Vraag 5: De icoon
De icoon in dit boek is een bijzonder exemplaar. Zo stelt ook de bril/Oculi met wie de icoon een gesprek heeft:
“Je hebt kijken en kijken,’ zegt Oculi. ‘Ik help mensen kijken. Bij jou is het ingewikkelder. Jij bent een schilderij, waar mensen naar kijken, nietwaar?’
‘Dat klopt,’ zeg ik.
‘Kloppen doet het zeker, maar tegelijk ben je niet zomaar een schilderij, je bent een icoon. Dat is een heel verschil. Naar een icoon kijk je niet zelf, een icoon kijkt naar jou, dat is de filosofie van de icoon. Om het helemaal moeilijk te maken ben jij, icoon, blind. Of zo goed als. Laat me eens even naar je kijken. Zijn die ogen nou dicht? Of gewoon neergeslagen? Het doet er niet toe. Dit is een bijzonder geval. Een icoon die niet kijkt. Hoe verklaren we dat? Hoe kan een blinde kijken?’
‘Weet ik veel,’ zeg ik. ‘Ik voel me vooral als een meisje in een mooie jurk. Iedereen kijkt naar de jurk, en vervolgens ook naar het meisje dat de jurk draagt. Meisje en jurk zijn één. Of het meisje nou blind is of niet...’
‘Je begrijpt niet wat ik bedoel,’ valt Oculi me in de rede. ‘Het gaat niet om de jurk of om jou. Het gaat om wat er gebeurt met mensen die naar jou, blind portret, komen kijken, waarbij ze overigens vaak mij gebruiken als hulpmiddel.’
En inderdaad, in het boek gebeurt er van alles met mensen die de icoon te zien krijgen.
Vraag 5.
Welke scène uit het boek betreffende personen die de icoon zien, is je het beste bijgebleven en waarom viel die scène je extra op? Anders gezegd: welke reactie op de icoon heeft je het meest geraakt of misschien juist gestoord of vond je erg herkenbaar, leuk, symbolisch of typerend voor de mensheid.