Buddy Read: The Ministry of Utmost Happiness
Arundhati Roy (1961) werd wereldberoemd met haar romandebuut The God of Small Things (1997). Ze won er de Booker Prize for Fiction mee. Na twintig jaar verscheen haar tweede fictieboek, de roman The Ministry of Utmost Happiness. Het is een intiem en meeslepend verhaal over een aantal zeer bijzondere mensen Het is tegelijkertijd een breed opgezette roman. Meertaligheid, het kastensysteem, seksisme, liefde, muziek, poëzie, verzet, de opkomst van het rechtse Hindoe-nationalisme… you name it.
Door Lieke en Inge
We maken kennis met de oude Anjum, ooit geboren als jongetje en meisje tegelijk. We ontmoeten Tilo, een architecte met een multi-etnische achtergrond die een avontuurlijk leven leidt. Het verhaal gaat ook over de mannen die van haar houden, en over een baby die zij vindt. Zo komt ze in aanraking met Anjum. Daarnaast maken we kennis met een bont gezelschap van bijfiguren die het verhaal in en uit lopen, als in een roman van Dostojevski, en vooral: we zien door hun ogen hoe het er in de laatste 70 jaar in India is toegegaan.
Inge: Zeg Lieke, jij hebt The God of Small Things gelezen. Ik nog niet, maar dat ben ik nu wel van plan! Zie jij overeenkomsten tussen deze boeken? En zijn er ook verschillen?
Lieke: Ik heb het verbluffende debuut van Roy zeven jaar geleden gelezen, dus je moet niet teveel van me verwachten, haha. Wat ik me ervan herinner, zijn de relaties - de hoofdpersonen zijn een tweeling en hun hele gemêleerde familie komt aan bod - en het intieme universele - Roy vertelt eigenlijk een heel klein verhaal over een broer en een zus, maar daarbij betrekt zij ook de geschiedenis, de politiek en de sociale dynamiek van India. En ze balanceert tragiek perfect met optimisme. Dat zien we allemaal ook weer terug in The Ministry of Utmost Happiness.
Inge: In de twintig jaar tussen beide romans zette Roy zich in voor een aantal politieke kwesties in India, waarover ze verslag deed in non-fictie: onder andere over de vrijheidsstrijd in Kashmir, tegen de enorme stuwdammen die de overheid aanlegde ten koste van de plaatselijke bevolking, en tegen de grote ondernemingen die veel macht hebben in het land. Niet meteen onderwerpen waarmee wij ons dagelijks bezighouden. Toch voelde ik me als lezer gevoelsmatig betrokken bij de kwesties die zij ook in deze roman aan de orde stelt. Had jij dat ook? Hoe doet ze dat, denk jij?
Lieke: Religieus fundamentalisme en de dingen die in de naam daarvan gedaan worden, zijn gewoon eng. Vooral als daar, zoals in deze roman, de overheid achter zit, met het kweken van een angstcultuur door middel van verdwijningen en moorden op politieke tegenstanders en onschuldigen. Roy haakt natuurlijk ook in op actuele dingen - de geschiedenis herhaalt zich echt! - zoals machtsmisbruik, terrorisme, discriminatie van transgenders en -seksuelen. Ook al focust het boek ogenschijnlijk op een extreem gewelddadige periode in de Indiase geschiedenis; het heeft zeker raakvlakken met ons leven en onze angsten. Vanzelfsprekend verweeft Roy dit allemaal prachtig met levensechte, sympathieke en minder sympathieke personages zodat je wel mee moet leven, of je nou wil of niet. Iets wat me trouwens opvalt, is dat ik niet meteen verloren was toen ik begon met lezen. Bij haar eerste roman werd ik het boek echt ingezogen. Dat boek "had me at Paradise Pickles & Preserves". Deze keer werd ik niet overrompeld. Ja, het was vanaf het begin interessant, maar het kabbelde ook een beetje. Ik werd niet direct gegrepen. Hoe heb jij dat ervaren?
Inge: Ik zat er meteen vanaf het begin goed in, al moest ik wel de namen noteren om ze niet door elkaar te halen. Deels door het poëtische taalgebruik (bam! die proloog alleen al!) en deels door de milde humor waarmee het leven in het oude Delhi beschreven wordt, en de woongemeenschap van de Hijras. Helemaal geweldig vond ik de beschrijving op p.101-124 van hoe verschillende protesterende groeperingen uit het hele land op straat verzameld zijn rond de oude hongerstaker. Het is of je er zelf bij staat. Ik waande me even zelf in Delhi. Mooi hoe ze met weinig woorden de hele situatie verwoordt van de slapende oppasser van de luxe toiletgelegenheid.
"In his dream ... his village still existed. It wasn't at the bottom of a dam reservoir. Fish didn't swim through his windows.... His mother didn't work as a sweeper in a dam-engineer's house that was built on the land that she once owned. She didn't have to steal mangos from her own trees."
Een van de vele voorbeelden hoe ze het persoonlijke en het algemene met elkaar verbindt, heel terloops maar zo vakkundig! Maar het verhaal krijgt inderdaad een flinke impuls als Tilo op het toneel verschijnt. Met haar is het iets makkelijker identificeren wellicht. Heb jij een favoriete passage of een quote die je wilt vermelden?
Lieke: Het is niet zozeer dat Tilo meer herkenbaar is - in zekere zin blijven haar motieven en wensen het meest in het duister gehuld - maar ze bevindt zich wel dichter bij de 'actie'. De Hijras, zoals Anjum, en hun lotgevallen zijn minder verbonden met het beschreven tijdperk. Zij zijn er altijd al geweest, terwijl Tilo echt een product is van die specifieke periode. The Landlord vind ik trouwens ook een fascinerend personage. Hij is een zwakkeling en een lafaard, maar op een begrijpelijke manier. Je verzetten is nou eenmaal gevaarlijk in India in die tijd, dus drinkt hij maar en houdt hij zichzelf voor de gek over het feit dat hij absoluut van plan is om binnenkort in te checken bij een afkickkliniek. Hij is een van de meest pessimistische personages: "maybe that's what life is [...] a rehearsal for a performance that never eventually materializes." Voor hemzelf geldt dit zeker: hij neemt niet deel; hij kijkt alleen maar toe vanaf de zijlijn. Hij is bang om te leven. Wat vind jij ervan dat Roy The Ministry of Happiness in het gelijknamige hoofdstuk een redelijk gelukkig einde lijkt te geven om dat daarna te ondergraven met de volgende twee, niet bepaald rooskleurige hoofdstukken? Het heeft een wrang, bitterzoet effect op mij.
Inge: Wat een goede vraag, Lieke. Ik heb het gevoel dat een te gelukkig einde niet past bij Roy's visie op de huidige politieke situatie in het land. Zij vindt hoop in de persoonlijke relaties, liefde en loyaliteit tussen mensen die op een authentieke manier richting geven aan hun leven. Zo'n Landlord die in zijn hoge functie niets anders deed dan meelopen met de gevestigde orde, kan niet anders dan vluchten in de drank. Bij vlagen riep het boek herinneringen bij me op aan de film Slumdog Millionaire (ondanks de grote verschillen), maar voor The Ministry of Utmost Happiness geen happy end met zang en dans..... en toch eindigt het verhaal hoopvol.
Het lezen van dit boek is een indrukwekkende ervaring. Het vraagt de nodige concentratie. Maar je krijgt er erg veel voor terug. Het boek geeft een kaleidoscopisch beeld van de Indiase maatschappij: niet alleen Bollywood glitter en glamour, niet alleen bittere armoede, maar ook de moedige strijd van onderdrukte minderheden tegen corruptie, en een hoopvolle blik op een toekomst waarin mensen ondanks extreme verschillen elkaar kunnen liefhebben en een goed leven leiden.
Wat denk jij, nu je het bovenstaande gelezen hebt: zet je dit boek op je verlanglijst?