Het is oké (hoe te rouwen)
Ik las het boek Het is oké om je niet oké te voelen van Megan Devine
Een boek over rouw. 'Manieren voor het liefdevol dragen van verlies' is de ondertitel. Tijdens het lezen merkte ik dat ik steeds wilde reageren op wat ik las. Zo kwam ik tot onderstaande.
Devine begint het boek met een hele verhandeling over hoe anderen willen dat je rouw ophoudt. Troostende zinnen zouden niet troostend zijn. Dit irriteert mij enorm, omdat ik ze dat juist wel vond. Zinnen als 'Gelukkig heb je haar nog zo lang bij je gehad' zouden onuitgesproken gevolgd worden door de zin 'dus wees niet meer zo verdrietig', maar zo heb ik dat nooit ervaren. Integendeel. Ik vertelde mezelf hoe gelukkig ik mocht zijn mijn moeder tot mijn 55e te hebben gehad, ipv dat ze overleed toen ik 15 was, zoals een vriendin van mij overkwam. Wanneer iemand dit tegen je zegt als je je partner of kind verliest, zal het inderdaad anders binnenkomen. Ook het feit dat 'alle verdriet er mag zijn' volgens Devine, maar dat er wel gradaties zijn, die zij bepaalt, schiet mij enigszins in het verkeerde keelgat. Ja, je kind verliezen is waarschijnlijk verdrietiger dan je oma (want dat ligt veel meer in de lijn der verwachting) maar als je geen kind hebt en door je oma bent opgevoed, ligt dat toch weer anders.
Deze toon in de eerste hoofdstukken, maakte bijna dat ik het boek niet verder las. Maarja, ik had het gekocht en zit met rouw, dus las ik door, in de hoop er toch wat aan te hebben.
De schrijfster heeft plotseling haar man verloren door verdrinking en ik 'alleen maar' mijn ouders, op redelijke leeftijd na een kort ziekbed, dus ja, er zijn verschillen. In de tweeëneenhalf jaar tussen het overlijden van eerst mijn vader en toen mijn moeder, overleden ook nog een vriendin, zwager, neef, twee ooms en de hond. Deze rouw, dit verdriet, lijkt te stapelen, haar het is nog steeds niet hetzelfde als je man zien verdrinken.
Als ik lees wat haar en anderen gezegd wordt, rijzen mij de haren te bergen. 'Alles gebeurt met een reden' en 'hier kom je beter en sterker uit', is niet wat je wilt horen als je net je geliefde of je kind kwijt bent. Nooit. Laat staan iemand een schuldgevoel aanpraten als 'dan had je dat maar niet moeten doen’. WAT? Zeggen mensen dat echt?
Gaandeweg het boek krijg ik wel het gevoel dat het een aantal dingen vooral Amerikaans zijn, hoewel ook hier in Nederland steeds vaker het idee lijkt te bestaan dat het leven maakbaar is. Een gedachte die mensen een vals gevoel van veiligheid kan geven, want datgene wat de overledene deed of juist niet deed, dat doen ze niet. Dus.... Alsof je alles in de hand kunt hebben. Devine rekent hiermee af. Het leven is maar voor een deel maakbaar, je hebt geen controle over het verloop van je leven door positieve of negatieve gedachtes.
Vanaf hoofdstuk 8 gaat het meer concreet over de rouw en wat je kunt doen. Wat doet rouw met je lichaam en hoe ga jij, als rouwende, hier mee om. Er is geen pasklaar antwoord. Iedereen heeft zijn of haar eigen rouwtraject. Er zijn overeenkomsten, er zijn verschillen.
De grote gemene deler is wel dat je lief voor jezelf moet zijn. Dat verder niets moet, behalve toch goed voor jezelf zorgen. De schrijfster had veel aan online contact met andere rouwden en geeft nu online hulp aan anderen.
Het boek geeft opdrachten, waarmee je aan de slag kunt. Ik ben niet zo van opdrachten in boeken. Ik lees ze met interesse en ga weer door. Hoewel, één van deze opdrachten is schrijven. Dat doe ik dan weer wel. Mijn persoonlijke blog heeft echt een herstart gehad, na het overlijden van m'n moeder. Met mijn dagboek stopte ik dan weer de dag dat ze in het ziekenhuis belandde.
Het boek eindigt met tips voor vrienden en familie. Wat doe/zeg je wel en niet.
Na de eerste paar hoofdstukken, die enigszins in mijn irritatiezone zaten, vond ik het een interessant boek, waar ik waarschijnlijk wel wat mee kan. Het is weer stof tot nadenken. Sommige hoofstukken zou ik zelfs nog wel eens kunnen herlezen. En misschien, misschien waren die eerste hoofdstukken toch niet zo erg.