Lunchgedicht #6 - 7 april
Vriendinnen en vrienden
Deze keer 'pik' ik maar even enkele daggedichten van de Vlaamse moderne rederijker, huisdichter bij De Morgen en De Zevende Dag, Stijn De Paepe. Ik heb geen abonnement, maar je vindt ze gelukkig ook terug op Facebook en Instagram. :) We mogen telkens delen in de inzichten die de actualiteit hem brengen. Ik vind ze meestal geweldig goed gevonden.
Ik las ook al twee uitgebreide rijke gedichtenbundels van hem: Belgische ballades. Het land op de korrel en Vers gezocht, een tekst voor elk moment.
De volgende gedichten vind ik wel gepast om in deze periode te delen.
Tot de volgende keer maar weer!
Afstand
We volgen statistieken
en staren naar grafieken
en dromen zowat elke nacht
van curves en van pieken.
We spreken met zijn allen
in cijfers en getallen.
Zo houden we angstvallig afstand
van de sterfgevallen.
Ecce homo
Uithuizigen zijn nu in alle staten
en wie steeds thuis zat, wil opeens op stap.
De hond wordt willens nillens uitgelaten.
Er rijzen vragen bij het ouderschap.
We blazen 't stof van oude boeken
en delen onze leestips genereus.
Wie oma slechts met nieuwjaar ging bezoeken,
schoof 't arme mens een webcam voor de neus.
Wie nimmer sportte, wil ineens gaan sporten.
Wie nooit eens belde, hangt plots aan de lijn.
In winkels dreigen nijpende tekorten
en we verdwalen op bekend terrein.
Gezocht: mondmaskers
In opvallend rechtse kringen
staan politici te springen
om te spuwen op Van Ranst
en naar goedkoop succes te dingen.
Deze dames en meneren
zou 'k zo'n masker adviseren
om het schaamrood op hun wangen
enigszins te camoufleren.
Mondkapkaping
Gesjacher met maskers.
Mislukte transacties.
En borstklopperij in
balorige fracties.
We slaan het - van thuis uit -
schokschouderend gade.
Een flauwe aprilgrap.
Een mondmaskerade.
De sterrenplukkers
Nu wij voortdurend worden overladen
met niet te tellen quarantainetips,
verdiept de oudste zich vooral in strips:
in Jommeke en in zijn heldendaden.
Waar zijn de onbezorgde dagen heen,
de lockdowns van mijn prille kinderjaren
die oeverloos, maar zeer behaaglijk waren,
met dank aan Nys en Sleen en Vandersteen?
Nu niet
U kent ze ongetwijfeld: het soort mannen
dat binnenskamers nimmer taalt naar pannen,
maar als de eerste lentezon verschijnt
op tel en sprong een barbecue moet plannen.
Ze doen alsof ze wonderen verrichten
omdat ze in geen tijd een brandje stichten
en heel de buurt naar tijm en salie geurt.
Waarna warempel alle buren zwichten
en mannen met ontblote bovenlijven
satés verschroeien en filets inwrijven
terwijl hun vriendenschaar aperitieft.
Nu niet. Gelieve in uw kot te blijven.