Meer dan 5,9 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×

Contact...in alle vormen

op 19 maart 2018 door

Hoe bespreek je een bundel als Contact van Maarten Inghels? En al zeker zonder een poëziekenner te zijn? Contact is een compleet overzicht met nog wat extra’s van de stadsgedichten die Inghels schreef tijdens zijn stadsdichterschap voor Antwerpen. Terwijl de bundels van de stadsgedichten van Tom Lanoye, Bart Moeyaert en Ramsey Nasr rustig te lezen en te herlezen zijn, en waarvan ik er een aantal al een lange tijd regelmatig op een muur in de stad tegen kom, verspringen de vormen én de inhoud van de projecten van de 27-jarige Inghels zoveel dat zowel de dichter als de gedichten veel energieker en dynamischer overkomen. Natuurlijk krijg je nu de teksten ook zwart op wit onder ogen, maar de meeste werden gelanceerd doorheen tijd en ruimte en zelfs door middel van vuur, waardoor ze nadien  snel vervlogen/verdwenen. Slechts sommigen kregen een permanente plaats mee, één gedicht werd zelfs per versregel op de huid vereeuwigd van een aantal vrijwilligers. Deze bundel gedichten zocht en vond in ieder geval het “Contact” met beeld, performance én het publiek.

De bundel begint met voor mij een nieuwe tekst,  “De avond na mijn dood”, waarin wordt verteld over de acht avonden aftellend na de dood van de dichter, en hoe een aantal dubbelgangers van hem zijn leven overnemen. Een sterke binnenkomst, het klinkt allemaal wat onthecht volgens mij, of net niet als je wil dat je leven gewoon wordt verdergezet, ook als je er zelf niet meer bent?

Wat er allemaal te lezen valt, is te veel om op te noemen. Wat zeker hard opvalt, zijn de vele illustraties van verschillende projecten. De advertentie en het visitekaartje waarmee Inghels een telefoonnummer aankondigde, via de welke de beller enkele ingesproken gedichten kon beluisteren via een meerkeuzemenu, zijn alvast de rode draad van de bladzijden met telefoonnummers van alle mensen die dit nummer belden. Je ziet ook foto’s van mensen die één van het dozijn portefeuilles opraapten waarin het visitekaartje zat.

Een lang ‘roadtrip’-gedicht, ‘Ik volg de rivier, ik ben de rivier’ gaat over zijn voettocht van 284 km  tussen de bron van de Schelde in het Franse Gouy tot in Antwerpen. Foto’s van die voettocht complementeren de sterke beelden die de tekst van 45 pagina’s oproept. Tijdens die wandeling, zeg maar dat fysieke exploot (volgens deze onsportieve lezeres toch), gaan Inghels’ associaties van de fauna en de flora die hij tegenkomt tot de sporen van de mensen en de industrie die aan de rivier ontsproten zijn. Vuil en afval worden afgewisseld met schoonheid.  

Ook nieuw voor mij was dat hij een zesdaagse tocht deed met een vrachtschip waarmee hij vanuit Antwerpen meeliftte naar Sint-Petersburg, een zusterstad van Antwerpen, die hij beschrijft in dagboekvorm. Hij verdwijnt opnieuw uit de stad om inspiratie op te doen tussen bak- en stuurboord, in zijn eigen kooi, de kajuit, of de kombuis. Zoals hij zelf schrijft bij aanvang:

Ik heb mezelf opgedragen in 2017 naar Sint-Petersburg af te reizen

Zoals tsaar Peter de Grote in 1717 Antwerpen aandeed

Met een rol touw op zak om de hoogte van de kathedraal te kennen

En aan het Skaggerak:

Ik ben lichaamsvreemde materie ik ben een verstekeling

Ik heb een vreemd lichaam ik ben een vreemd lichaam

 

Bij aankomst in Sint-Petersburg:

Op de Nevski Prospekt dans ik een dans op damestenen

Een verleidingsdans om te worden geschaakt

Mijn handtekening in een ceremoniële dans

Een sierdans voor geknielde bloemenkransen

Maar de grote slag blijft uit – alleen in mij de oorlog

 

Ook in het tweede en laatste jaar van zijn ‘mandaat’ stelde hij in de vorm van een ‘volksbevraging’ in 35 verzen evenveel poëtische vragen aan de lezer over zijn of haar gemoed, gedragingen, geloof en cultuur. Zowel deze ‘Proust Questionnaire’ als het antwoordformulier waren gedrukt in de typische vorm van de Belgische belastingbrieven. Een bepaald publiek had het misschien wel niet graag gekregen op die manier... Alle ontvangen antwoordformulieren waarvan de meesten verrassend eerlijk werden beantwoord, zijn ook afgedrukt in de bundel. Uit deze reacties ontsproot Inghels’ gedicht ‘Honger’ dat hij vervolgens per versregel wilde laten vereeuwigen als tattoo op een ledemaat van 10 geselecteerde mensen in zijn handschrift. Met hemzelf als elfde persoon die de titel op zich nam, belichamen deze elf mensen het gedicht dat ik prachtig vind, en me bijzonder beviel:

Honger

We moeten praten over lichamen, mijn lichaam

Bij jouw lichaam is adem honger

De honger van een halve tweeling

 

Honger raakt mij aan, raakt mij aan

Het geheim van honger is herinnering

Het tegenovergestelde van vergeten

 

Dolende lichamen hol van honger

Wandelaar, inbreker, vreemdeling

Dansen in het licht van nooduitgangen

 

Jouw lichaam spatie mijn lichaam

https://www.antwerpenboekenstad.be/stadsdichters/9/maarten-inghels/gedichten/132/9-i-honger 

Maar liefst 600 personen hadden zich hier trouwens voor opgegeven! Dat is enorm veel, toch? Deze 10 mensen met elk hun eigen motivatie krijgen ook een korte voorstelling in deze bundel.

Of het nu via deze tattoos is, via een radiosatelliet, of een gedicht ingezaaid in een aantal Antwerpse parken, Inghels zoekt contact, verdwijnt uit de stad en verschijnt weer. Het is altijd weer wat anders met hem. Zijn speelsheid en originaliteit waarmee hij het stadsdichterschap invulde, maakte gedichten bereikbaar voor een grote groep lezers, die er anders niet mee in ‘contact’ waren gekomen. Het was volop genieten van zijn vondsten, maar het is zeker dat Maud Vanhauwaert, zijn opvolgster, dat zal blijven volhouden al was het maar omdat ze dit al langer probeert te bewerkstelligen in haar eigen carrière.  

Contact, Maarten Inghels, De Bezige Bij 2018 



Reacties op: Contact...in alle vormen