Literaire reis door Woesten
In 2013 verscheen Woesten, het debuut van Kris van Steenberge (1963). Dat Van Steenberge, (toneel-) schrijver, regisseur en docent, ook het schrijven van een roman in zijn vingers had, bleek al snel. Hij won met Woesten “De Bronzen Uil”, de “Debuutprijs 2014” en Woesten werd uitgeroepen tot Boek van de maand bij De Wereld Draait Door. Onlangs is de 20ste druk van het boek verschenen. Dit jaar ging Literatuurclublid Jan op vakantie in de Westhoek van Vlaanderen, bezocht ook het plaatsje Woesten en begon daar het boek te lezen. Hij maakte wat foto's van onder meer de kerk, die een belangrijke rol speelt in het boek. Harriet, die het boek al een aantal jaar op de plank had staan maar het nog niet gelezen had, ging ook aan het lezen. Het resulteerde in deze buddyread.
Tekst: Harriet en Jan Stoel
Banner: Nathalie van den Dobbelsteen
Foto's: Geanet en Jan Stoel
Het verhaal
Het is het einde van de negentiende eeuw. Elisabeth Mazereel, een van de hoofdpersonages uit het boek, de dochter van de smid in het plaatsje Woesten, is 15 jaar en maakt kennis met meneer Funke. Meneer Funke is een vreemdeling in het dorp Woesten en onderwerp van gesprek bij veel dorpelingen. Voor Elisabeth is hij de man die haar kennis laat maken met literatuur en poëzie. Hij laat haar zien dat de wereld groter is dan Woesten. En Elisabeth wil meer van de wereld zien. Ze droomt van een mooie toekomst ver van Woesten verwijderd. De werkelijkheid is echter anders. Haar droom brokkelt steeds verder af.
Elisabeth is eigenlijk verliefd op Hendrik, die echter behoort tot ‘de messentrekkers van de Centiemhoek’ in Woesten. Bij haar moeder valt die relatie niet goed. Als Hendrik wegens moord wordt gearresteerd, is Elisabeth ontroostbaar. Elisabeth wordt gekoppeld aan de jonge arts Guillaume Duponselle. Ze trouwt met hem, het is een moetje. Ze hoopt door het huwelijk weg naar de grote stad te kunnen trekken, maar de arts blijft in Woesten. Elisabeth wordt niet echt geaccepteerd door haar schoonmoeder die voor Guillaume toch een betere partij uit hogere kringen had voorzien. Acht maanden na hun huwelijk bevalt Elisabeth van een tweeling, een mooi kind Valentijn en een kind met een aangetast uiterlijk, Nameloos. Hoewel haar man dokter is, ziet hij niet dat Elisabeth zal bevallen van een tweeling. Is Nameloos zo verminkt bij de bevalling door het gehannes van zijn vader, de dokter? Deze vraag blijft onbeantwoord.
Guillaume ziet alleen maar zijn gezonde kind, Elisabeth houdt van allebei. Er ontstaat verwijdering tussen het echtpaar. Guillaume heeft een geheim, is dwangmatig, autistisch, streeft alleen naar het perfecte. Hij is getraumatiseerd door een tragische gebeurtenis in zijn jeugd. Dat is voor hem de reden geweest om voor arts te studeren.
Dan breekt de Eerste Wereldoorlog uit en hoewel de kwezels in het dorp Nameloos als een rariteit beschouwen, worden er op het slagveld veel meer 'soortgenoten geboren', verminkten. Valentijn raakt in de oorlog beide benen kwijt. De oorlog zorgt ook voor psychische verminking.
Het huwelijk komt steeds meer onder druk te staan, Elisabeth wordt in een strak keurslijf gedwongen en kan uiteindelijk alleen nog maar kantklossen voor de kleding van heiligen in de kerk. Uiteindelijk wordt Elisabeth vermoord. Maar wie heeft die moord gepleegd? Haar vroegere geliefde en uit de gevangenis ontslagen Hendrik De Maere, Guillaume, de proletarier Pier Keiremelk, Funke, is het zelfmoord?
Na de oorlog vinden de Nameloze en Valentijn elkaar in het verwoeste Woesten. Valentijn is gewond uit de oorlog gekomen. De broers blijken elkaar perfect aan te vullen en gaan de droom van hun moeder realiseren.
(Foto links: De Centiemhoek; foto midden: de verwoeste kerk na W.O. I; foto rechts: de herbouwde kerk 2018)
Opbouw
Harriet: Het verhaal is opgebouwd uit vijf delen, de eerste vier delen hebben steeds een ander perspectief. In het laatste deel komen er twee perspectieven samen. Woesten is geen lineair verhaal. Langzaam maar zeker wordt het verhaal dat je kent uit deel één, aangevuld en worden lege plekken opgevuld. Hierdoor krijg je steeds meer zicht op het hele verhaal. Je krijgt ook meer begrip voor de gebeurtenissen en reacties van de hoofdrolspelers. Ik vond het fascinerend hoe de schrijver dit gedaan heeft.
Jan: In de eerste vier delen van het verhaal staan de hoofdpersonages centraal en wordt het verhaal vanuit hun perspectief beschreven. Het begint met Elisabeth. Alles lijkt voorspoedig te gaan totdat Guillaume dat verstoort. In het tweede deel komt de lezer erachter waarom Guillaume zo obsessief perfectionistisch is. Het aanvankelijk harmonieuze gezin raakt steeds meer uit balans. We leren Nameloos en Valentijn kennen. In het laatste deel, zo mooi 'Tweezaam' genoemd, komen alle verhaallijnen samen, wordt het verleden afgesloten en gloort een nieuwe toekomst. De eenzaamheid is voorbij. De broers Valentijn en Nameloos zijn verschillend, maar toch aan elkaar gehecht. In mijn hoofd blijft steeds maar de kantklossende Elisabeth zitten. Met allerlei draadjes maakt zij voor de pastoor kleding voor de beelden die in een grote processie meegedragen zullen worden. De auteur heeft in zijn boek allerlei klosdraadjes in elkaar geweven tot een prachtige compositie. Tussen die draadjes zitten open stukjes. Die open stukjes in het verhaal zijn de sleutelscenes die op organische manier in het verhaal hun plek krijgen. Op het laatst ziet de lezer wat een kunstwerk Kris Van Steenberge heeft gemaakt.
(Foto links: Frans kerkhof na W.O.I; foto midden: afbeelding St. Rictrudis beschermheilige van de kerk. Elisabeth moest voor deze heilige de mantel klossen. Foto is niet van het beeld uit de kerk; foto rechts: Frans oorlogskerkhof 2018)
Thema's
Jan: Hoewel het verhaal zich afspeelt in de Eerste Wereldoorlog is de oorlog alleen op de achtergrond aanwezig. De oorlog heeft op de mensen zowel fysiek als psychisch effect gehad en dat zie je in het verhaal van Woesten terug. Het gaat in het boek om wat er zich tussen mensen afspeelt. De grens tussen goed en kwaad is een thema, de (onbereikbare) liefde, de verminking van de mens in al zijn vormen, de macht van het geld, vernedering, vereenzaming. Eigenlijk laat het dus de mens in al zijn facetten zien. Uit vernietiging ontstaat weer iets nieuws. Dat zie je aan Valentijn en Nameloos. Valentijn is de populaire jongen, ook als hij zijn twee benen verloren heeft. Hij wijst aan het eind van het boek rijkdom af en kiest voor zijn tweelingbroer. Nameloos gaat achter een voile door het leven gaat, wordt als rariteit beschouwd. In een klooster vindt hij zichzelf terug: “Ik was negentien jaar en voor het eerst in mijn leven zei iemand tegen mij: zing maar. Ik opende mijn mond en stootte een klank uit. Ik zag aan zijn blije ogen en geestdrift waarmee hij nog enkele keren dezelfde tonen aansloeg, dat mijn klank gelijk gestemd was met de zijne.” Nameloos en Valentijn gaan in hun leven samen verder. Kris van Steenberge heeft deze ontwikkelingsroman geschreven als ware het een thriller. De lezer wil weten wie Elisabeth vermoord heeft. Het draait in het boek echter ook om sociaal contact, sociale aanvaarding. Steeds wordt de lezer door een cliffhangertje weer gestimuleerd snel verder te lezen.
Harriet: Het grote thema van dit boek is inderdaad de mens in al zijn facetten. Zijn goede en minder goede kanten. Onvoorwaardelijke liefde. Wat ik zeker ook heel mooi vond is dat door de opbouw van het boek, je in eerste instantie een idee van iemand krijgt. Als je later leest over diens jeugd kun je goed begrijpen waarom iemand doet wat hij doet. Je wordt geconfronteerd met je vooroordelen. En die vooroordelen zijn ook weer een thema dat je tegenkomt. Er zit vaak zoveel meer in de mens dan alleen dat wat je aan de buitenkant ziet. Dat zie je bij Nameloos, maar ook bij Hendrik de Maere. Dat laat voor mij dit boek absoluut zien.
(Foto links en rechts: interieur kerk 2018, Foto midden: De pastorie in 1925)
Schrijfstijl
Harriet: Het taalgebruik van Van Steenberge is mooi en beeldend, soms poëtisch. Hier en daar wat Vlaamse woorden en uitdrukkingen, maar het blijft vlot om te lezen.
Ook zit er zeker humor in het boek, zoals hier in tijdens een gesprek tussen Elisabeth en de pastoor:
“’Ik wist niet dat u zoveel van baren afwist,’ antwoordde ze. Het klink feller dan ze bedoeld had. ‘Van het baren niet, madame, maar wel van Gods wereld.’ ‘Als God voor de vrouw het baren bedacht heeft, begrijp ik niet waarom hij voor de man geen waardig alternatief verzon.’”
Jan: Ik vind dat Van Steenberge op een hele verfijnde wijze het boek heeft geschreven, een epische roman. Daar past natuurlijk de lokale taal helemaal in. Soms is die taal heel poëtisch. Als de zomer op haar eind raakt: "De zomer kreeg plots een andere kleur. De hitte woog minder zwaar." Of als Elisabeth haar droom om Woesten te verlaten niet kan waar maken: "Vooral de tralies verleren gekooide vogels te vliegen." Soms kiest de auteur een setting met een flashforward karakter. Als Guillaume Elisabeth ten huwelijk vraagt, doet hij dat achter de mesthoop. Een voorteken? En humor speelt natuurlijk een rol: "De lange had de fijngevoeligheid van een kassei".
De mooiste passage is die waar de eenvoud een rol speelt. Het is de scene waar Valentijn en Nameloos aan de waterkant zitten en met platte stenen 'broodje snijden' op het water. Nameloos lukt iets wat nog niemand is gelukt: met een witte kei ketsend via het water de overkant bereiken. “Het was een heilig ogenblik. De perfecte kei op een spiegel van water. (…) Nameloos draaide zich om, stak beide armen in de licht zoals een wielrenner doet wanneer hij over de eindmeet rijdt, en riep luidkeels kotmeteladie. Zo klonk het. Kotmeteladie. Het was een kreet van vreugde. Van opperste genot. Voor mij was het een woord. Zijn eerste woord dat hij ooit sprak. Zijn enige ook.” De Nameloze beseft dat hij de moeite waard is. Het laatste deel van het boek, ‘Tweezaam’, is van een ontroerende schoonheid.
(foto: 'broodje snijden')
Wat nog meer opviel.
Harriet: Het is de schrijver heel mooi gelukt om met de verschillende verhaallijnen een mooi geheel te weven. Kleine details doen er toe en komen ook later weer terug. Niets staat er voor niets. Dit is soms ook een klein beetje te volmaakt en te toevallig. Het maakt het verhaal wel tot een mooi rond geheel, alle touwtjes van het weefraam zijn keurig afgehecht, maar dit was voor mij niet echt nodig geweest. Het gaf een ontroerend einde toch iets lacherigs. Van mij krijgt het boek vier sterren.
Jan: Ik ben in Woesten geweest om te zien wat ik nog kon ontdekken en of ik het kon relateren aan het boek. Ik bezocht er de kerk, de begraafplaats met de oorlogsgraven van voornamelijk Franse soldaten. Overal in de Westhoek zie je de herinneringen aan de Eerste Wereldoorlog en je krijgt steeds meer zicht waarom men het de Grote Oorlog heeft genoemd. De kerk was gewijd aan de heilige Rictrudis, waarvoor Elisabeth die mooie kanten mantel moest maken. Rictrudis was getrouwd met Adalbald. Dat huwelijk werd door de familie van Adalbald nooit aanvaard. Zie hier de parallel met Elisabeth, maar ook de thematiek van de sociale aanvaarding. Woesten is een indrukwekkend monument van een boek. Van mij krijgt het vijf sterren.