Leesclub Merksem nr 6: De Avonden - Gerard Reve
Ter herinnering vinden jullie hier de vorige boeken die ik met deze leesclub mocht bespreken:
- Nr 1: Dertig dagen - Annelies Verbeke
- Nr 2: Hersenschimmen - J.Bernlef
- Nr 3: Het verslag van Brodeck - Philippe Claudel
- Nr 4: De zwarte brug - Erik Vlaminck
- Nr 5: Wij en ik - Saskia De Coster
Deze morgen was het de beurt aan nr 6: De avonden van Gerard Reve.
En waren me dat enkele zware leesavonden wel! Ik was blijkbaar niet de enige die er moeite mee had blijkbaar en me er toch wel door moest worstelen. Er was zelfs iemand die het in de helft van het boek had opgegeven. Ook al is het niet zo'n dik boek (ietsje meer dan 200 blz), is het in een complexe stijl geschreven, bevat het zo goed als geen plot, en is de rode draad wel dé verveling van het hoofdpersonage Frits van Egters, waardoor je als lezer natuurlijk ook niet uitermate geboeid wordt. Met een dergelijk boek in een leesclub kan die net wel dat tikkeltje meer verhelderend zijn dan bij een boek dat minder zwaar op de hand ligt, dus ik was zelfs nog benieuwder dan anders. Het was alvast bemoedigend om te merken dat zo goed als iedereen van de leesclubbers ongeveer hetzelfde had gedacht: "Pfft, wat is dit"? Met enkele moeders - volgens mij - die zoiets hadden van: "dat hoofdpersonage moet zijn leven maar eens in handen nemen zene."
Tja, de context waarin Reve dit boek geschreven had, en waarin dit verscheen is natuurlijk ook wel wat anders dan nu. Het verhaal speelt in 1947, net na het einde van de Tweede Wereldoorlog waarin armoede en honger troef waren in Nederland. In die jaren hadden jongeren van de leeftijd van het hoofdpersonage amper vooruitzichten en wisten ze niet hoe ze vooruit moesten in hun plat gebombardeerde land. Frits geeft eigenlijk gestalte aan die generatie die over de zin van het leven nadacht en die angst hadden voor het leven evenals voor de dood. De schrik voor de dood zit er bij Frits goed in. Frits heeft een kantoorjob maar het is over de avonden dat het boek handelt, en waarin hij de tijd tracht te verdrijven, 10 dagen lang totdat het oudejaarsnacht is en hij merkt dat hij nog leeft! Zo is hij eigenlijk een hangjongere van die tijd, en toen ik vanmorgen een parallel maakte met het boek Drarrie in de nacht van de Vlaams-Marokkaanse schrijver Fikry El Azzouzi kon onze leesclubbegeleider daar volledig in mee gaan! Ik had het dus begrepen... ;-)
Frits droomt over dood gaan, lijken, aftakeling en spreekt hier ook over met de vrienden die hij 's avonds ontmoet en waar hij gaat bellen om zijn avonden mee op te vullen. De eerste scène die wordt besproken als je het boek open slaat, is een vrij macabere die uit een nachtmerrie van hem komt. Men weze hiervoor gewaarschuwd! Dit cynisme of sarcasme of negativisme beleed Reve als één van de eersten van zijn generatie schrijvers. Wreedheid, eenzaamheid en herhaling van gebeurtenissen komen veelvuldig voor. Zo wordt het voor de lezer niet echt 'leuk' gemaakt om tot het einde van het boek te lezen natuurlijk.
Tegelijkertijd wisselt hij een hoogdravende stijl waarin zijn hoofdpersonage spreekt af met echt vulgaire taal. Dit is ook wel de humor die Reve in dit boek in bracht, waar sommigen onder ons al gevoeliger voor bleken te zijn dan anderen. Hoe hij over zijn ouders schrijft, waarover hij puberale commentaar geeft, en hoe hij deze pest, zou eventueel ook als een cynische negatieve humor bestempeld kunnen worden. De bijrollen in het boek krijgen dit taalgebruik echter niet toebedeeld, en komen er grotendeels 'beter' van af. Beter inderdaad, omdat in de taal die Frits van Egters gebruikt, doorschemert dat hij onzelfzeker is en een laag zelfbeeld heeft, en daardoor in de aanval wil gaan bij anderen en niet over zichzelf wilt praten. Dit wordt bijvoorbeeld heel duidelijk in een scène waarin hij wordt uitgenodigd op een feest van zijn vroegere school die hij niet heeft afgemaakt, en waar hij liefst zo onzichtbaar mogelijk zou zijn. Deze school is natuurlijk het Vossius-gymnasium dat Gerard Reve zelf niet heeft afgemaakt.
Zijn broer Joop stelt dan weer de broer van Gerard, Karel van het Reve, voor die een bekend letterkundige, hoogleraar Slavistiek aan de Rijksuniversiteit Leiden, essayist, literair vertaler, enz. was. En deze twee stonden bepaald niet met goede voet op elkaar. Een stuk jaloezie zal hier zeker aan de basis van hebben gelegen. En terwijl Karel van thuis uit het communisme had meegekregen, weliswaar in een arbeidersgezin, ging Gerard Reve hier tegenin en zou hij zich - in het protestantse Nederland (!) - tot het katholicisme bekeren. Weliswaar volgens onze begeleider om dit op zijn manier te kunnen misbruiken.
'Gerard Reve,' vertelt deze laatste, 'was/blijft één van de beste Nederlandstalige stilisten.' In dit boek, zijn debuut, komen al zijn toekomstige thema's al naar voor. André trekt ook een duidelijke parallel tussen Gerard Reve en Herman Brusselmans, die hij beschrijft als iemand die ook heel stilistisch is, misschien niet zo'n goede en zelfs slechte boeken schrijft, maar dit wel goed doet. 'Want ook eenvoudige dingen schrijven, is niet gemakkelijk. Je hoeft zijn boeken niet goed te vinden, maar hij schrijft ze wel goed.' Tja, wat kan je daar tegenin brengen? Ik kom tot de slotsom dit keer dat Reve dan wel een grote naam en een groot schrijver mag zijn, die nu trouwens ook in Amerika succes heeft gekregen, maar dat daarvoor zijn boeken mij nog niet echt moeten bevallen. Drie sterren dus voor het vakmanschap, die twee overige sterren staan teveel voor het leesplezier dat toch ook belangrijk moet zijn. En het boek mag dan misschien niet zo gezellig zijn geweest, het gezelschap vanmorgen was het gelukkig wel weer.