Poëzie: lees je mee?
Op wereldpoëziedag vorig jaar probeerde ik de lezers van de Hebban Literatuurspot al te enthousiasmeren voor meer poëzie in hun leven. Deze poëzieweek doe ik dat graag nog eens over! Ik las het afgelopen jaar een aantal poëziebundels, precies zoals ik mij had voorgenomen te doen. Graag deel ik mijn bevindingen met jullie, wie weet levert het wat inspiratie op. Ook 2019 ben ik goed begonnen op poëziegebied, de eerste ervaringen lezen jullie ook in dit artikel.
Door: Anne
Vorm, klank, beeldspraak, het staat allemaal centraal in de talige uitingen die poëzie worden genoemd. Je hoeft niet alles te snappen om iets mooi of aangrijpend te kunnen vinden, poëzie heeft veel verschillende lagen. De ene bundel is wat geslaagder dan de ander, zoals dat bij elke kunstvorm het geval is. Onderstaande ervaringen zijn echter persoonlijk (poëzie is een heel persoonlijke vorm van kunst) en het staat iedereen natuurlijk vrij daar helemaal anders over te denken, vandaar dat ik ze graag allemaal met jullie deel!
Roelof ten Napel – Het woedeboek (2018) ***
Roelof ten Napel (1993) debuteerde in 2014 met Constellaties en in 2015 was hij laureaat van het C.C.S. Crone-stipendium. Gedichten van zijn hand verschenen eerder in Het liegend konijn. De bundel Het Woedeboek bestaat uit verschillende delen die elk hun eigen motto dragen. Thema’s en symbolen die terugkomen in deze gedichten en de bundel als geheel zijn voorouders, geloof, de dood, wolven en andere wilde dieren, woede, vuur, verdriet, afscheid, lichamelijkheid (geraamtes) en vergankelijkheid. De lezer die een beetje thuis is in de bijbel zal talloze verwijzingen aantreffen. Ten Napel heeft een ingenieus spel met symboliek op papier gezet, er spreekt niet zozeer woede als wel onmacht en verdriet uit zijn poëzie, gevoelens die waarschijnlijk dicht op elkaar zitten. Een bundel die knap in elkaar steekt en vooral steeds opnieuw heel veel vragen oproept.
Niels Zwakhals – Jij smaakt naar meer (2018) **
Dichter Niels Zwakhals (1984) leeft en schrijft poëzie, verhalen, parabels, versjes en gedichten. Bij Zwakhals overheersen echter de woordspelingen en (vaak té) flauwe woordgrapjes. De gedichten en versjes zijn doodsimpel en het rijmgehalte is hoog, dat in combinatie met de woordgrapjes maakt het serieus nemen van de gedichten soms lastig. Zwakhals schreef een ode aan het leven en de liefde voor en in het leven. Een ode aan intimiteit, aan verstillen. Maar zijn gedichten raken geen gevoelige snaar. Af en toe zorgt een woordspeling voor een glimlach maar na een tijdje is het niet meer dan een trucje en zwakt het enkel de betekenis van wat de dichter probeert te zeggen af.
Arthur Japin – Nachtkaravaan (2018) ***
Arthur Japin (1956) is een van de bekendste Nederlandse schrijvers en succesvol met verschillende historische romans. Liedjes en een paar gedichten luidt de ondertitel van Nachtkaravaan. Japin schreef door de jaren heen nummers voor artiesten als Sara Kroos, Paul de Leeuw en Karin Bloemen. In 2009 werd het lied Nachtkaravaan bekroond met de Annie M.G. Schmidtprijs. De liedjes van Japin zijn minder literair dan de fans van zijn romans wellicht gewend zijn of zelfs kunnen waarderen, maar Nachtkaravaan is een prachtig uitgevoerde bundel die in niemands boekenkast zal misstaan naast de historische romans van Japin.
Moya De Feyter – Tot iemand eindelijk (2018) ****
Moya De Feyter (1993) is theaterwetenschapper en schrijft proza, poëzie en toneelteksten. Eerder werk van haar hand verscheen in onder andere Kluger Hans, Op Ruwe Planken en Deus ex Machina. De Feyter zoekt ook naar manieren om haar teksten via het podium bij een publiek te krijgen. Ze zoekt in haar poëzie grenzen op, tussen waan en werkelijkheid, tussen wreedheid en verlangen. Deze grenzen en tegenstellingen wekken een melancholische sfeer op, een onheilspellend gevoel van verraad, verlatenheid, verdriet en verlangen overheerst. Scherpe observaties van onze huidige wereld en alles wat daarin is veranderd en nog gaat veranderen maken de gedichten interessant. De combinatie tussen mythe en werkelijkheid zet de lezer aan het denken.
Sylvie Marie – Houdingen (2018) ****
In 2009 debuteerde dichter Sylvie Marie (1984) met Zonder en won ze Humo’s Gouden Aap, waardoor haar gedichten een jaar lang wekelijks in dit blad te lezen waren. De gedichten in Houdingen zijn allemaal intiem, observaties van kleine, onschuldige dingen worden door Sylvie Marie uitvergroot en tot onderwerp gemaakt. Nieuwe associaties steken hierdoor de kop op. De gedichten kenmerken zich door kleine observaties verbonden met grote thema’s, zonder te vervallen in ingewikkelde structuren of erudiet woordgebruik. Het ene gedicht leent zich makkelijker voor een interpretatie van de lezer dan het andere, maar de algehele intieme sfeer van Houdingen maakt de bundel meer dan de moeite waard.
Giovanni Della Chiusa – Een mens moet ook niet alles willen weten (2018) *****
In 2012 debuteerde dichter Giovanni della Chiusa (1969-2015) in Hollands Maandblad. Regelmatig verschenen er na die eerste keer verschillende gedichten van zijn hand in het blad, maar de persoon is in mysteriën gehuld. Zijn teksten spreken echter voor zich. Zijn bundel ademt melancholie en elk gedicht raakt de lezer opnieuw. De beelden die de dichter schetst zijn stuk voor stuk herkenbaar en tegelijk hebben ze een grote leegte in zich. Della Chiusa heeft maar weinig woorden nodig om die melancholische sfeer telkens opnieuw op te roepen, achter elk afgerond gedicht hoor je de zucht van frustratie en verlichting die erop volgt. Af en toe schemert daar een zweempje humor, zwarte humor, maar het maakt de gedichten wat minder donker.
Paul Bogaert – Zo kan het niet langer (2018) ****
De Vlaamse dichter Paul Bogaert (1968) heeft al heel wat bundels op zijn naam staan. Uit de gedichten van Bogaert spreekt vooral het vermogen de wereld die we kennen om ons heen met een scherpe en kritische blik te kunnen observeren. Dit wereldbeeld weet de auteur vervolgens om te zetten in ogenschijnlijk simpele poëzie. Simpel zijn de gedichten van Bogaert zeker niet als je tussen de regels door weet te lezen, maar zijn taalgebruik is alledaags en herkenbaar. Poëzie voor de moderne mens, niet enkel voor de archaïsten onder ons.
Katelijne Brouwer – De maagden moeten bloeden (2018) ***
Katelijne Brouwer (1966) publiceerde korte verhalen en gedichten in onder andere De Optimist en Op Ruwe Planken. Dieren krijgen een centrale plek in de poëzie van Brouwer. In de eerste gedichten van de bundel vooral in parallelle situaties, van dier naar mens of andersom. Later vinden we ook veel dieren als metaforen. Naast de dieren verbindt Brouwer het alledaagse ook met het groen, de natuur(kracht), het milieu. De maagden moeten bloeden bevat heel verschillende gedichten in verschillende stijlen, die qua thema’s echter wel dicht bij elkaar liggen. Brouwer schrijft geen gemakkelijke gedichten, maar er spreekt wel veel liefde voor de wereld om haar heen uit.
In 2018 las ik dus vooral bundels die ook daadwerkelijk vorig jaar verschenen zijn. 2019 is nog jong, dus ik heb nog geen bundels gelezen die dit jaar verschenen zijn, maar ook het ontdekken van ‘oude’ bundels is zeker de moeite waard!
Ghayath Almadhoun en Anne Vegter – Ik hier jij daar (2017) ****
De bundel van Ghayath Almadhoun (1979) en Anne Vegter (1958) past perfect bij de poëzieweek in 2019. Almadhoun werd geboren in het Palestijnse vluchtelingenkamp Yarmouk in Damascus en woont sinds 2008 in Stockholm. Zijn gedichten gaan over oorlog en daarmee ook over vrede en vrijheid. Almadhoun schrijft over schrijnende situaties en legt met zijn gedichten de vinger op de zere plek; de onverschilligheid van een land in vrede. Vegter was Dichter des Vaderlands van 2013 tot 2017 en er verschenen verschillende verhalen- en poëziebundels van haar hand. Ook zij schrijft over oorlog maar haar gedichten Ondertussen in Nederland vormen een schril contrast met de oorlog van Almadhoun. Een interessante bundel vol tegenstellingen.
Vicky Francken – Röntgenfotomodel (2017) ****
De debuutbundel van Vicky Francken (1989) is een bundel vol prikkels. Het lichaam, maar meer nog de zintuiglijkheid staat centraal in de gebundelde gedichten van Francken. Lichaamsdelen en bijpassende metaforen laten de lezer bijna letterlijk dingen voelen, geen hogere sferen, maar een zintuiglijk bewustzijn. De manier waarop gras tegen je rug voelt, wind in je haar, kippenvel in je botten. Eerder werk van Francken verscheen onder andere in Hollands Maandblad, Tirade en Revisor.
Lieke Marsman – De eerste letter (2014) ****
Lieke Marsman (1990) schreef verschillende dichtbundels en een romandebuut met de titel Het tegenovergestelde van een mens. Een roman die zich niet laat samenvatten en eigenlijk een verzameling scherpe analyses, ideeën, essays en gedichten is. In 2018 verscheen De volgende scan duurt vijf minuten maar in 2014 kwam De eerste letter uit. Een bundel vol prachtige gedichten die als thema angst, onzekerheid en ontwikkeling van het zelf in de breedste zin van het woord hebben.
Rodaan Al Galidi – Koelkastlicht (2016) ***
Rodaan Al Galidi (1971) vluchtte uit Irak en kwam in 1998 in Nederland terecht. In 2016 verscheen zijn inmiddels populaire roman Hoe ik talent voor het leven kreeg en de dichtbundel Koelkastlicht. Deze bundel is een zoektocht naar identiteit, naar het eigen bestaan en de eigen persoon, de dood en het leven zelf. De mensheid, onze planeet en al onze gewoontes, gebruiken en religies staan centraal in de bundel van Al Galidi. In het laatste deel van de bundel vindt de lezer nog een paar opmerkelijk typisch Nederlandse karaktertrekjes.
Al die poëziebundels zijn natuurlijk ook nog eens heel handig om die Reading Challenge te gaan halen dit jaar, dus waar wacht je nog op?!