Van deze auteur wil ik alles lezen: Hella S. Haasse
Herken je dat? Dat er auteurs zijn van wie je alles wilt lezen? Die je altijd weten te boeien en waarvan alle boeken ook liefst in een eerste druk in je boekenkast staan? De leden van We Love Lit laten jullie maandelijks kennismaken met hun favoriete auteurs. Deze maand legt Victor uit waarom Hélène Serafia Haasse één van zijn favoriete auteurs is.
Literatuur met een grote L? Begin ’s met Hella Haasse.
Door Carl Koppeschaar & Erik Baas at nl.wikipedia, CC BY-SA 2.5, Link
Áls je dan een boek van een Grote Nederlandse schrijver wilt lezen, liefst een beetje toegankelijk, waar moet je dan beginnen? Probeer ’s een boek van Hella Haasse. Toegankelijker dan je denkt.
In de Nederlandse literatuur ging het in de tweede helft van de vorige eeuw vaak over de ‘grote drie’: Reve, Hermans en Mulisch. Drie mánnen inderdaad. Van dát soort mannen ook, met van die ego’s. Volgens velen hoort Hélèna Serafia Haasse (1918-2011) als vierde in dat rijtje thuis. Veelzijdig schrijfster, begaafd en ontwikkeld. ‘Taal is de uitdrukking van cultuur ’was haar motto.
Hella’s scherpe inzicht in menselijke zwakheden en haar kennis van de klassieke geschiedenis zijn legendarisch, evenals haar snelle geest. ‘Ze las sneller dan Nederlandse auteurs konden schrijven’. Heel wat schrijvers (Marion Bloem, Jan Siebelink, Charlotte Mutsaerts) bewaren goede herinneringen aan haar aanmoedigingen. Natalie van WeLoveLit is nog steeds onder de indruk van die ene keer dat ze Haasse hoorde en zag spreken (in theater Carré in 2009): ‘een heel bijzondere vrouw’.
Als je Haasse aan de Grote Vier toevoegt is zij meteen de enige met een internationale achtergrond, Tot haar twintigste woonde ze in Djakarta (toen ‘Batavia’) genoemd. Waarschijnlijk daarom heeft haar werk de internationale klasse die je verder misschien alleen bij diplomaat-schrijvers als F. Springer (pseudoniem voor Carel Jan Schneider) en Robert van Gulik tegenkomt. Was er vorig jaar eindelijk iemand die een Engelse vertaling van De Avonden wilde uitgeven, van Haasse verschenen de eerste Engelse vertalingen al in de jaren tachtig. Zowat haar hele oeuvre is in het Frans vertaald.
Kom van dat dak af
Zanger Peter Koelewijn wordt geïdentificeerd met die ene hit, terwijl hij zoveel meer kan. Zo is het ook met Oeroeg, Haasses debuut. De vriendschap tussen een Nederlandse en een Indische (nu zou je zeggen ‘Indonesische’) jongen, maar door de politieke veranderingen wordt het toch steeds moeilijker om bevriend te zijn. Het is al aan z’n tweeënvijftigste druk toe. Waren Reve, Hermans en Mulisch vooral met zichzelf bezig, Haasse nam – destijds behoorlijk gedurfd - de koloniale geschiedenis van Nederland op de korrel. Ook in Sleuteloog en Heren van de thee en speelt die een rol. Voor dit laatste boek destilleerde Haasse uit een reusachtig familiearchief de dramatische afloop van de ambitieuze plannen van een theeplanter en zijn ongelukkige vrouw, tegengewerkt door zijn eigen broer en vader. Toestanden die je in menig familiebedrijf tegenkomt.
Leuk om als Haasselezer mee te beginnen is Transit (1994). Een als Boekenweekgeschenk uitgegeven, eigentijds verhaal over Xenia, wier wereldje steeds verder uit het lood komt te staan als de vrienden bij wie ze een leuke tijd wil doorbrengen allemaal de weg kwijt blijken te zijn. In De wegen der verbeelding (1983) krijgt een stel autopech ergens in Frankrijk. Lichtvoetig en toch dreigend. Onderhuidse spanningen komen aan de oppervlakte. Dat gaat knállen… Nergens lees je dat de relatie op scherp staat, maar je vóelt het - een prachtig voorbeeld van ‘show, don’t tell’ Ideaal voor in de koffer als je zelf naar de zon gaat. Huurders en onderhuurders is ook al zo’n leuk speels verhaal. De gebeurtenissen rond en club rare mensen in dat pension lezen nog steeds als een trein. Haasse zag dit soort boeken net zo goed als een uitdrukking van haar ‘zíjn’ als haar historisch georiënteerde werk: ‘Ik besta in wat ik schrijf’.
Relatiedrama
Een boek waar ik zelf weg van ben is De Ingewijden. Je kan het op wel drie niveaus lezen: een relatiedrama, een Griekse road novel, en een verhandeling over de mythologie (en dan vooral het gedweep ermee, terwijl de oude Grieken toch vooral bloeddorstige slavenhouders waren). We volgen zes zoekende mensen op Kreta. Zo is daar Jessica: zij vlucht voor het gekibbel in haar gezin. Kretenzer Niko is op zoek naar een doel voor zichzelf en leraar klassieke talen Lucas reist met een paar leerlingen. ‘De waarheid zet uit naarmate wij zelf groeien. Nooit achterhalen wij haar.’ Alleen schilderes Eline ziet het licht waar de titel naar verwijst: ‘Gelukkig hij, die ingewijd is vóór hij onder de aarde gaat, want hij kent het einde van het leven en het van God gezonden begin’ (uit een gedicht van de Griekse dichter Pindaros).
Wat je ook nog wel ‘s tegenkomt is een grappig boekje (Kleren maken de vrouw) geschreven in opdracht van De Bijenkorf. Of het prefeministische Verborgen bron (1950) - jonge kunstenares moet moeilijke keuzes maken. En er is nog veel meer, zoals het horrorachtige Berichten van het Blauwe Huis. Miskleunen kan bij Haasse eigenlijk niet. Lees en geniet!
- Victor -