Buddyread: Archipel van de hond - Philippe Claudel
De volgende buddyread op mijn lijstje is tevens mijn eerste Franse boek sinds lang. Wil, een liefhebster van Parijs en de Franse literatuur las ook de Franse versie, en Hetty schoof gezellig aan met de Nederlandse editie uiteraard.
Over de auteur en het boek
Philippe Claudel is een van de belangrijkse Franse auteurs van dit moment. Hij is tevens scenarioschrijver en filmregisseur, en geeft les in scenario schrijven aan de Universiteit van Nancy. Sinds zijn debuut Rivier van vergetelheid uit 1999 (Meuse l’oubli) schreef hij een 30-tal boeken; voor zijn fel bejubelde Grijze zielen uit 2003 ontving hij de Prijs Renaudot, één van de vijf grote Franse literatuurprijzen. Hij zetelt ook in de Académie Goncourt. In 2015 kreeg hij op de KU Leuven een eredoctoraat en in 2017 kwam er een toneelstuk van zijn succesboek(je) Het kleine meisje van meneer Linh op de planken in de Bourlaschouwburg in Antwerpen van de hand van gerenommeerd toneelregisseur Guy Cassiers (Toneelhuis Antwerpen). Het was een prachtig stuk, een monoloog door Koen De Sutter, heb ik zelf kunnen vaststellen, waarvan je de rillingen over het lijf gaan lopen.
In 2018 kwam het laatste boek van Claudel, Archipel van de hond, uit en heb ik een interview met de auteur bijgewoond naar aanleiding daarvan op Het betere boek in Gent (zie mijn verslag hier). Tenslotte zag ik hem nog niet zo lang geleden ook voordragen op Saint-Amour van dit jaar uit zijn voorlaatste boek, De boom in het land van de Toraja, uit 2016. (briefverslag van Ine en mezelf) Je kan niet anders dan onder de indruk komen van Claudel, die met zijn mooie Frans een hele zaal kan inpakken.
Wat vonden Wil, Hetty en ik van zijn laatste boek? Het boek vertelt het verhaal, dat je als een fabel of parabel (met een duidelijke les in dus), kan beschouwen over het enige bewoonde eilandje van Archipel van de hond, een niet-bestaande eilandenarchipel, ergens gelegen met een grote waarschijnlijkheid in de Middellandse Zee. [Eventueel zou je kunnen denken aan de oorspronkelijke betekenis van de ‘Canarische eilanden’, waar je het woord ‘canis’ (Latijn voor hond, of geslacht der hondachtigen) in terugvindt. Deze eilanden liggen echter zuidelijker, ten westen en ter hoogte van Marokko, in de Atlantische Oceaan.] De rest van de wereld is namelijk niet verzonnen. In de niet gedefinieerde tijdszone lopen er op dat eilandje vooral veel vissers rond, maar ook andere inwoners met verschillende beroepen zoals de Onderwijzer (l’Instituteur), de Dokter (le Docteur), de Priester (le Curé) en de Burgemeester (le Maire). Op een dag doet een oude inwoonster van het eiland, die als bijnaam de Oude Vrouw (la Vieille) kreeg, haar dagelijkse wandeling met haar hond op het strand waar ze vlakbij woont. Daar vindt ze drie zwarte drenkelingen die dood zijn aangespoeld. Op dat moment duiken ook twee andere eilandbewoners op, Amerigo (Amérique) en Zwaardvis (le Spadon), vissers van beroep die samen ook hun toertje over het eiland doen. Ze vraagt hen snel hulp te gaan halen in de vorm van de burgemeester. Uiteindelijk zullen ze daar, voor de rest nog vergezeld van de Dokter en – ongewild – ook de Onderwijzer, op een kluitje staan kijken en zal de Burgemeester beslissen de lijken er enkel door hen zelf, of toch de gezonde mannen onder hen, weg te halen en geen ruchtbaarheid aan de zaak te geven. De Onderwijzer kan hier echter niet mee leven, en bijt zich vast in een zoektocht naar bewijzen en om te weten hoe die vluchtelingen bij hen beland zijn.
Er is een vulkaan op het eiland die af en toe uitbarst en dan ondergronds een soort gebrom veroorzaakt dat je op het hele eiland kan horen. In het Franse boek heet die de ‘Brau’. Op een mooie dag komt met de bootverbinding van het vasteland een zogenaamde commissaris mee. Wat gaat hij doen op het eiland en wat zal zijn aanwezigheid veroorzaken? Alvast heel wat onrust, en het eiland zal nadien nooit meer hetzelfde zijn…
Bespreking
Claudel stelt in dit boek de vluchtelingencrisis dus aan de kaak, en vooral ook de reacties daarop van een gesloten gemeenschap. Hij gebruikt hiervoor een universele, tijdloze vorm voor zijn verhaal. Personages krijgen geen naam en het eiland is uit de fantasie ontsproten. Wat denken Wil en Hetty hiervan?
Wil: Dit verhaal deed mij denken aan Huis Clos, het toneelstuk uit 1943 van Jean-Paul Sartre. Met gesloten deuren is de Nederlandse titel. Maar nu met zeven personen in plaats van de drie van Sartre. Deze zeven hoofdpersonen zijn als karikaturen beschreven. Zij hebben geen naam of voornaam, maar zijn a.h.w. het symbool voor hun beroep of hebben een bijnaam door hun uitstraling/uiterlijk. Als een naam, wel met een hoofdletter geschreven.
Hetty: Er wordt een fantasiewereld geschetst die, hoewel fictief, opvallend veel overeenkomsten vertoond met de echte wereld. De archipel van de hond zou zo maar op de wereldkaart te vinden kunnen zijn. De gebeurtenissen zijn tijdloos en kunnen op een willekeurig moment in de geschiedenis geplaatst worden. Maar toch vertonen ze veel overeenkomst met zaken die zich nu afspelen, denk aan de bootvluchtelingen en het voorop/veilig stellen van politieke belangen. De hoofdrolspelers van het verhaal worden niet bij naam genoemd, enkel bij het beroep (onderwijzer, dokter, commissaris) dat ze uitoefenen. Ze worden elk gekenmerkt door bepaalde eigenschappen.
Ikzelf zag ook in het verhaal een gesloten ruimte terug, zoals Wil het beschrijft, en herkende ik in de personages net als zij en Hetty uiteraard de specifieke symboliek en eigenschappen terug. Door het universele en het tijdloze kan je het verhaal inderdaad eender waar en op eender welk moment in de geschiedenis plaatsen, wat duidelijk de sterkte van dit verhaal is. Het legt de nadruk er ook op dat het verhaal hier beschreven zich al in het verleden heeft voorgedaan, het zich in het nu voordoet en dit in de toekomst nog zal plaats vinden.
Een belangrijke vraag in het verhaal vond ik hoe een gesloten gemeenschap een vreemdeling benadert. Ook de Onderwijzer, die dan nog eens bewijzen gaat uitzoeken, is een buitenstaander en dreigt ook nog eens het geheim van de drie verdwenen lijken naar buiten te brengen.
Wil: De zondebok is de Onderwijzer. De Onderwijzer vindt dat de waarheid verteld moeten worden en dat deze jonge mannen een waardige begrafenis verdienen… Et voilà: een levensgroot probleem! Bovendien is De Onderwijzer eigenlijk een Buitenstaander, hij is niet van het eiland….
Hetty: Als het erop aankomt klitten de oorspronkelijke bewoners samen en offeren ze de buitenstaander op. Als ‘immigrant’ hoor je er nooit helemaal bij maar blijf je altijd de vreemdeling. Ook dat is iets wat vandaag de dag nog steeds voorkomt in de wereld.
Deze parabel is duidelijk een spiegel. Het verhaal spiegelt ons voor wat wij zelf doen in onze levens en de reacties van de hoofdpersonages zijn eigenlijk heel herkenbaar. Doorheen de commentaren van de Commissaris horen we een cynische, harde stem over onszelf en onze maatschappij en hoe we op de wereld rondom ons en de ander reageren. Ook Hetty en Wil verwoorden dit in hun bespreking.
Hetty: De eigenschappen zijn voor veel mensen herkenbaar, je kunt je voorstellen dat je zou reageren als één van hen. Het ontbreken van namen vergroot dit herkenbare effect ook nog eens. De verteller houdt je een spiegel voor en toont je hoe groepen mensen reageren. En dat is absoluut confronterend…
Wil: Evenals in zijn eerdere boeken “Grijze Zielen” (2003) en “Het verslag van Brodeck” (2007) houdt Claudel ons met deze parabel opnieuw een onbarmhartige spiegel voor… Hij beschuldigt niet, hij oordeelt niet, hij toont ons hoe wij als mensen in bepaalde situaties kunnen handelen. Zijn wij echt al zo diep gezonken…? Het gaat de schrijver eerder om de reacties van alle eilandbewoners die in deze parabel model staan voor de mensheid, voor alle mensen, voor ons. Het gaat niet alleen om hun individuele, overigens heel interessante reacties, maar vooral ook om de reacties van de massa. Heel herkenbaar.
Wat vonden we van de schrijfstijl van het boek en hoe verteerden we eigenlijk het begin van dit verhaal?
Nathalie: De schrijfstijl is prachtig maar best wat prekerig, dit doet echter wel de kracht toenemen van Claudels “tirade”. In het begin van het boek komt dit in ieder geval heel sterk aan bod. Van de eerste Franse zinnen heb ik bovendien al drie werkwoorden en een ander woord moeten opzoeken. Gelukkig werd dit beter toen ik verder las, en ik ook meer uit de context kon begrijpen.
« Vous convoitez (begeren) l’or et répandez la cendre. Vous souillez (bezoedelen) la beauté, flétrissez (vernietigen) l’innocence. Partout vous laissez s’écouler de grand torrents de boue. La haine est votre nourriture, l’indifférence votre boussole (kompas). »
Wil : Hoofdstuk 1 begint met een vermaning, meer een zedenpreek zelfs. De lezer wordt individueel aangesproken in de trant van: “Dit verhaal gebeurt niet ver van uw bed, maar heel dichtbij….” De lezer wordt gewaarschuwd! Persoonlijk vond ik dit een naar begin. Storend. Archipel van de Hond is eigenlijk een heel eenvoudig verhaal door Claudel beschreven in een prachtig proza. En ondanks de tragiek met zoveel humor en vooral ironie, waardoor de lezer toch niet al te gefrustreerd wordt. Moeten wij ons schuldig voelen? Is er een zondebok aan te wijzen? Tot waar gaan we?
Hetty: Dit boek heeft een bijzonder en opvallend begin. Wat mij vooral opviel was dat de toon van de verteller duister is en ook zeker somber te noemen is, ik schrok hier wel even van en vroeg me af of dit begin tekenend zou zijn voor de rest van het boek. Gelukkig veranderde dit al bij het tweede hoofdstuk, want anders denk ik dat ik het geen prettig boek gevonden zou hebben.
De auteur hanteert een mooie schrijfstijl, herkenbaar voor Claudel. Door de gebruikte metaforen is de situatie goed voor te stellen en zie je de setting helemaal voor je.
Onze conclusie
Wil: Archipel van de Hond is een roman om nog lang over na te denken en met anderen over te discussiëren (een leesclub!). Het is, zoals dat in ’t Frans heet, een “roman à tiroirs”. (nb: een roman met laatjes) Met veel verhaallijnen die de hoofdlijn onderbreken. Er zit zoveel in. Een roman die men zo weer gaat herlezen. Bij uitstek ook geschikt voor verfilming.
Oordeel: Vijf sterren *****
Recensie Wil
Hetty: Het verhaal van Het kleine meisje van meneer Linh sprak me meer aan, daar werd ik meer in het verhaal gezogen. Het boek Archipel van de hond is ook zeker een goed geschreven verhaal, de manier waarop de verteller de mensen een spiegel voorhoudt, is confronterend en laat je je ongemakkelijk voelen, zeker met het duistere eerste hoofdstuk nog vers in gedachten, omdat de geschetste situatie zo herkenbaar is voor de huidige wereld.
Oordeel: Ik geef Archipel van de hond vier sterren, net geen vijf omdat ik die al aan Het kleine meisje van meneer Linh gaf en dat boek toch net iets beter vond. ****
Ikzelf kan heel goed zien dat dit boek even moeilijk te verteren is, hard en somber, confronterend en wat prekerig. Toch is de kracht van Claudel dat hij vragen stelt, de lezer zijn verhaal verder laat creëren en invullen hoewel hij symbolen en beelden aanreikt, en je er inderdaad heel ongemakkelijk door wordt. Laat mij net dàt belangrijk vinden aan een boek: dat als je een boek dichtslaat, het blijft nazinderen. Ook Het kleine meisje van Meneer Linh deed dat inderdaad. Hij hanteert een prachtige krachtige taal, en geeft een relevante boodschap mee en is toch begrijpend voor de menselijke zwakheid. Misschien net wat minder kort dan Willem Elsschot. Dat dan weer wel…
Oordeel: Edoch, vijf sterren van mij! *****
Volgende buddyreads
Tegen half maart lees ik samen met Wendy De macht van Naomi Alderman, zij in het Nederlands, ik in het Engels. Een artikel daarvan komt op de Literatuurclubspot. Rond eind maart hoop ik zowel Nultijd van de Duitse schrijfster Juli Zeh gelezen te hebben waarover ik een stukje zal schrijven met input van Roosje (het boek in mijn bibliotheek-leesclub), als het ‘moederboek’ van Peter Verhelst, Voor het vergeten, met Ellen ‘Prowisorio’, en daar ook een ‘stukje’ over te schrijven… Duimen maar dat dit me zal lukken!