Lunchgedicht #7 - 15 april
Gisteren belde ik voor een tweede keer naar de Dichters van Wacht, een initiatief dat is opgestart bij het begin van de Paasvakantie, een lijn waarnaar mensen die eenzaam zijn of het moeilijk hebben in deze tijden, kunnen bellen en een dichter aan de lijn kunnen krijgen die een gedicht zal voorlezen aan jou, persoonlijk in jouw oor. Is dat niet heerlijk! Ik heb het al 2x geprobeerd, en werd er steeds gelukkig van. Wat de doelstelling ervan is, veronderstel ik. Meer info vind je op deze site. De laatste dagen is daar trouwens een grote groep Nederlandse dichters mee op de kar gesprongen.
Gisterenavond kreeg ik Maarten Inghels aan de lijn, ook van hem kan je best onder de indruk zijn. Hij klonk erg vriendelijk en stak meteen van wal met een van zijn stadsgedichten die hij maakte tijdens zijn Antwerpse stadsdichterschap in 2016 en 2017, en die gebundeld zijn samen met andere nieuwe gedichten in de opvallend roze bundel Contact.
Ik heb er 2 gedichten uitgehaald zodat jullie van zijn prachtige schrijfsels kunnen meegenieten.
Het is weer gisteren
Ik adem in,
en het is weer gisteren alsof er
niets is gebeurd, neuzen krimpen, vogels maken
zich van de ramen los en schudden hun schouders recht,
zoals vliegtuigen zich uit torens trekken, de tijd spoelt terug
alsof er niets is gebeurd, niemands gezicht is zwartgeverfd,
ik ben genezen van voltooide gesprekken, het veld is nog niet
met twee doelen verdeeld, een vrachtwagen rijdt uit een lichaam
alsof er niets is gebeurd, de genadeloze aardbeving gaat weer verlegen
tussen de rotsen liggen, kogels keren deemoedig terug naar het geweer,
sterren sterven een tweede keer, regen wordt wolk, ik adem in
en het is weer gisteren, een versleten week, het jaar daarvoor,
het verleden is vrij van herhaling, alsof er niets is gebeurd,
alle ingrediënten liggen nog op tafel: het ei, de blinddoek,
een waterkans, een zaterdag, jouw stem en ook
de laatste koe is nog niet tot biefstukken
versneden, ik ben nog vol en even
onbevangen als een kind
dat om zichzelf
zingt.
Op oudejaarsavond 2017 schreef Maarten Inghels zijn laatste Stadsgedicht ‘Het Uur Vuur’ met vuur. Met een speciale tank vol brandbare inkt en een fakkelpen tekende Inghels zijn 40 woorden tellende gedicht op de grond tijdens het festival Wintervuur. Het publiek kon het ingetogen spektakel volgen vanop een natuurlijke helling op Spoor Oost in Borgerhout.
Het Stadsgedicht ‘Het Uur Vuur’ was maar één keer te lezen, en dat op Oudejaarsavond. Wanneer Inghels bij een punt kwam, verdween het eerste woord van de zin. Elke letter brandde ongeveer één minuut. Een pagina is die avond 15 meter op 15 meter groot.
In de bundel Contact is er een beeldverslag van te zien. Hieronder vind je ook een filmpje. Contact kwam uit in januari 2018 bij De Bezige Bij.
Bron: https://www.antwerpenboekenstad.be
Het uur vuur
En bij het licht van weinig woorden
De geschiedenis van de dag opzeggen
De stad maakt in mij een avondwandeling
Mijn hart is zeep en ik was tijd
In de weigering van een einde
De genezing van een herhalende beweging
Contact, Maarten Inghels, De Bezige Bij, 2018