Gedicht #16 - 4 september
Het is al weer een tijdje geleden dat ik een gedicht / gedichten postte op deze boekenblog. Tijd voor enkele nieuwe gedichten dus.
Amina Belôrf (1990), maatschappelijk werker en columniste, is een rijzende nieuwe ster aan het Vlaamse poëzeie-firmament. Haar eerste poëziebundel Zonder het licht te breken bij uitgeverij EPO bereikte de magische grens van 1000 bundels. In deze bundel vertelt ze het verhaal van haar vader Mohamed Belôrf die midden jaren 1960 als gastarbeider naar België kwam. Tedere en trefzekere poëzie over een familiegeschiedenis. Deze bundel is prachtig en ontroerend. Ik wil graag drie gedichten uit deze bundel met jullie delen.
Migrant
Altijd onderweg
met driehonderdduizend
negenentwintig en een halve
tussenstap, pendel je
van land naar land
met enkel thuis in je hart.
Men zegt wel eens dat thuis
daar is waar je hart ligt.
Maar is je ziel ooit thuis geweest?
Hebben je voeten de grond geraakt?
De aarde gevoeld?
Het veld verkend?
Soms word ik wakker in een slagveld
van dromen zonder doel
en tranen van bloed
die het tafellaken kleuren.
Hoe uitgestorven en verlaten
het dorp ook moet zijn geweest,
je ogen zwijgen zoveel meer
dan het dragen onderweg.
Deporteerbaar
Hier zijn ze dan
de kinderen van
de kinderen van
hun kinderen
bij grootvader op schoot
zij zij aan zij
in rij vlees gekeurd
afgestempeld
heen vervoerd
daar staan ze dan
biddend
om levend terug
boven te komen
tijdens het afdalen
in het diepe donker
van de mijnen
steenkool wacht niet
boten varen weg
de tijd knaagt
net als uw geweten
laad en los de dozen
en laat los
uw gemis en uw bergen
daar hebben wij
geen boodschap aan
hou dromen groot
en zwijg uw rug kapot
oui chef non chef
tout van bien chef
hier zijn ze dan
de kinderen van
de kinderen van
hun kinderen
en zij zij aan zij
vlees gekeurd
afgestempeld
afgevoerd
vanaf heden deporteerbaar.
Pauze
Zullen we stoppen met praten
het klinkt niet meer
misschien is schrijven beter
omdat een spatie ademt
en een punt niet wijkt.
Soms blijven we vallen
omdat rechtop lopen
voor de buitenwereld
mooi oogt
maar binnenwerelds
de adem smoort.