjes blijft en de experimentele, eclectische, durf-allerige strips links laat liggen, maar met onderstaand paneel zal iedere lezer van strips, comics, beeldverhalen, graphic novels, beeldromans of hoe het medium ook genoemd wordt, het eens zijn: