When I Hit You & Sight
We waren nog niet klaar met de bespreking van de boeken van de Women's Prize for Fiction shortlist. We bespreken hier twee romans van de hand van jonge vrouwen die misschien allebei hun inspiratie vonden in een ingewikkelde episode in hun eigen leven. Beide boeken zijn in de ik-vorm. De literaire uitwerking is heel verschillend. Wil je weten wat wij ervan vinden?
Door Lieke en Inge
Als je meer wilt weten over drie andere titels van de shortlist dan kun je terecht bij The Mermaid and Mrs. Hancock & Sing, Unburied, Sing en The Idiot. Het jury-verslag en de uiteindelijke winnaar van de Women's Prize for Fiction vind je hier.
When I Hit You
Lieke: Ik ben begonnen in When I Hit You. What een krachtig begin! Een goed besluit om te openen als ze uit het huwelijk gevlucht is, denk ik. Dat zorgt meteen voor een soort van opluchting dat ze aan de situatie ontsnapt is. Plus, Meena Kandasamy injecteert het beladen onderwerp met humor door te laten zien waar haar moeder op focust. Herkenbaar ook trouwens: familieleden die zich jouw verhaal 'toe-eigenen' en de nadruk op hele andere dingen leggen dan waar het eigenlijk om gaat, haha.
Deel twee is ook erg goed. Knap hoe ze erin slaagt zich te distantiëren van de situatie terwijl ze tegelijkertijd een, volgens mij, universele 'coping' techniek beschrijft én een stilistisch interessant stuk voor de lezer boetseert. Deel drie zit vol met rode vlaggen aangaande het gedrag van haar toekomstige man, maar in plaats van het verhaal van hun huwelijk te gaan vertellen, kiest Kandasamy er dan voor om terug te grijpen op waarom ze vatbaar was voor zijn charmes door over haar dating geschiedenis te vertellen. En weer met de nodige humor. Ik ben geweldig aan het genieten van dit boek. Het zit zo kundig in elkaar, met veel zelfspot. (Een leuk toeval: deel 4 begint met een het quoten van (een stuk van) een gedicht van Marge Piercy en ik heb net de science fiction roman He, She and It van haar gelezen. Ook een erg feministische auteur.)
Inge: Fijn dat jij ook zo geniet van dit boek. Veel zelfspot, veel spot ook over haar man, haar ouders. Zo ontsnapt ze aan het gevaar om gewoon het zoveelste larmoyant zielige slachtofferverhaal te vertellen wat niemand wil lezen; er spreekt inderdaad heel veel vakmanschap uit haar stijl. Het boek was al een beetje weggezakt bij mij, maar ik ben aan het herlezen gegaan voor mijn recensie, en nu vind ik het nog beter.
Lieke: Gaandeweg wordt het huwelijk steeds enger terwijl er nog geen onvertogen woord of klap gevallen is. Haar isoleren is natuurlijk een klassieke methode van de misbruiker. Het ergste vind ik nog wel hoe hij het allemaal voor elkaar krijgt met allemaal onzin over wederzijds vertrouwen, een internetverslaving en hoe snel ze doorheeft dat ze beter meteen toe kan geven omdat ze anders na ellenlange discussies toch moet doen wat hij wil. Het resultaat is hetzelfde en ze is te moe om de strijd aan te gaan, al weet ze heel goed dat wat haar man doet niet OK is. Toch 'laat' ze het gebeuren. (Ik heb 'laat' tussen enkele aanhalingstekens gezet, want anders lijkt het dadelijk alsof ik het slachtoffer de schuld geef. De enige andere optie voor Kandasamy is haar echtgenoot verlaten en dat is natuurlijk een enorme stap die binnen haar cultuur en omgeving niet geaccepteerd zou worden. Vooral niet op dat moment in het huwelijk, als je alle beperkende maatregelen nog uit kunt leggen als manieren om haar te helpen.)
"Veel zelfspot, veel spot ook over haar man, haar ouders. Zo ontsnapt ze aan het gevaar om gewoon het zoveelste larmoyant zielige slachtofferverhaal te vertellen wat niemand wil lezen; er spreekt inderdaad heel veel vakmanschap uit haar stijl."
Jouw woorden. Precies! Als ze wat haar overkomen is op de conventionele manier had verteld dan was het ongetwijfeld niet zo binnengekomen als nu. Zulke boeken voelen altijd als een soort therapie van de schrijver: hartstikke goed dat dit wellicht helpt bij de verwerking, maar dat betekent niet dat het interessant is om te lezen. (Hierbij denk ik aan Toen Ik Je Zag van Isa Hoes.) Maar in elk hoofdstuk, elk woord klinkt door dat Kandasamy een auteur is. Ze heeft een bepaalde afstand kunnen bewaren die essentieel is om van dit helaas regelmatig voorkomende huiselijke geweld een krachtig, feministisch boek te maken. Erg pijnlijk trouwens om te lezen dat haar ouders haar wel geloofden, maar toch aanmoedigden om in het huwelijk te blijven en haar eigen gedrag aan te passen. En de reacties van mensen als ze ermee in de openbaarheid treedt: zo gericht op wat mensen zelf vinden en zouden doen en proberen te reguleren hoe zij ermee om moet gaan. Ook fijn dat Kandasamy haar seksualiteit niet onder stoelen of banken steekt. Het reflex om dat te begraven zou heel begrijpelijk zijn, maar ze zegt gewoon 'fuck it, ik heb het recht om me op die manier te uiten.' Ik vind het bemoedigend hoe ze zich niets aantrekt van het beeld dat mensen hebben van hoe een slachtoffer zich zou moeten gedragen. Wat een boek! Deze had de Women's Prize ook wel mogen winnen van mij, haha.
Inge: Wat leuk dat je zo enthousiast bent! Ik vind Kandasamy net als jij een begaafd schrijver die (gezien de situatie in haar land) geweldig dappere standpunten inneemt op een literair interessante manier. Ik begin me ernstig af te vragen waarom ik twijfel tussen vier sterren en vijf. Het is misschien omdat het allemaal niet nieuw is, sinds de zeventiger jaren lees ik al dit soort boeken. Ik moet oppassen dat ik niet blasé ga doen, zo van: Heeft de tweede feministische golf nu India bereikt? Goed nieuws.
Voor mij zou dit niet de winnaar zijn. Waarom niet? Omdat ik het boek van Kamila Shamsie een geweldig geconstrueerd verhaal vind, en omdat dat verhaal behalve heftige en diep emotionele persoonlijke relaties ook de politieke realiteit van nu zo prachtig meeneemt. Heb je dat al gelezen? Dat vind ik beter. Hoe goed gedaan ook, dit van Kandasamy is toch vooral een egodocument waarin ik de stem van de ander in het verhaal te weinig terughoor.
Lieke: Ah, maar ik heb Home Fire nog niet gelezen, dus misschien vind ik die wel nog beter! Ik lees ook niet al sinds de jaren zeventig dit soort literatuur (want toen was ik er nog niet, haha). Ik lees sporadisch feministische boeken, want ik moet mijn aandacht verdelen over erg veel genres die ik gaaf vind.
Sight
Lieke: Ik ben net begonnen in Sight en zoveel heb ik er nog niet over te melden. Ja, tot nu toe zijn de medische interludes interessant, maar nog niet echt relevant.
Inge: Destijds verslond ik inderdaad vrouwenliteratuur; eerst alles, nou, bijna alles van Simone de Beauvoir en daarna de Nederlandse, Franse en Amerikaanse feministen. Oma vertelt. Ik ben heel benieuwd naar Sight en jouw mening erover.
Tot nu toe heeft Jessie Greengrass me helemaal in haar ban. Het thema 'sight' dat in alle zijpaden doorklinkt. Zicht op de binnenkant met röntgenstralen, op de buitenkant met de eerste bewegende beelden. En het letterlijk ontbreken van zicht op haar moeder. Insight is ook al genoemd. Zal nog wel terugkomen, is ook een begrip in de psychoanalyse.
Lieke: Mijn ervaring is echt helemaal anders, haha. Ik vind de onderwerpen die ze aandraagt - haar relatie met haar moeder (en later ook grootmoeder), haar twijfels over zelf moeder worden, de parallelen met wetenschappelijke ontdekkingen - op zich interessant, maar wat ze erover te zeggen heeft, vind ik nogal banaal. Het is allemaal weinig origineel. En dan doet ze dat ook nog op een manier die ik verschrikkelijk irritant vind, met vergezochte metaforen en woorden recht uit een thesaurus. Doordat ze gebeurtenissen en gevoelens telkens op triviale wijze herkauwt, wordt alles nogal flauw. Ik heb regelmatig passages moeten herlezen, omdat er simpelweg niets van de betekenis bleef hangen. Door haar gekunstelde proza blijft alles voor mij erg aan de oppervlakte. Alles wordt keurig beschreven, maar daar is het dan ook mee gezegd. Het komt op me over als academisch geleuter.
Inge: Oh, dat wordt interessant! Ik ga meteen verder lezen. Niet meteen een aanlokkelijk vooruitzicht als jij er weinig aan vindt, maar ik houd een open mind.
Lieke: Hopelijk bevalt het jou beter! Ik wens je mijn leeservaring niet toe, haha.
Inge: Met jouw kritiek op het boek in het achterhoofd ben ik verder gaan lezen. Gelukkig bleef mijn interesse in wat Greengrass te zeggen heeft, wel bewaard. Ik ben haar hoofdpersoon gaande het boek steeds meer gaan zien als een stuurloze jonge vrouw, alleen op de wereld, die zich tijdens het rouwproces om haar moeder is gaan vastklampen aan Johannes en het idee om zelf een gezinnetje te gaan stichten. In de periode na het overlijden van haar moeder voelt ze zich 'disconnected', zonder zicht op zichzelf en zo gaat ze in bibliotheken op zoek naar informatie. Dat is ook een manier om te ontsnappen aan haar introspectieve aard. In die toestand van stuurloosheid weet ze niet wat ze van haar zwangerschap vindt, die foetus is zo weinig tastbaar, hij is er wel maar ze kan hem niet echt zien. En later tijdens haar tweede zwangerschap wil ze even weg van de eisen die het moederschap aan haar stelt. Dat ze daarvoor een hoop minder gebruikelijke woorden nodig heeft, vind ik wel aandoenlijk. Ze zoekt en zoekt naar de manier om het bijzondere van haar ervaringen en die van de onderzoekers die ze bestudeert in de juiste woorden te vangen. Ze heeft ook die achtergrond, met die oma die psychoanalytica was en haar heeft voorgeleefd dat je (vanachter een bureau) je gedachten en gevoelens in woorden moet vangen om er een samenhang, een patroon, een inzicht in te ontdekken. Zat jouw irritatie misschien voor een deel ook in de vraag wanneer er nou eens iets gaat gebeuren, wanneer er wat leven in de brouwerij komt? Want die vraag kreeg ik wel, naarmate ik in het boek vorderde.
Lieke: Dat is een goede vraag! En het antwoord is nee, haha. Ik hou wel van actie en die is ver te zoeken in dit boek, maar dat was niet waar ik zo'n probleem mee heb. Het doelloze staat me tegen. Niet dat het zich grotendeels in haar hoofd afspeelt, maar dat die lange overpeinzingen niet echt ergens toe leiden. Dat maakt dat het voor mij - naast de vervelende vorm - enigszins zinloos aanvoelt. Ik heb zelf bijv. nooit een kinderwens gehad, maar zelfs ik herken de angsten en twijfels. Ik zou willen dat ze daar wat dieper op ingaat of ze wat persoonlijker maakt. Nu voelt het nogal niet-specifiek. Op een gegeven moment werd ik ook een beetje moe van de constante negativiteit. Het lijkt wel alsof alles een ramp waiting-to-happen is of een verlies. Ze interpreteert alles zo negatief. Geniet toch 's! En communiceer met die Johannes, want denken dat haar man alles begrijpt en aanvoelt terwijl ze amper tegen hem praat over al haar zorgen, is natuurlijk belachelijk. Ik vind de passages over (wetenschappelijke) pioniers en hun ontdekkingen verreweg het interessantst. Wat vind jij daarvan? Deze zijn namelijk gevrijwaard van de wollige schrijfstijl die de rest van het boek kenmerkt.
Inge: Je hebt in je recensie over Sight weer prachtig verwoord hoe je tot je mening gekomen bent! Wat je zegt over het niet communiceren door onze naamloze hoofdpersoon, daarmee sla je de spijker op zijn kop! Ze is verstrikt in haar eigen gepieker, en als je ergens niet over praat, blijf je dus in een kringetje ronddraaien. Maar ja, als ze wel praat zegt Johannes niks terug en verzandt ze in een monoloog (p. 180 bijvoorbeeld). Ik zou heel benieuwd zijn naar een boek vanuit het perspectief van Johannes. Hoe is het om te leven naast zo'n zwijgzame schrijvende tobber? In het nawoord lezen we Greengrass' dank aan Ben, die haar schrijven mogelijk maakt.
Die passages over de pioniers vind ik ook erg interessant. Vooral de stukken over de gebroeders Hunter en de schilder Van Rymsdyk over de anatomie van de zwangerschap vond ik fascinerend. Ik blijf Greengrass toch het voordeel van de twijfel gunnen: ik bleef wel geboeid door het aandoenlijke getob van de hoofdpersoon dat ze zo mooi verwoordt. En er was steeds de parallel met haar moeder en haar oma die ook nauwelijks communiceerden. Als oma kwam logeren in de kerstvakanties was ze meer bezig met schrijven, zelfs aan haar patiënten, dan met haar dochter en kleindochter! Tijdens een gesprek met de gynaecoloog realiseert ze zich hoe vruchteloos het voortdurende benoemen en analyseren van haar oma in feite is, en hoe ze blijft verlangen naar zelfkennis en meer begrip voor de ander. Af en toe lukt het de hoofdpersoon gelukkig om de afstand tussen haar en Johannes te overbruggen.
Evengoed was ik wel een beetje opgelucht toen ik het boek uit had. Ik vind het knap gedaan, stilistisch sterk met dat zoeken naar de juiste woorden en met die mooie meanderende zinnen. Afgerond naar boven krijgt Sight van mij toch vier sterren. Een bonusster voor originaliteit en schrijfkwaliteit.
En, hebben we je nieuwsgierigheid aangewakkerd? Of heb je de boeken al gelezen? Laat het ons weten!