Onder de loep: Alleen op de Wereld, Malot
‘Onder de loep’ is een nieuwe rubriek op ‘Passie voor Letteren’. In de artikelen die hieronder verschijnen zal ik op analytische wijze ingaan op een boek dat ik heb gelezen. In deze eerste aflevering ga ik het hebben over de jeugdklassieker ‘Alleen op de Wereld’ van Hector Malot.
Gezwicht door het gedateerde uiterlijk en denkend aan de tekenfilmserie waar ik vroeger zo graag, ondanks de tranen met tuiten, naar keek, heb ik ‘Alleen op de Wereld’ van Hector Malot tientallen jaren geleden tweedehands gekocht. Met dit oudje zou ik mijn emotionele rit van toen gaan herbeleven. Toch, het gekke is dat van al die keren dat ik de tekenfilmserie had bekeken ik mij niet veel meer herinner dan een wandeltocht door een sneeuwstorm waarbij de oude man die bescherming bied aan Remi overlijd. Die zelfopoffering was dan ook het stuk waar bij mij de tranen echt niet meer tegen te houden waren. Verder herinner ik mij iets van een boot en bergen, of raak ik nu in de war met Heidi? Wat ik mij nog wel herinner is dat het verhaal mij als kind aantrok vanwege de romantische wensvervulling er alleen op uit te trekken, met de oerkracht die ik bezat zou ook ik de wijde wereld in trekken. Ware het niet dat aan het eind van de tv-serie mijn oerkracht om de wereld te veroveren steevast veranderde naar een die het bij nader inzien toch liever bij het struikgewas tegenover ons huis hield.
Eenmaal in de kast staande nam ik het boek vaak ter hand, bladerde het even door, maar op de een of andere manier kwam er van mijn voornemen om het te gaan lezen niets terecht. Hoe aanlokkelijk het boek er in de winkel ook had uitgezien zijn magie was weg. Tot ‘Het Klassieker Genootschap’ op Hebban een leesclub startte van ‘Alleen op de Wereld’. Mijn kans om het boek te gaan lezen. Mocht ik niet door het boek heen komen, iets waar ik toch steeds een beetje bang voor was, dan zou ik een aantal leesclub(lot)genoten hebben die mij er doorheen zouden kunnen slepen. Zo begon ik dan toch uiteindelijk aan het boek die een van de langst wachtende in mijn boekenkast is geweest. Mijn angst bleek ongegrond, zelfs zonder de aanmoediging van de leesclub heb ik het boek uitgelezen.
Hector Malot
Hector Malot is wereldwijd beroemd als auteur van ‘Alleen op de Wereld’, maar wie is hij nou eigenlijk?
Op 20 mei 1830 werd hij geboren in het kleine stadje La Bouille in Frankrijk dat zelfs heden ten dage slechts 764 inwoners telt. Zowel zijn vader als beide zwagers waren hier notaris. Het lag daardoor voor de hand dat Malot ook rechten ging studeren met de bedoeling notaris te worden. Na zijn voltooiing van zijn rechtenstudie begaf hij zich echter in de richting van de literatuur omdat hij zich hier van jongs af aan toe aangetrokken voelde. De eerste tijd werkte hij alleen als literair- en toneelcriticus en publiceerde nog geen eigen werk. Uiteindelijk stopte hij hiermee en begon met schrijven. Malot schreef voornamelijk licht melodramatische fictie, geschreven onder invloed van socialistische en humanitaire ideeën. Hij bekritiseerde sociaal onrecht op milde wijze in zijn werk door misstanden als kinderarbeid en de treurige situatie van weduwen aan de kaak te stellen, evenals de kloof tussen arm en rijk of het met de harde hand les geven. Thema’s die je ook stuk voor stuk voorbij ziet komen in ‘Alleen op de Wereld’.
Van de meer dan zestig romans die Malot heeft geschreven is ‘Alleen op de wereld’ (1878) het enige boek dat echt stand heeft weten te houden en een groot succes geworden. Hij schreef dit boek min of meer in opdracht. Oorspronkelijk was het uitgangspunt van het verhaal bedoeld om Franse kinderen de topografie van hun land te leren kennen. Dit is te lezen in een brief die uitgever Pierre Jules Hetzel begin 1869 aan Malot schreef. Deze Hetzel was in 1864 begonnen met het opvoedkundig tijdschrift ‘Magasin d’Education et de Récreation’ waar onder andere Jules Verne en Hector Malot aan meewerkten. ‘Sans Famille’ (Zonder Familie) de oorspronkelijke titel van ‘Alleen op de Wereld’ werd daarin als feuilleton opgenomen en verscheen in Frankrijk direct als boek, door Hetzel uitgegeven in 1878. Het was meteen een groot succes. In 1879 beleefde het al de zeventiende druk en werd het bekroond met de gouden Montyonprijs, een zelden toegekende onderscheiding van de Académie Française voor ‘edele culturele prestaties’. Er volgden vele vertalingen in het Engels, Duits, Russisch, Japans en zelfs Vietnamees. In Nederland verschenen er in 1880 twee vertalingen. De een met de originele titel ‘Zonder Familie’ en de ander met de nog steeds onder die naam bekende ‘Alleen op de Wereld’ van Gerard Keller. Ook in Nederland deed het boek het goed. Twee jaar later ging al de twaalfde druk de winkels in en nog steeds wordt het boek opnieuw gedrukt. Er zijn inmiddels veel bewerkingen van bewerkingen uitgebracht. Niet altijd heeft men zich daarbij aan het origineel gehouden. Zo ligt bij het ene boek de nadruk op de spanning, terwijl het bij een ander juist weer meer op het sentimentele vlak ligt. Heeft men zich in het ene boek aan het originele perspectief van de ik verteller gehouden, in een andere is deze veranderd in de hij vorm. Zelfs de natuurbeschrijvingen, die zo essentieel zijn in de oorspronkelijke versie, zijn in sommige bewerkingen in enkele regels afgedaan, terwijl het origineel enkele bladzijden gebruikt.
In 1895 schreef Malot een brief aan ‘Les Temps Nouveaux’, een anarchistische krant die heeft bestaan van 1895 tot 1914. In de brief gaf hij aan te gaan stoppen met schrijven. Dit nieuws kwam zelfs in de Nederlandse kranten te staan. (foto: Algemeen Handelsblad 26-05-1895)
Uiteindelijk schreef hij in 1896 nog ‘L’Amour Dominateur’ en ‘Le Roman de mes Romans’ waarin hij zijn levensgeschiedenis op schreef. Waarna hij zich wel aan zijn woord hield.
17-07-1907 is Malot op zevenenzeventig jarige leeftijd te Fontenay-sous- Bois in Frankrijk overleden. Wat een datum om op die leeftijd te overlijden. Als het in een van zijn verhalen zou zijn geweest zou je er iets symbolisch achter kunnen zoeken.
‘Alleen op de Wereld’ is een jeugdavonturenroman die de overgang van de beschermde kindertijd naar de volwassenheid beschrijft, daarmee kan het gezien worden als een ontwikkelingsroman. Het beschrijft de geschiedenis van een vondeling die op zoek is naar het verleden, waarbij het harde leven van een straatartiest de dramatische lijn vormt waarlangs het verhaal zich afspeelt. Als lezer wordt je door Remi meegenomen op een lange voettocht door heel Frankrijk.
‘Wij passeerden Villefranche-de-Lauraquais, Avignonnet en vandaar kwamen wij bij de rotsen van Naurousse, waar men het grote monument heeft opgericht voor Riquet, den man die het kanaal als ingenieur heeft laten graven. Wij zagen oude stadjes, wij kwamen langs Castelnaudary de stad van de molens en dat oude middeleeuwse stadje Carcassone.’
Pagina 84
Je krijgt op die manier gedetailleerde informatie over streken en steden, er wordt zelfs ingegaan op de verschillende samenstellingen van aarde. Zo legt Magister, die in de mijnen werkt en een mijnmuseum heeft, bijvoorbeeld aan Remi uit wat steenkool is:
“Je wilt dus in de eerste plaats weten, wat steenkool eigenlijk is”, begon de magister. “De aarde waarop wij wonen is niet altijd zo geweest als ze nu is. Er zijn tijden geweest… duizenden en duizenden jaren geleden, dat dit land bedekt was met een dichte plantengroei en dichtte, donkere bossen. Toen is het peil van het land gezakt, de zee is erover heen gestroomd, de bomen zijn verrot, door de zwaarte van ’t water zijn alle resten dicht tegen elkaar aangedrukt en zo is er een dikke laag ontstaan, die langzamerhand zo hard werd als steen. Later is het peil van de zeebodem gezakt. Dit land was zeebodem, maar het is weer droog land geworden. Nieuwe bossen zijn gaan groeien, de zee is er weer overheen gekomen en er ontstond een tweede laag. Het is niet mogelijk, om je te vertellen hoeveel duizenden jaren dat alles geduurd heeft, maar wat wij nu steenkoollagen noemen is niets anders dan een verzameling resten van planten en bomen, die versteend zijn.” Ik keek misschien een beetje ongelovig, want hij nam een stuk steenkool en toen ik goed keek… ja toen zag ik inderdaad de afdruk van een boomblad. Op een ander stuk uit de verzameling kon ik ook vezels en houtnerven zien.
Pagina 174/175
Dit lerende aspect paste goed in het toenmalige streven om kinderen onderricht te geven in aardrijkskunde. Door deze te verpakken in een jasje van een roman werd het educatieve op een onopvallende manier in het verhaal geïntegreerd.
Met elke nieuwe stap beleefd Remi steeds weer een nieuw avontuur, krijgt tegenslag na tegenslag te verwerken, (voor mijn gevoel soms net iets te veel) maar blijft krachtig doorgaan. Langzaamaan zie je hem veranderen van jongen naar man. Malot heeft dit weergegeven door de daden en woorden van Remi steeds krachtiger en bewuster te laten worden, van iemand die wereldwijs moet worden gemaakt, is hìj op een gegeven moment degene die de leidersrol heeft. Daar zit wat mij betreft ook wel een kanttekening in, want hoe Remi in het hele verhaal ook als brave borst wordt afgeschilderd, die ook nog eens goed kan leren, beiden geven je tijdens het verhaal vaag het gevoel dat dit wel eens de genen van een goede afkomst kunnen verraden, bezit hij ook een zekere zelfingenomenheid die steeds groter word naarmate hij groeit. Zoals bijvoorbeeld hoe hij op een gegeven moment van zijn appelbollen zit te genieten, en hij als ‘kind’ zijnde besluit wanneer zijn moeder eindelijk een appelbol mag eten, stuitte mij wel een beetje tegen de borst, evenals hoe hij uiteindelijk het huishouden bestierd op het eind, hij beslist en maakt uit. Waarschijnlijk zal dit grotendeels toe te weiden zijn aan de wijze waarop de hiërarchie tussen man en vrouw in de negentiende eeuw was. Het zou dus best goed mogelijk kunnen zijn dat Malot dit dan natuurgetrouw heeft weergegeven, maar het zou ook bewust als een kritiekpunt op die hiërarchie in het verhaal verweven kunnen zijn. Toch komt die zelfingenomenheid niet alleen in deze situaties voor. Ook bij Mattia toont Remi een grote zelfingenomenheid die ik een beetje misplaatst vind. Mattia die ervoor zorgt dat bij een straatoptreden de inkomsten sterk verhogen, die Remi gezelschap houdt, die samen met hem rondtrekt, zelfs mee gaat naar de ‘familieleden’ van Remi, hem helpt in moeilijke situaties en met het zoeken naar zijn echte familie. Die Mattia geeft aan tijdens het rondtrekken ook graag bij zijn moeder langs te willen. Maar Remi vindt dat zijn familie belangrijker is. Pas nadat Remi alle personen heeft bezocht die hij wil bezoeken, dan zal Mattia aan de beurt zijn. Het zou Remi meer gesierd hebben als hij, als dank voor de vriendschap en hulp van Mattia, tijdens de ellenlange zwerftochten tussendoor een bezoekje aan Mattia zijn moeder had gepland.
Het poëtische
Het poëtische aspect in ‘Alleen op de Wereld’ kan je onder andere terug vinden in de manier waarop de natuur, die veel warmte kan geven maar in zijn grilligheid ook kan nemen, uitgebreid wordt geplaatst tegenover bijvoorbeeld de grauwheid van de mijnstad Varses. Of zoals Parijs zo prachtig wordt beschreven, alsof je regelrecht een setting van Charles Dickens binnenstapt. Ook sommige zinnen zijn als poëzie:
‘Een koe is voor het oog van den wandelaar een schilderachtige, levende vlek op het eeuwige groen van de wei, maar voor het arme gezin is zij vaak het eenige levensonderhoud en altijd een geliefde huisvriendin.’
Pagina
Zelfs de opbouw van het verhaal heeft iets poëtisch. Het doet mij denken aan ‘De Goddelijk Komedie’ van Dante. Remi daalt af naar de hel in de vorm van de mijnen met het wassende water. De mensen van de mijnstad die in sociaal opzicht op het allerlaagste niveau van de samenleving zitten en het stadje zelf worden op een wondermooie maar grauwe beeldende manier neergezet. De voetreis van Remi kan als een queeste vol beproevingen worden gezien waarbij de natuur, die zoveel wilskracht van Remi vergt, de vervanging is van de louteringsberg. De top van de louteringsberg, het paradijs wordt in ‘Alleen op de Wereld’ vervangen door het kasteel, gebouwd op een hoogvlakte waar Remy vindt waar hij al die tijd naar op zoek is geweest, de geborgenheid van familie.
Fenesta vascia e patrona crudela
Ook het Napolitaanse lied ‘Fenesta vascia e patrona crudela’ dat meerdere keren voorbijkomt in het boek heeft iets poëtisch. Niet alleen op structureel vlak, het brengt namelijk Lize haar stem terug, Remi leert het van Vitalis en Mattia kan het zo mooi spelen, maar ook de tekst zelf is pure poëzie:
Lage venster van wrede minnares,
Hoeveel zuchten heb ik voor je gemaakt!
Mijn hart brandt als een kaars
Als ik je naam hoor, mijn schoonheid!
Oh, wees als de sneeuw!
De sneeuw is koud maar men kan het aanraken.
En jij, hoe kun je zo streng en wreed zijn?
Als je me ziet sterven, wil je me dan niet helpen?
Ik wou dat ik weer een jongen was
Wie verkoopt water in een straat,
Om weg te gaan van hier naar grote huizen:
Beste dames! Ah! Wie wil wat water?
Als een meisje vanaf het balkon vraagt:
"Wie is deze kerel die water verkoopt?"
Ik zal antwoorden met voorbehoud:
"Het zijn mijn tranen van liefde, het is geen water!"
In dit lied gaat het om de liefde tussen een jongen en een meisje dat zich verbergt achter een raam dat gesloten blijft. Het is een onmogelijke liefde want de een is rijk de ander arm. Daarmee hebben we dan gelijk een sociaal kritiekpunt van Malot te pakken; het verschil tussen arm en rijk. Dit thema werkt op die manier ook door in ‘Alleen op de Wereld’ door middel van Remi (arm) en Lize (goede komaf), welke op een gegeven moment een keerpunt kent.
Als je dit lied toepast op het verhaal krijgt het een wending van een verpakt aardrijkskunde boek naar een romantische setting van Shakespeares ‘Romeo en Julia’ compleet met balkonscene wanneer Remi onder het raam van Lize dit lied zingt en zij plotsklaps haar stem terug heeft door het weerzien van Remi en meezingt. Zij beantwoord daarmee als het ware zijn liefde.
Filosofie
Er is een stukje in ‘Alleen op de Wereld’ die mij heel erg deed denken aan het veel later verschenen ‘Het Lot’ van Jean Paul Sartre waarin het existentialisme naar voren komt. Dit is het stukje waar Remi het goed heeft op de boot bij mevrouw Milligan en de ziekelijke Arthur, zo goed zelfs dat hij hoopt dat hij daar mag blijven van Vitalis. Helaas beslist deze uit eigenbelang anders. Waarna er noodlottige dingen gebeuren en Vitalis op een gegeven moment zegt:
“Helaas… hij is dood. Dat moest er wel van komen. Zie je, Remi, dat is mijn straf, omdat ik je weggenomen heb van mevrouw Milligan. Eerst Zerbino en Dolce en nu Joli-Coeur. En dat zal nog niet het einde zijn…”
Pagina 111
Het existentialisme was vooral in de jaren veertig van de twintigste eeuw in trek. Het is zowel een literaire als filosofische stroming waarvan Sartre (1905-1980) als de vader wordt gezien. De gedachte van het existentialisme is dat de mens in essentie vrij is, niet in de zin van dat we maar van alles kunnen roepen en doen, maar vrij in de zin van er is geen hogere macht die zin of betekenis geeft aan het leven, geen vooruit gezet pad die ons leven leidt. De persoon zelf is vrij om zijn eigen pad te maken, verantwoordelijk voor zijn eigen daden en daarmee met zijn lot. Het bestaan is volgens Sartre dan ook een dynamisch proces waarin een persoon zichzelf definieert door zijn acties en keuzes. Meer hierover schreef ik in een eerder blog ‘Jean Paul Sartre en het lot’.
Door de recensie van Tea kwam ik erachter dat het juist de ideeën van filosoof Jean-Jacques Rousseau zijn die in ‘Alleen op de Wereld’ naar voren komen. Rousseau was van mening dat kinderen vrijheid nodig hadden om zich te kunnen ontplooien, ver van het stadsleven en in verbondenheid met de natuur, zonder dwang of straf. Dankzij deze verwijzing naar Rousseau kwam bij mij de gedachte op dat Vitalis zomaar de belichaming van Rousseau zou kunnen zijn. Er zijn in ‘Alleen op de Wereld’ veel overeenkomsten te vinden met Rousseau:
- De vader van Rousseau was horlogemaker en speelde goed viool, ook Vitalis speelt viool en er wordt meerdere keren in het verhaal vermeldt dat hij een zakhorloge bezit.
- Toen Rousseau tien jaar oud was kreeg zijn vader ruzie met een landeigenaar, werd daarvoor veroordeeld en ging naar de gevangenis. Bij Vitalis en de jonge Remi gebeurd een soort gelijk iets.
- Rousseau was van mening dat in opera's de Italiaanse taal gebruikt moest worden, omdat volgens hem alleen die zacht, klankvol en harmonisch zijn. Het is Vitalis die Remi het Napolitaanse lied leert.
- Rousseau leerde in een pension te Parijs een wasvrouw kennen waarmee hij een verhouding begon. Toen zij zwanger raakte haalde hij haar over de baby te vondeling te leggen bij een tehuis. Ook hier is weer enige gelijkenis, dan wel niet zozeer op Vitalis zelf maar wel in het verhaal. Remi is een vondeling en samen overnachten ze wel eens in een pension in Parijs terwijl het anders vaak in een schuur of gewoon buiten is.
- Rousseau heeft toneelstukken geschreven en komische opera's gecomponeerd. Vitalis doet eigenlijk hetzelfde met het bedenken van de toneelstukjes die komisch zijn en waar af en toe een operastuk wordt gezongen.
- Rousseau ontwikkelde muzieknotatie die gebaseerd was op getallen, punten en komma's. Zijn notatiesysteem werd afgewezen, waarna hij opnieuw huisleraar werd. Ook Vitalis is leraar van Remi. Hij leert hem diverse dingen als lezen, zingen en zelfs muzieknoten lezen, door de wandelingen leert Remi niet alleen sterk te worden, maar ook aardrijkskundige dingen als geografie, over diverse dorpen en steden, en samenstellingen aarde.
- Rousseau schreef het boek ‘Overpeinzingen van een eenzame wandelaar’ deze was onderdeel van een serie. Het boek is verdeeld in tien hoofdstukken, ‘wandelingen’ genoemd. De tiende wandeling bleef door de dood van Rousseau onvolledig. Het boek werd voor het eerst gepubliceerd in 1782 en bestaat uit autobiografische anekdotes, beschrijvingen van landschappen en wat hij verder zag tijdens zijn wandelingen bij Parijs. Ook schreef hij hierin zijn gedachten over opvoeding. Dit lijkt verdacht veel op het verhaal van ‘Alleen op de Wereld’ zelfs van de titel zou je kunnen zeggen dat die ernaar verwijst. Ook Vitalis heeft zo zijn ideeën over opvoeding en mijmert hier af en toe over. Ik ben ook wel heel nieuwsgierig hoeveel uit het boek ‘Overpeinzingen van een eenzame wandelaar’ terug te vinden is in ‘Alleen op de Wereld’. Daarom heb ik het boek besteld, zodat ik er binnenkort naar op zoek kan gaan.
- In zijn ‘Vertoog over de ongelijkheid tussen mensen’ uit 1755, stelt Rousseau dat de mens van nature, en voorafgaand aan enige opvoeding, goed is en alleen door ervaringen in de maatschappij gecorrumpeerd wordt. Volgens Rousseau waren "mensen slachtoffers van hun eigen gedrag, niet van de erfzonde". Iets wat enigszins aansluit bij Jean Paul Sartres existentialisme.
- In zijn liefdesroman in briefvorm ‘Julie’, schreef Rousseau over twee geliefden uit verschillende klassen die veel tegenstand ondervinden voor hun wens met elkaar te trouwen. Twee geliefden uit verschillende klassen is iets wat in ‘Alleen op de Wereld’ ook naar voren komt.
- In het boek ‘Emile’ concludeert Rousseau dat ieder mens een uniek karakter heeft en vrijheid nodig heeft om zich te kunnen ontplooien, zonder dwang of straf, ver van het stadsleven en in verbondenheid met de natuur. In ‘Alleen op de Wereld’ kan je dit allemaal terug vinden. Er wordt hierover zelfs een betoog gehouden in de volgende regels:
Het stukje gaat over Vitalis die aan Remi uitleg geeft over de manier van les geven aan de honden, een manier die uiteindelijk ook vertaald kan worden naar de manier van lesgeven aan Remi en dus de mens:
“ ‘Ik zie wel, dat je tot nu toe alleen boeren hebt meegemaakt, die hard zijn voor hun beesten, en die denken, dat je er altijd met de stok op moet slaan. Dat is een domme fout. Je bereikt veel meer met zachtheid. Op die manier maak ik van mijn dieren wat ze zijn. Als ik ze geslagen had, zouden ze bang zijn, en als ze bang zijn, worden ze zenuwachtig en kunnen niet goed werken. En trouwens wie anderen iets leert, leert zichzelf ook wat. Ik heb evenveel van mijn honden geleerd als zij van mij. Ik geloof dat ik geen slecht mens ben en dat komt voor een deel door mijn dieren.’
Dit klonk me allemaal zo vreemd in de oren, dat ik begon te lachen.
‘Je vindt het gek, hè, dat een hond les kan geven aan een mens? En toch is het waar. Denk eens na. Je weet toch wel, dat een hond opgevoed kan worden door zijn meester?’
‘Ja, natuurlijk.’
‘Dan begrijp je ook wel, dat de meester op zichzelf moet letten als hij de hond op wil voeden. Een hond gaat dezelfde gewoonten aannemen als zijn meester. Stel je nu eens voor dat Capi mij driftig zou zien. Dan zou hij ook de gewoonte krijgen om driftig te zijn. De meester is het voorbeeld voor de hond. En als ik driftig werd, zou ik de hond bederven. (iets wat even later ook terugkomt in het verhaal als Vitalis opkomt voor Remi en wanneer Remi bij een verkeerd gezin zit). Een hond is bijna altijd net zoals zijn meester. Als je de hond kent, weet je al zo’n beetje hoe de meester is. Toon mij je hond, en ik zal je zeggen, wie je bent. Een diefachtige meester heeft een diefachtige hond en een dom mens heeft een domme hond. Een beleefde nette man heeft een nette hond’.
Pagina 40
Zowel de poëtische als filosofische insteek zouden best wel eens een van de redenen kunnen zijn waarom ook volwassenen ‘Alleen op de Wereld’ graag lezen.
Moralistisch
Naast dat ‘Alleen op de Wereld’ een topografische, poëtische en filosofische insteek heeft, bezit het ook een moralistische zoals het vroeger vaak was in jeugdboeken. Dit is in het verhaal terug te vinden doordat de deugd regelmatig wordt beloond, het kwaad wordt gestraft, maar ook de doorschemering dat angst een slechte raadgever is verwijst hiernaar, net als het eert uw vader en moeder iets wat heel goed is te zien als Remi het heeft over zijn ‘foute’ vader:
‘Bij mij ging het om mijn moeder en vader. Mattia mocht van mijn vader denken wat hij wilde, want voor hem was Driscoll een vreemde, waar hij niets mee te maken had. Maar ik was mijn vader liefde en eerbied verschuldigd.’
Pagina 266
Wat vind ik van het boek
Mijn leeservaring is gebaseerd op de jubileumuitgave van de Arbeiders Pers Jeugdserie 1940 met vertaling van A.D. Hildebrand. Anton Hildebrand (1907-1977) was een bekende Nederlandse kinderboekenschrijver. Hij schreef vele kinderboeken, waarvan Bolke de Beer wel de bekendste is. Deze kinderboekenserie werd zelfs in 1976 verfilmd voor tv.
De illustraties in deze jubileumuitgave zijn van de hand van G. van Raemdonck (1888-1966). Van Raemdonck was een Belgisch striptekenaar, cartoonist, boekillustrator, boekbandontwerper en kunstschilder die vooral bekendheid genoot in Nederland. ‘Alleen op de Wereld’ was niet de eerste samenwerking tussen deze twee. Eerder verscheen in 1938 al het door Hildebrand geschreven kinderboek ‘Belfloor en Bonnevue, de twee goede reuzen’ met daarin 44 illustraties van Raemdonck. Ook werkte van Raemdonck mee in het vervolg ‘Nieuwe avonturen van Belfloor en Bonnevue’ .
In ‘Alleen op de Wereld’ vertelt Remi zijn verhaal in een terugblik als hij volwassen is. Beschrijvende en reflecterende passages wisselen elkaar af, helaas worden daarbij verleden tijd en tegenwoordige tijd nogal eens door elkaar gehaald, zoals bijvoorbeeld in de volgende zinnen:
‘Ik stond er bij te kijken hoe moeder Barberin de appelbollen hoog opgooide om ze ook aan de andere kant een mooi bruin kleurtje te geven. Mattia schrok er van maar dat was niet nodig want het baksel kwam keurig in de pan terecht. Ik neem vlug een bord […]
Pagina 224/225
‘Ik kon er niet genoeg van krijgen en toen zag ik, dat de huizen steeds dichter bij elkaar stonden, terwijl de hemel langzamerhand duister werd. Ik begreep, dat we de grote stad naderden en weldra zag ik niets meer van de oevers, zoveel schepen lagen er voor. Nu hield ik het niet meer uit en ging mijn vriend wakker maken. Mattia is gelukkig niet ziek meer, hij wil nu ook graag kijken en hij klimt met mij, boven op de kisten.’
Pagina 246
Ook is er een duidelijke liefde voor de komma te vinden die te pas en on te pas word gebruikt. Op zich is dat nog niet zo erg en kan ik daar best wel doorheen lezen. Misschien was dit in de jaren veertig ook wel grammaticaal correct. Maar waar ik niet doorheen kon lezen was de zin:
‘natuurlijk was hij weer zijn eigen weg gegaan, zonder hij ook niet en evenmin had hij een boodschap gezonden. iets te zeggen en hij had geen adres achtergelaten. Geschreven had
Waar was hij[…]’
Pagina 227/228
Ergens tussen het schrijven en drukken is iets fout gegaan. Een fout die niet te verwijten valt aan Hildebrand, maar eerder bij de uitgeverij of drukker zal liggen.
Ook is er een illustratie die niet geheel synchroon loopt met een gebeurtenis. De illustratie op pagina 100 toont Remi en Vitalis in de sneeuw, waarbij de voeten nog zichtbaar zijn. De tekst vermeld echter dat de sneeuw tot aan de knieën komt.
Andere evenwel discutabele continuïteitsfouten zijn te vinden op pagina 98 waar Remi, Vitalis en de beestenbende al twee dagen zitten te schuilen in een van takken gemaakt houthakkershutje tegen de sneeuw. Voor de honden is het verboden naar buiten te gaan. Moet er dan niet geplast en gepoept moet worden, of hebben ze dit gedaan op het moment dat wij als lezer niet aanwezig waren? Hetzelfde geldt voor Remi en Vitalis. In dezelfde setting moet Joli-Coeur op pagina 103 iets warms te drinken hebben vanwege onderkoeling. Vitalis en Remi kunnen hem dit niet geven. Ze hebben toch vuur en volop sneeuw om hen heen, dit kan toch gesmolten worden of zijn er geen bekers, had het niet op een of andere manier opgelost kunnen worden? Ze hadden op zijn minst het sneeuw in de hun mond kunnen smelten om het daarna over te hevelen naar Joli-Coeur, het was dan waarschijnlijk niet warm genoeg, maar wel een poging geweest tot. Of wat te denken van het aapje onder de kleding tegen de blote huid van Vitalis of Remi te stoppen, ook dat had het aapje veel warmte gegeven. Het was in ieder geval een vaag stukje voor mij doordat het niet goed onderbouwd werd, terwijl dit in de rest van het boek wel overal wordt gedaan.
Tijdens het lezen viel mij overigens op dat ik beduidend minder zakdoeken nodig had dan vroeger bij het kijken van de tv serie. Pas ergens op het eind, het moment dat Remi na jaren omzwervingen eindelijk weer zijn pleegmoeder ziet, was bij mij in het boek het eerste slik moment, terwijl ik vroeger bij de tv-serie al bijna vanaf dag een met een brok in mijn keel zat te kijken. Bij het stuk dat mij vroeger het meest aangreep in de tv serie, die zelfopoffering waar ik het al eerder over had, kreeg ik nu juist zelfs afkeer. Vroeger zag ik het als een nobele daad van zelfopoffering om Remi te redden, nu als domme norsheid dat ten koste gaat van een kind.
Het mooiste van de leeservaring is voor mij echter het eind. Waar fictie en werkelijkheid door elkaar gaan. Het boek voor vrienden heb jij als lezer, degene die samen met Remi op avontuur is geweest, in handen. Echt prachtig gevonden om het verhaal zo te eindigen, dit idee geeft het boek haast de status van een herinnering, een souvenir.
Over het eind gesproken, als je het boek al hebt gelezen, is het je dan opgevallen dat Remi zijn naam van simpel uiteindelijk verandert in de luxere Remy?
Conclusie
Ogenschijnlijk is ‘Alleen op de Wereld’ een makkelijk boek, maar het is inmiddels wel duidelijk dat als je het op die manier leest, je veel zult missen.
Het verhaal met zijn prachtige omschrijvingen en poëtische zinnen, waarin voor mijn gevoel wel iets te veel gebeurde, had ik graag vier sterren willen geven. Maar de werkwoordstrijd en continuïteitsfouten in deze uitgave dwingen mij om het te belonen met drie sterren. Toch heeft het verhaal met zijn bijzondere eind er voor gezorgd dat ‘Alleen op de Wereld’ het eerste boek gaat zijn, dat met een drie sterren waardering toegevoegd is aan mijn top 25.
Nieuwsgierig geworden naar ‘Alleen op de Wereld’ of zou je graag de vertaling van Gerard Keller willen lezen? Klik dan op de link, je wordt dan automatisch doorverbonden naar de betreffende pagina op de website van DBNL (Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren, is een samenwerkingsverband tussen de Taalunie, de Vlaamse Erfgoedbibliotheken en de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag). Waar je het boek dan kan lezen of downloaden als PDF.
Bronnen:
DBNL: Lexicon jeugdliteratuur
Wikipedia: Hector Malot, Jean-Jacques Rousseau, Les Rêveries du promeneur solitaire (Overpeinzingen van een eenzame wandelaar), George Van Raemdonck, Anton Hildebrand
‘De schrijver van ‘Alleen op de Wereld’, M, Nieuwsblad van het noorden, 25-06-1937.
‘Alleen op de Wereld nu onverminkt’, Tromp, Herman, de Volkskrant 04-02-1983.
De Engelse vertaling van ‘Fenesta vascia e patrona crudela’ heb ik gevonden op www.napuledecanzone.com van waaruit ik het weer in het Nederlands heb vertaald.
oudeijsselstreekvizier.nl: biebtip alleen op de wereld