"Call me Batsheba."
“Call me Ishmael” is een van de beroemdste openingszinnen uit de literatuur, afkomstig uit het al even bekende Moby Dick van Herman Melville. Vanwege de Boekenweek van Jongeren stellen we onszelf de vraag: hoe bewerk je deze doorwrochte literaire klassieker tot een toegankelijke YA-roman? Patrick Ness doet een poging met And the Ocean Was Our Sky.
Door Lieke
Banner afbeelding van Santa3 via Pixabay.
Moby Dick van Herman Melville is het soort boek waarvan je vindt dat je eigenlijk gelezen zou moeten hebben, maar waar je tegelijkertijd niet zo heel veel zin in hebt. (Of spreek ik nu alleen voor mezelf?) Het is voor het eerst gepubliceerd in 1851, dus staat vast vol met stoffig taalgebruik. Het is een klassieker, dus het is vast moeilijk. Als klap op de vuurpijl schijnt Melville het boek ramvol gestopt te hebben met walvisvaartweetjes, wat wellicht wel interessant is, maar niet als het al te uitgebreid is. Voor zover mijn gedachten voordat ik de roman eindelijk las. En, ja, het verhaal van de jacht van een geobsedeerde kapitein op een duivelse vis is – ondanks die sappige beschrijving – niet bepaald een boek om de ontlezing mee te lijf te gaan. Dat maakt het extra leuk dat Patrick Ness met And the Ocean Was Our Sky een hervertelling aflevert die een stuk toegankelijker is, vooral voor een jonger publiek. Hier een filmpje waarin hij over het boek praat:
Moby Dick & Toby Wick
Moby Dick wordt verteld vanuit het perspectief van Ishmael, een lid van de bemanning van walvisvaarder The Pequod, terwijl je het verhaal in And the Ocean Was Our Sky door de ogen van Batsheba, een van de walvissen onder leiding van Kapitein Alexandra, beleeft. Hier een filmpje waarin Patrick Ness voorleest uit zijn hervertelling:
In de oorspronkelijke roman voert Kapitein Ahab een bloedvete tegen een potvis die door hem demonische eigenschappen en krachten wordt toegedicht; in de nieuwe versie van Ness is de vijand eveneens zozeer gemythologiseerd dat deze Toby Wick een legendarische, bovennatuurlijke status heeft gekregen in de gedachten van de walvissen die op hem jagen. De hervertelling hanteert dezelfde grimmigheid en bezetenheid als het origineel wanneer het doel van de achtervolging ter sprake komt, maar verpakt deze in toegankelijker taalgebruik. Er gaat niets van de epische natuur van de jacht en het gevecht verloren, terwijl het verhaal meteen een stuk eenvoudiger en prettiger is om te lezen. Net als Ishmael wantrouwt Batsheba het fanatisme van de kapitein. Ze gelooft niet in de mythe:
“Here is the truth behind the myth: all men are Toby Wick. For who needs devils when you have men?”
Details vs. grote lijnen
Het grootste verschil tussen Moby Dick en And the Ocean Was Our Sky is het gebrek aan hinderlijke onderbrekingen in de adaptatie. De roman van Melville wemelt van hoofdstukken waarin het plot naar de achtergrond verdwijnt ten faveure van verhandelingen over walvisvaarttechnieken, walvissoorten, de anatomie van walvissen, migratiepatronen van walvissen etc. Er wordt zelfs een heel hoofdstuk gewijd aan schilderijen met beeltenissen van walvissen. Dat is op zich best interessant – nou ja, behalve dat hoofdstuk over walviskunst – maar het plot komt wel telkens compleet tot stilstand. Melville wist duidelijk veel over de walvisvaart, maar hij maakt de fout om dat allemaal in een spannend verhaal over een doorgedraaide kapitein en een bloeddorstige walvis te willen proppen. Je kunt prima informatie doseren op een manier waardoor het niet afleidt van het plot, maar Melville beheerst die techniek niet. Plus, simpelweg niet alles is relevant. Als bepaalde kennis niet nodig is voor de lezer om te begrijpen wat er aan de hand is waarom zou je daar dan hele hoofdstukken mee volplempen?
Ness houdt het daarentegen iets te breed. Wat meer persoonlijke invulling zou fijner zijn geweest om een gedetailleerder idee te geven van het gevoelsleven van de personages. De auteur creëert een vreemde, nieuwe onderwaterwereld die letterlijk de omgekeerde versie is van de ons bekende realiteit, maar door allerlei kleine onderdeeltjes ietwat vaag te houden, blijft alles enigszins op afstand. Gelukkig bevat de hervertelling iets om dat goed te maken: talloze illustraties van de hand van Rovina Cai. Haar voornamelijk zwart-witte illustraties met af en toe een rood accent, zien eruit als potloodtekeningen en zijn een verrijking, alleen al omdat ze zo mooi zijn. Hierboven zie je een van haar illustraties en hier kun je lezen hoe zij te werk ging.
Hervertellingen
Voor meer YA-hervertellingen, deze keer van sprookjes, zie:
#2 Cinderella
#4 1001 Nights
#6 Snow White
Wat is jouw favoriete YA-hervertelling?