Poezie Mauw #9 Ellen overpeinst
Tekst: Ellen
Banner: Anne Oerlemans
De laatste overpeinzing! Een beetje mosterd na de maaltijd, want de officiële poezieweek eindigde gisteren. Desalnietteplus laat Ellen nog van zich horen en, net als Nathalie, niet alleen schrijvend...
Annie (M.G. Schmidt) legt in Een dichter precies uit waarom ik regelmatig afhaak bij gedichten en omdat ik het niet beter kan uitleggen, stap ik daarom maar gewoon in de schoenen van Piet Pluimers (lees dus maar Pien Pluimers).
Neem Lucebert's Een liefde. Ik lees het. Ik lees het nog een keer. Ik probeer te begrijpen wat er staat. Ik lees het gedicht weer, nu hardop.
op de drempel stond armenkruis je stem
en ik proef in huis je tranen in een vaas staan
Met die eerste zin kan ik wel wat... ik zie daar wel iemand staan, in de deuropening, de armen gekruist, boos, luide stem. Ik denk dat het een vroruw is. Die tweede zin snap ik ook wel. Een vaas vol tranen, dat zijn heel wat huilbuien. Dat je die dan proeft, is op de een of andere manier ook wel logisch, je ziet het niet, die tranen worden voor je verborgen gehouden, maar ze zijn er wel. Binnen, als niemand het kan zien, horen of... proeven.
Kortom, die eerste strofe (twee regels... dus het is een, jawel, daaristie weer, een distichon!) is wel duidelijk. De titel van dit gedicht lijkt net zoals in de film Marriage Story te beschrijven wat eraan vooraf ging en niet op wat er nu gebeurt.
De tweede strofe:
ik bleef en passant aan de andere kant van de straat
er groette mij een hand en ik las dat het te laat was
Wegblijven! Je bent niet meer welkom!! Dat is wat de ik te horen krijgt, van de vrouw in de deuropening. En het komt ook echt helemaal nooit meer goed.
De derde strofe bevat een terugblik:
vroeger vonden wij tegen het glas een vliegmachine
maar lachten bij elke barst achter onze zachte kieuwen
Vliegmachine?? Huh? Tegen het glas gevonden? Geen idee wat hier bedoeld wordt. En die tweede regel lijkt me te vertellen dat de ik en die ander, twee vissen zijn. Dat zou dan wel weer passen bij het glas... maar die vliegmachine, en die groetende hand van eerder, en die stem... Zucht, ik heb geen idee wat die herinneringen zijn of wat ze vertellen. Als het nou een droom, of dromen waren... maar nee, ik denk niet dat dat aan de orde is. Ik laat die derde strofe voor wat het is, en ga naar nummer vier.
nu glijden wij gescheiden door azië en europa
en je zwijgen is van porcelein en mijn hijgen een hamer
Zou die eerste regel betekenen dat ze in een vliegtuig zitten, of in een schip? Gescheiden door Azië en Europa...hmm, de een in Afrika en de ander in (toen nog) de Sovjet-Unie? Geen flauw idee. Maar die laatste regel vind ik prachtig... Zwijgen dat is als porcelein en hijgen dat is als een hamer. Klinkt lekker, loopt lekker, die ei-klanken, de alliteratie en krachtige, mooie metaforen.
Kortom, Een liefde, daar kan ik nog wel wat mee, ondanks dat er een strofe in zit waar ik niets van begrijp. Nee, dan hu we wie! De verwijzing naar Ferdinand Langen is snel genoeg gevonden, maar dan... Weet je, eerst maar eens hardop lezen en dan in stille verwondering naar de tekst staren. En staren. En staren.
Nee, hoewel ik het leuk vind om die gedichten voor te lezen, heb ik er weinig mee. Ik verlaat Lucebert daarom voor een dichter die beter bij mij past. Ik vertel niet waarom het mij aanspreekt, dat mogen jullie zelf concluderen/deduceren of gewoon voelen. Luistert, huivert en geniet van Ramsey Nasr, die het gedicht, hieronder, zelf voordraagt. Hij schreef het toen hij stadsdichter - nee, Ellen, nee, nee, nee, hij was geen stadsdichter van Rotterdam, hij was Dichter des vaderlands, onthoud dat nu toch eens - was van de subliemste stad van de wereld (en dat kan dus niet, Ellen, want hij is geen stadsdichter van Rotterdam geweest!!).
Mocht je mee willen lezen, dan zijn hier alle gedichten te vinden die Nasr schreef als dichter des vaderlands. Nummer 6, Mi have a dream, is het gedicht dat te horen is. En voor wie het levensgroot wil zien.. dat kan dus, want het is wel een door Rotterdam geïnspireerd gedicht (Nathalie :p)
En het verschil met hu we wie? Dat begreep ik niet, en mi have a dream wel...
* Zeer oud-Nederlands woord voor wij