Buddyread De rode anjer met Tea
De rode anjer is geschreven door de Siciliaanse auteur Elio Vittorini (1908-1966). Tussen 1933 en 1934 publiceerde het Siciliaanse literair tijdschrift, Solaria, waarvoor hij werkte, delen uit deze roman als feuilleton. Het verscheen pas in boekvorm in 1948 na de Tweede Wereldoorlog. De fascistische autoriteiten hadden vooral problemen met volgens hen enkele zogenaamde ‘pornografische’ stukken uit het boek. Vittorini was een zoon van een spoorarbeider en politiek actief. Ook in zijn boeken komt dit naar voor. In de jaren voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog bestond er blijkbaar een linkervleugel van de Italiaanse Nationale Fascistische Partij. Die linkervleugel waartoe hij behoorde, wilde de opstandelingen tegen de Spaanse fascistische generaal Franco ondersteunen, wat hen door de rest van die partij niet in dank werd afgenomen. Hij werd nadien communistisch en in 1942 tijdens de oorlog ging hij in het verzet. Hij stierf in Milaan in 1966.
Ik las dit boek samen met Tea en hieronder proberen we elk te beschrijven wat we ervan vonden.
Introductie
In 1924 is de zomer op Sicilië bijzonder heet. Heet en saai, vooral tijdens de vakantie thuis op het landgoed. Alessio Mainardi en zijn vriend Tarquinio, zestien en achttien jaar oud en afkomstig uit welvarende families, vluchten 'ter voorbereiding op hun eindexamen' naar een stadje aan zee, waar ze een kamer in een studentenpension gehuurd hebben. Ze discussiëren, meestal in de cafés aan de Corso, over Mussolini, Rosa Luxemburg en vooral over de liefde en vrouwen.
Leesverslag Tea
Met hooggespannen verwachtingen begon ik aan deze klassieker, die ook nog eens de geuzentitel Schwob-boek mag dragen. In het algemeen heb ik een beetje moeite met Italiaanse romans, geen idee hoe dat komt. Het is gevoelsmatig, net of de personages zich niet bij me willen voegen, misschien is er sprake van een cultuurverschil, ik weet het niet. Dus bij deze roman was het de vraag of hij na zoveel bejubeling mij zou kunnen inpakken.
Wat mij betreft valt het boek in twee delen uiteen, het eerste stuk handelt over de vriendschap tussen de protagonist Alessio Mainardi en Tarquinio. Hierin wordt ook de politieke situatie duidelijk waarin Italië zich bevindt en moeten de jongens hun plaats zien te veroveren. Heftige discussies, machogedrag en culturele en sociale achtergronden spelen hierbij een rol. In dit eerste stuk komen ook twee vrouwen in beeld die allebei een cruciale rol gaan spelen voor beide jongens.
De titel De rode anjer is goed gekozen, een krachtige titel voor dit boek dat zo politiek gekleurd is.
Eén van de twee vrouwen is Giovanna, van haar krijgt Mainardi de rode anjer, eenmaal in zijn bezit zal hij de bloem graag bij zich willen houden, maar net als de vrouw zal de bloem niet bij hem blijven en wordt hierdoor bijna metafoor voor wat er met ontwikkeling van de jongen gebeurt.
Wanneer Mainardi naar zijn ouderlijk huis gaat komen er schitterende, poëtische passages van zijn reis. In het nawoord spreekt Barbara Kleiner van zintuiglijke beschrijvingen en daar kan ik het volledig mee eens zijn.
‘Boven in de stad sloeg het zes uur en langzaam verdwenen de koepels in de schaduw. Ik zag dat we al over de grote, met alsem bedekte vlakte reden. Licht schoot het treintje tussen de dunne bomen door, een soort groene nevel in de verte, en toen denderden we in volle vaart over de ijzeren brug, met een kabaal waarvan ik de eerste keer enorm was geschrokken en waarvan geen einde leek te komen.’ (blz. 71)
In het tweede gedeelte van het boek, waarin Tarquinio het pension verlaat, komt het gedeelte waarin Mainardi probeert volwassen te worden. Bedwelmende passages over het verlangen, de liefde, de onbereikbaarheid, de illusie, de fantasie en de leugens wisselen beschrijvingen van sociale en politieke waarheden af. De spanning tussen het grijpen naar geweld en het verlangen naar de liefde is enorm, het lijkt of ze beide de overhand zullen krijgen. En dan gebeurt er iets onverwachts. De vrouw van lichte zeden blijkt voorbestemd te zijn beschermengel te worden van Mainardi. Zij is de exotische vrouw die hem zal hoeden voor de politieke richting die hij dreigt in te slaan.
Het slot is verpletterend…..
Met het nawoord ben ik erg blij, het verheldert het politieke standpunt van Vittorini en het boek is hierdoor beter te doorgronden.
Conclusie: Het boek krijgt 4,5 ster van mij en ik ben totaal niet teleurgesteld in mijn verwachtingen.
Mijn leesverslag
Het eerste deel gaat inderdaad voornamelijk over de twee jongens en hun leven, dat blaakt van de vrijheid, de zomer en de liefde, .. Beiden moeten ze zich voorbereiden op hun eindexamens om toegelaten te worden op de universiteit. Maar de gedachten van Alessio en zijn vriend worden ingenomen door andere zaken, hun liefde voor 2 Siciliaanse schonen, rondhangen in hun favoriete café, hun ‘hol’ genaamd, en ze spreken met elkaar over van alles en nog wat, waaronder de liefde en de politiek. De grote liefde van Alessio is zijn medestudente Giovanna, van wie hij een rode anjer in een enveloppe toegestopt krijgt, die die zomer en de liefde symboliseert uiteraard. Tarquinio is dan weer betoverd door Zobeida, een vrouw die vele mannen dient en waar hij pas later op zal durven toestappen. Beiden zijn opstandig en maken deel uit van een revolutionaire fascistische groepering in de stad, die de dingen wil veranderen en de machthebbers probeert uit te dagen. Toch is Alessio nog niet zeker van zijn politieke overtuiging en twijfelt hij nog. Alessio en Tarquinio zien elkaar veel, discussiëren over liefde en politiek, en worden aangetrokken door het gebruik van geweld.
Dan is er het zomerverblijf van Alessio in zijn geboortehuis bij zijn ouders en broertjes en grotere zus Meta. Hier vind je vele mooie beschrijvingen van het Siciliaanse platteland die heel gelukkig aandoen, maar ook wel wat te mythisch en geromantiseerd volgens mij. Er wordt gewag gemaakt van het feit dat het voor gewone arbeiders en boeren een zwaar leven was, maar dit wordt tegelijkertijd ook geromantiseerd, en dit is in strijd met mijn nuchtere ik. Dat de kinderen van een zaakvoerder van een bakstenenfabriek in een gegoede situatie zitten, kan wel kloppen natuurlijk. Alessio vraagt zichzelf daar ook af hoe zijn verhouding met de arbeiders van zijn vader eruit ziet, en hoe hij zich daar tegenover moet stellen. Ik kon uit zijn bedenkingen te weinig halen wat voor politiek(e gedachten) moest doorgaan. Misschien ook omdat ik van de Italiaanse politieke geschiedenis te weinig tot niets weet, dat kan natuurlijk ook? Het bleef allemaal zeer aan of zelfs onder de oppervlakte voor mij. De mooie taal viel me zeker ook wel op.
Dat verblijf werkt als het keerpunt/de scheiding tussen het eerste en tweede deel. Als Alessio terug in het studentenverblijf is, is Tarquinio vertrokken omdat hij zich te oud voelde om er te verblijven en is zijn plaats ingenomen door een ander groepje studenten, naar wie wordt verwezen als ‘turken’ overigens, maar die in feite geen Turken zijn. In dit deel zoekt Alessio inderdaad zijn weg naar de volwassenheid, trekt hij naar Zobeida, loopt hij zijn examens mis, wil hij naar geweld grijpen en met de school stoppen. Niets is nog duidelijk voor hem. Hiervan wordt hij echter behoed door zijn beschermengel/en. Het slot is eigenlijk een soort van catharsis en vond ik eerlijk gezegd wat te braaf ten opzichte van de rest van het boek vreemd genoeg.
Conclusie: Al bij al vond ik dit een prachtig geschreven roman, waarin de auteur echter veel suggereert volgens mij wat ik niet allemaal begrepen heb. Het nawoord van Barbara Kleiner heeft dat ook niet volledig voor mij kunnen verklaren, de schrijfster ervan kwam met allerlei politieke dingen aanzetten die ik in het boek niet had teruggevonden. Misschien hoeft dat ook niet, het zou me toch wel wat meer voldoening geschonken hebben. (Ik wil een nawoord als van bijv. Erik Rinckhout in de nieuwe uitgaven van Elsschot, wat helderheid en beknoptheid betreft!) Van mij krijgt dit boek 4 sterren.
Wat denk jij? Is dit een roman voor jou? Heb je het misschien al gelezen en wat vond je er dan van?
Op het einde van deze maand breng ik verslag uit van mijn buddyread met Angèle rond de roman Suikerspin van de Vlaamse auteur Erik Vlaminck.