Reis door Armenië, vergezeld door Vasili Grossman
Een reisverslag dat zeer persoonlijke memoires bevat en heel spontaan lijkt geschreven, is Reis door Armenië van de Russische auteur Vasili Semjonovitsj Grossman (1905-1964). Grossman, geboren in een Joods gezin maar zonder een Joodse opvoeding te hebben gekregen, was een vooraanstaand journalist en schrijver uit het Sovjet-tijdperk.
In 1917-1918 onderbrak hij zijn schoolperiode en ondersteunde als jonge jongen al actief de Russische revolutie. In de jaren twintig studeerde hij weer aan de Moskouse universiteit en werd vervolgens ingenieur. Vanaf 1936 wijdde Grossman zich, na een aantal succesvolle publicaties, volledig aan de literatuur en werd een succesvol schrijver en lid van de Russische schrijversbond. In 1941 werd hij oorlogscorrespondent van het Rode Leger, voor de legerkrant De Rode Ster. Hij nam onder andere deel in deze hoedanigheid aan de slag om Stalingrad, de slag om Berlijn en de bevrijding van Treblinka. Na de oorlog werd zijn vertrouwen in het Sovjet-regime zwaar op de proef gesteld door de vervolging van de Sovjet-joden door Stalin. Zijn kritische houding in deze kwestie leidde ook na Stalins dood tot tegenwerking van het Sovjet-regime en hij kreeg nog maar mondjesmaat werken en artikelen gepubliceerd.
Grossman’s belangrijkste werken zijn Alles stroomt, een vertelling, over een man die terugkeert uit de verbanning, en zijn magnum opus Leven en Lot, dat zich afspeelt in de Tweede Wereldoorlog, en waarvan hij tot aan zijn dood in 1964 in de veronderstelling was, dat dit nooit zou verschijnen, nadat het Sovjet-regime dit boek ‘gearresteerd’ had. Dit standaardwerk verscheen toch, eerst in het Engels in 1980 en in het Russisch pas in 1989. Na de inbeslagname van dit boek kreeg hij de vraag om een al te letterlijke vertaling van een Armeense roman, De kinderen van het grote huis van de Armeense schrijver Hratsja Kotsjar, ‘Martirosjan’ in de woorden van Grossman, te herwerken en trok hij hiervoor een paar maanden naar Armenië. Over dit verhaal en de juiste toedracht ervan, doen verschillende versies de ronde, die zowel in de proloog als in de epiloog aan bod komen, en wel in zo’n mate dat deze kwestie bijna doorweegt door heel het verhaal. Zijn verblijf daar in die periode werd de basis van dit persoonlijke reisverslag. Hij kon zo aan het werk blijven, en bleek er financieel ook niet zo slecht voor te staan.
Dit boek is geen typisch reisverslag. In plaats van verschillende plaatsen te beschrijven, vertelt Grossman over zijn aankomst in Jerevan, en hoe hij dacht daar opgewacht te worden, maar dat dit uiteindelijk niet zo is, en dat hij zijn weg er niet vindt. Aan een voorbeeldig poëtische beschrijving over hoe hij deze kennismaking met Jerevan in zijn gedachten meemaakt, wordt op de meest prozaïsche en vrij hilarische wijze echter een einde gebreid.
Zijn kennismaking met Armeniërs en zijn persoonlijke opinie over de Armeniërs, vanuit een Russisch perspectief dus, klinkt soms misschien wat aanmatigend, toch zeker volgens hedendaagse normen en waarden, maar hij blijft zeer open voor alle ontmoetingen en beschouwt hij hen toch niet door een vrij objectieve bril? Soms is het moeilijk te zeggen. Hij excelleert in beschrijvingen van personen, en ook van de Armeniërs in het algemeen:
"De Armeniërs zijn een oud volk, met een cultuur van duizenden jaren, een geschiedenis van duizenden jaren, een volk dat door de eeuwen heen vele oorlogen heeft doorstaan, een volk van reizigers, een volk dat eeuwenlang de last van veroveraars heeft gedragen, een volk dat strijdend zijn vrijheid heeft bevochten en opnieuw tot slavernij is vervallen. Misschien ligt daarin de verklaring van de platte Mongoolse neuzen, de Griekse blauwe ogen, het Assyrische donkere haar, de koolzwarte Perzische ogen. "
Doorheen dit boek klinken er ook dikwijls meer beschouwingen over zijn eigen leven, en waar hij staat in zijn carrière dan waarnemingen over de omgeving waarin hij zich bevindt. Nochtans passeren de hoofdstad, het prachtige Sevan-meer en andere nu herkenbare plaatsen zoals de kerk van Geghard of de stad Echmiadzin (ik ben zelf bij het lezen van dit boek door dit land gereisd) af en toe de revue. Door de ingewikkelde structuur en soms complexe zinnen is het nochtans vrij korte reisverhaal tijdens een eigen vermoeiende reis en rustplaatsen vergeven van muggen, mieren en wespen, niet altijd even toegankelijk of rustgevend.
De thema’s die Grossman bespeelt, zijn wel overzichtelijk in 12 (naamloze) hoofdstukken ingedeeld. Zo komt het beeld van Stalin door de ogen van een gewone Armeniër aan bod en bv ook de beschouwingen van Grossman over kunst en het nationalisme. Hij beschrijft ook tot in de puntjes het bezoek aan een lokale trouw waar hij mee naar toe genomen wordt. Lezers die zijn dikkere romans reeds tot zich namen, en meer over de persoon achter de auteur te weten willen komen, zullen met dit verslag zeker aan hun trekken komen.
De eerste symptomen van de maagkanker die hem 2 jaar later fataal zullen worden, worden al geopenbaard in dit verslag, wat dit spontane verhaal in feite meegeeft wat elke reiziger voelt als hij of zij onderweg is: fysieke kwalen die belemmeren om nieuwe, vreemde indrukken volledig in je op te nemen. Het tweede deel van het boek is iets gemakkelijker te lezen, daar hij het dan meer heeft over de plaatsen en de mensen die hij bezoekt. Bovendien wordt het boek ook hier en daar gestoffeerd door foto’s van hem met de plaatselijke bevolking.
Het boek werd uit het Russisch vertaald door Yolanda Bloemen mede dankzij een werkbeurs van het Institute for Literary Translation Russia en bij Uitgeverij Balans in 2014 uitgegeven.