Mijn Canon van de Vlaamse misdaadliteratuur
Nadat ik Mijn Canon van de Nederlandse misdaadliteratuur geplaatst had, bleef ik met het gevoel achter dat een groot aantal Nederlandstalige auteurs en hun boeken ontbraken, namelijk de Vlaamse. Dit gebrek wil ik met het volgende overzicht goedmaken. Het bleek moeilijker dan ik dacht om tot een mooie lijst te komen, omdat er zo veel goede Vlaamse misdaadauteurs zijn.
Theo Huet: De verdwenen koerier
Huet was een van de, zo niet de eerste Vlaming die een detective schreef: De verdwenen koerier, die in 1928 als boek verscheen nadat het verhaal in afleveringen in de Antwerpse krant De Schelde was gepubliceerd. De hoofdpersoon is de Engelsman James Pemberton. Huets tweede boek uit 1935 is getiteld Het komplot der flaminganten, ook met Pemberton.
Frans de Roeck: De bende van Klaveren-Acht
De Roeck debuteert in 1941 met enkele novellen onder eigen naam in de Mysterie-reeks en onder pseudoniem Armand d'Ourcq De bende van Klaveren-Acht, een verhaal van detective Dick Daring. In de volgende jaren tot 1948 schrijft hij nog vijftien detectives onder verschillende pseudoniemen (M. d'Ourcq, M.F. de Reeth, M.F. de ter Haeghe, Frank Rowlands en Arman Beaucoup).
Aster Berkhof: De marmeren meisjes
In 1944 verscheen van de hand van Aster Berkhof (pseudoniem voor Louis van den Bergh) zijn eerste misdaadroman getiteld De heer in grijze mantel. Tien jaar later verscheen zijn tweede misdaadroman De commissaris gaat uit stelen en in 1955 verscheen Inspekteur Markus in Marokko, het eerste deel van een serie. Zijn beste boek is De marmeren meisjes uit 2013.
Anton van Casteren: Twee zijden kousen
In 1944 publiceerde Van Casteren in het weekblad De Illustratie de Antwerpse detectiveroman Twee zijden kousen, maar doordat dit weekblad verdween, werd het verhaal niet afgemaakt. Zijn eerste complete misdaadroman Onvoltooide Rhapsodie verscheen onder het pseudoniem Tony Vancas in 1948 met als hoofdpersonen de Antwerpse speurders Beek en Stoffels. Hierna volgden onder zijn eigen naam nog acht verhalen met dit duo. In 1950 verscheen Twee zijden kousen dan eindelijk in boekvorm.
Emil Verhaert: De moordenaar is blond
Zijn debuut onder het pseudoniem Per Ceptor in 1957 betrof Probleem met drie onbekenden. Hierna schreef hij nog vier boeken met als hoogtepunt in 1958 De moordenaar is blond.
Jef Geeraerts: De PG
Kodiak .58 uit 1979, geschreven door deze letterkundige, wordt als de eerste echte Vlaamse misdaadroman gezien. Zijn eerste boek De Zaak Alzheimer in de serie met de inspecteurs Vincke en Verstuyft was meteen een voltreffer. Een van zijn beste boeken is De PG uit 1998.
Bob Van Laerhoven: Terug naar Hiroshima
In 1984 verscheen zijn eerste boek: Hoogspanning. Aangezien deze auteur zelf een beoefenaar is van gevechtssport, is het niet verwonderlijk dat er in zijn thrillers veel actie zit. Door zijn journalistieke reizen weet hij de sfeer van exotische plaatsen prachtig weer te geven. Zijn beste boek is Terug naar Hiroshima uit 2010.
Bob Mendes: Vergelding
Bob Mendes is sterk in het schrijven van faction-thrillers: een mengeling van feiten en fictie (zoals ook Tomas Ross in Nederland). Zo schreef hij Bestemming terreur, zijn debuut in 1986, Een dag van schaamte over het Heizeldrama en Het Chunnel syndroom over de ramp met de Herald of Free Enterprise. Zijn beste boek is Vergelding uit 1992 waarvoor hij de Gouden Strop ontving.
Patrick Conrad: Diep in december
Deze dichter en filmmaker debuteerde met Limousine in 1994. Hij schreef zestien, vaak originele thrillers, waaronder Tango assassino uit 2013. Zijn boeken ademen een surrealistische sfeer, waarin erotiek wordt gecombineerd met decadentie en morbiditeit. Zijn hoofdpersonages zijn dynamische dromers, wier driftleven vaak aanleiding geeft tot geweld. Naast Tango assassino is Diep in december uit 2018 een van zijn beste boeken.
Piet Teigeler: Gevaarlijk volk
Zijn debuut is in 1995 met Een dode op Sint-Anneke. Het is het eerste boek in een serie van tien delen met de Antwerpse commissaris Carpentier en rechercheur Dewit als hoofdpersonen. De romans spelen zich af in een Antwerpse regio, zoals blijkt uit titels als De koningin van de Vogelenmarkt is dood en Elvis dood in Deurne, beide uit 1996. Zijn beste boeken zijn Drie dode meesters uit 1997 en Gevaarlijk volk uit 2013.
Pieter Aspe: De zevende kamer
Waarschijnlijk is Aspe de best verkochte en meest gelezen auteur in Vlaanderen. Hij debuteerde in 1995 met Het vierkant van de wraak, het eerste deel van een reeks van meer dan veertig delen met als hoofdpersonages adjunctcommissaris Pieter Van In, officier van justitie Hannelore Martens en Van Ins assistent Guido Versavel. De meeste boeken spelen zich af in Brugge en omgeving. Aspe’s beste boeken zijn De zevende kamer uit 2008 en Misleid uit 2009.
Patrick De Bruyn: Verdoemd
Patrick De Bruyn schrijft psychologische thrillers. Hij debuteerde in 1998 met File, een thriller waaruit blijkt dat files wel degelijk de gezondheid kunnen schaden. Met psychologisch inzicht toont deze auteur de kwetsbaarheid van de modale mens in een maatschappij die alsmaar dreigender wordt. Zijn beste thriller is Verdoemd uit 2006, een thriller waarin mensen alleen staan met hun immense verdriet, waarin de politie machteloos is en waarin sommigen misschien het recht in eigen hand zullen nemen.
Luc Deflo: Levend Speelgoed
Naakte zielen uit 1999 was zijn debuut. Het is het begin van een meer dan twintig delen tellende serie met Jos Bosmans en Dirk Deleu. In deze serie is Copycat uit 2004 zijn beste boek. Deze politiethrillers spelen zich af in Mechelen. Daarnaast schreef Deflo nog bijna twintig thrillers, waarvan Levend speelgoed uit 2019 het beste is.
Benny Baudewyns: Het Tati-syndroom
Het Zwartbergplan is in 2000 het thrillerdebuut van Benny Baudewyns Deze auteur houdt van internationale complotsituaties á la Robert Ludlum. Zijn latere boeken, waaronder De lijkenpikker en Hartenvreter zijn beter dan zijn eerdere boeken. Zijn hoogtepunt is Het Tati-syndroom uit 2018.
Jonathan Sonnst: De pijnhandel
De eerste thriller van Jonathan Sonnst, Deadline, verscheen in 2000 met als hoofdpersonen Robinson & Hilton. Deze personen kwamen een jaar later opnieuw in actie in Dansende Asse. Sonnst schrijft ironisch en heeft een sterk observatievermogen, waardoor hij mensen en gebeurtenissen treffend weet te beschrijven. Een voorbeeld hiervan is te vinden in De pijnhandel uit 2004, waarin de ietwat tragische illusionist Tobias Pasko klusjes opknapt voor de gewelddadige gangster Victor Le Fou.
Rudy Soetewey: 2017
Soetewey debuteerde in 2001 met Inbraak. Naast psychologische thrillers schrijft hij ook toneelstukken, novelles en romans. Hij is bedreven in het schrijven van scherpe dialogen die de spanning opvoeren. Zijn beste thriller is 2017 uit 2013, waarvoor hij de Diamanten Kogel ontving.
Stan Lauryssens: Dromen zijn bedrog
Lauryssens raakte betrokken bij een kunstzwendel waardoor hij in Spanje gevangenisstraf kreeg. Dit is te lezen in zijn autobiografische boek Costa del Crimen. Als thrillerschrijver debuteerde hij in 2002 met Zwarte Sneeuw. Zijn boeken bevatten naast spanning ook humor, romantiek en horror. Zijn beste boek is Dromen zijn bedrog uit 2011.
Bavo Dhooge: Sioux Blues
Zijn thrillerdebuut in 2002 is Smak, het eerste avontuur met als hoofdpersoon de cynische privédetective Patrick Somers, gespecialiseerd in domme dingen, die actief is in Gent. Pat Somers houdt van wrange humor en hanteert gewiekste methoden die hem nogal eens in moeilijkheden brengen. Zijn beste boek is Sioux Blues uit 2010.
Stefaan Van Laere: Zenit
Van Laere schrijft allerlei genres van een boek over whisky’s tot jeugdboeken en science fiction. Zijn thrillerdebuut is Botero uit 2003. Daarin onderzoeken politiecommissaris George Bracke, getrouwd met Annemarie Vervloet en liefhebber van malt whisky, met zijn assistent Cornelis de moord op een kind. Zenit uit 2015 is een van zijn betere boeken.
Jos Pierreux: Niets erger dan spijt
Hij debuteerde in 2004 met De dode die met zijn tweeën was, waarin inspecteur Luk Borré hoofdpersoon is. De meeste van zijn misdaadverhalen spelen zich in Knokke af. Pierreux schreef 18 misdaadromans met inspecteur Luk Borré als hoofdpersoon. Met Niets erger dan spijt een autobiografische misdaadroman won hij in 2018 de Hercule Poirotprijs.
Toni Coppers: Het vergeten meisje
Dixit uit 2005 is de eerste misdaadroman van deze auteur. Het wordt gevolgd door Heilige Nachten. Zijn eerste boeken zijn eerder komisch dan thriller. Vanaf Niets is ooit uit 2008, het eerste deel van een serie rond inspecteur Liese Meerhout, schrijft Coppers echte thrillers. Zijn thrillers spelen zich af in Brussel. In het vierde deel Iris was haar naam uit 2011 wordt Liese Meerhout commissaris bij de Crim, de moordbrigade van Brussel. Latere boeken spelen zich af in Oostende en Antwerpen. Zijn beste boek is Het vergeten meisje uit 2019.
Piet Baete: Wie niet weg is
In 2007 debuteerde Baete met Dromen van de dood. Het werd in 2009 gevolgd door Poker, het eerste deel van een serie rond het duo Briek Mulders & Luc Bonnart. Zijn thriller Wie niet weg is uit 2016 is tot op heden het beste.
Jo Claes: Van de hemel in de hel
Claes is al sinds 1985 als auteur actief. In 2008 publiceerde Claes met De zaak Torfs zijn eerste misdaadroman rond het personage van inspecteur Thomas Berg. Sindsdien verschijnt er elk jaar een Thomas Berg thriller. De boeken spelen zich af in Leuven, de woonplaats van de auteur. Getekend vonnis uit 2013, De mythe van Methusalem uit 2014 en Het gewicht van de haat uit 2017 behoren tot zijn betere boeken, net als Van de hemel in de hel uit 2020.
Belinda Aebi: Troebel water
Belinda Aebi werkte eerst als fysiotherapeute/kinesitherapeute, maar leidde daarna een kwart eeuw lang de juwelenafdeling van het familiebedrijf. In 2006 begon ze te schrijven en publiceerde ze Swiss made, de biografie van haar vader. In 2010 verscheen haar eerste misdaadroman, Dubbelspel met onderzoeksrechter Maud Gelderman en rechercheurs Gijs en Max. Deze verhalen spelen zich af in Gent. Intussen heeft ze al elf boeken op haar naam staan, waarvan zeven met Maud Gelderman. In haar boeken worden actuele thema’s verweven met een pittig verzonnen plot. Haar beste boek is Troebel water uit 2017.
Hilde Vandermeeren: Schemerzone
Vandermeeren schreef vanaf 2001 tientallen kinder- en jeugdboeken. In 2013 debuteerde ze als thrillerauteur met Als alles duister wordt.Hierna schreef ze elk jaar een thriller. Vanaf 2018 schreef ze samen met strafpleiter Walter Damen elk jaar een boek met Kirsten Hartogs, advocate als hoofdpersoon, te beginnen met Rusteloos. Het is het eerste deel van een trilogie dat gevolgd is door Bodemloos in 2019 en Meedogenloos in 2020. Schemerzone uit 2017 is haar beste boek.
Welke belangrijke Vlaamse auteur of boek heb je gemist?