Schrijver in de kijker: Erik Vlaminck
Onlangs heb ik de auteur en theaterschrijver Erik Vlaminck leren kennen. Hij is een al jarenlange gevierde Vlaamse auteur die veel sociale bewogenheid aan de dag legt en veel succes kent. Hij bracht dit jaar maar liefst drie boeken uit: zijn eerste was de roman De zwarte brug waarover een leesclub plaats vindt op 3 december in mijn plaatselijke bib! Dat was dan ook het sein om dit te gaan lezen uiteraard. Een tweede boekje is een bundeling van zijn brievencolumns in de huid van Dikke Freddy, een personage dat als dakloze aan de rand van de maatschappij leeft en in die hoedanigheid brieven schrijft naar overheden. En een derde boekje is zijn theatermonoloog De Wattman voor het theatergezelschap De Kolonie MT en Vlaams rasacteur Vic De Wachter. Op 24 november kwam hij spreken in de bibliotheek van Merksem over deze drie boeken en lichtte hij een tipje van de sluier van zijn leven op.
.........................................................................................................................................................
Op 2 juli 1954 zag Erik Vlaminck in Kapellen, in de Antwerpse Noorderkempen, het levenslicht. Hij liep school in Brasschaat en studeerde regentaat Nederlands en geschiedenis in Antwerpen, naar eigen zeggen omdat hij al steeds schrijver wilde worden en deze vakken hem hiervoor het meest nuttig leken. In 1975 begon hij te werken in een psychiatrische instelling in Mortsel. Nadien ging hij werken als projectleider en straathoekwerker in de thuislozenzorg. Zijn verhalen uit de instelling in Mortsel verwerkte hij zowel in De zwarte brug als in De Wattman. Zijn ervaring als straathoekwerker in de thuislozenzorg kom je dan weer sterk tegen in zijn brievencolumns als Dikke Freddy.
Ik las dus eerst de roman De Zwarte Brug. Hierin leren we Leo Lenaerts kennen en gaan we terug met hem naar Lillo. En deze korte inhoud heb ik uit de mond van de schrijver zélf. Hij vertelt dat hij als schrijver maar weinig fantasie heeft en dus de geschiedenis voor zich laat spreken en zijn namen bovendien op begraafplaatsen sprokkelt. Dit boek is opgehangen aan de drie trauma's uit de geschiedenis van de inwoners van het kleine dorp Lillo dat nu zo goed als volledig is verdwenen trouwens.
Het eerste trauma waren de jaren tijdens de tweede wereldoorlog, toen dat Duitse V-bommen, raketten dus, werden gericht op de haven maar door het afweergeschut in Brasschaat blijkbaar in de dorpjes ten noorden ervan, o.a. in Lillo, terecht kwamen en daar vele huizen vernielden. De inwoners moesten deze huizen dan nadien terug heropbouwen.
Enkele jaren later werd Lillo, en heel dit gebied, mee overstroomd door de grote watersnood van 1953. Hier moest ik even slikken, want ik had wel gelezen en gehoord in mijn jeugdjaren, dat dit zowat de grootste naoorlogse ramp was in Nederland, maar ik had er eigenlijk nog niet echt bij stil gestaan dat dit een bijna even zo grote ramp was in de Antwerpse noorderkempen, die zo dicht liggen van waar ik vandaan kom. De net opgebouwde huizen na de oorlog stonden terug onder water tot aan de eerste verdieping en moesten toen weeral gerenoveerd worden.
Om in 1957 opnieuw te horen dat de wijken Oud-Lillo en Kruisburg moesten verdwijnen voor de uitbreiding van de Antwerpse haven. Na twee maal hun huizen gerenoveerd te hebben, mochten de inwoners dus voor de economie opkrassen dit keer. Nu is alleen in het kleine Fort Lillo nog enige bewoning over trouwens. De hele site die op deze plaats werd gebouwd, is al sinds ettelijke jaren terug in verval geraakt want het is daar dat de fameuze Opel/General Motors-fabriek is gebouwd en verlaten en de daar aangelegde dokken in onbruik geraakten toen de boten aan de andere kant van de Schelde begonnen te dokken. Oh ironie...
Aan deze drie feiten hangt Erik Vlaminck de familiegeschiedenis van Leo Lenaerts op, die ouder wordt in een wereld die hij totaal niet meer kent en waarin hij zich weigert aan te passen. Verbitterd door persoonlijke trauma's stapt hij door het leven en houdt hij zich in de tegenwoordige tijd bezig met het schrijven van lezersbrieven naar kranten in Café 't Mestputteke in Deurne.
De roman is zwaar aan te bevelen! Vanwege de uitstekend verwoven geschiedenis erin, de volkse sfeer van in en rond Antwerpen uit die tijd, het kleurrijke taalidioom dat dat met zich meebrengt, de herkenbare maatschappelijke tendensen, het intrieste maar oh zo relevante verhaal, de oh zo vlotte schrijfstijl, enz enz.
.
........................................................................................................................................................
Over naar Dikke Freddy, want hij is een totaal andere figuur! In 1993 toen Erik Vlaminck nog in de thuislozenzorg werkte, begon hij in het tijdschrift voor sociale werkers en politiek ALERT met de column 'Brieven van Dikke Freddy' die hij naar allerhande overheden stuurt: schepenen, burgemeesters, OCMW's, ministers, enz... Ze passeren allemaal de revue. Uit deze brieven is zowel door hemzelf als anderen al regelmatig voorgelezen op congressen, colloquia en literaire podia. Momenteel worden deze brieven online gezet op de website http://sociaal.net/column/.
'Dikke Freddy is Vlamincks handpop zonder blad voor de mond. Hij haalt ze graag uit de kast om stekelig commentaar te geven op ongelijkheid, discriminatie en armoede in de samenleving.
"Het format van een dakloze die cynisch-humoristisch commentaar geeft én grote mannen aanschrijft, mist zijn effect niet”, zegt Vlaminck in de Morgen 1 augustus 2014. Dikke Freddy slaagde er meer dan eens in om de besluitvorming van beleidsmakers te beïnvloeden. (In Merksem vertelde hij dat deze brieven immers ook letterlijk, mét een postzegel, worden opgestuurd naar de politici en ambtenaren in kwestie.)
Vele van deze columns werden in boekvorm uitgegeven:
- Brieven van Dikke Freddy. 2000 Leuven: Van Halewyck. / Amsterdam: Wereldbibliotheek. -79p.
- Meer brieven van Dikke Freddy 2002-2007. 2007 Leuven: Van Halewyck. / Amsterdam: Wereldbibliotheek. -95p.
- Hoogachtend, Dikke Freddy. Selectie uit 20 jaar Brieven van Dikke Freddy (1993-2013).'
Bron: http://schrijversgewijs.be/schrijvers/vlaminck-erik/
In Dikke Freddy aan zee, de laatste bundeling, is Dikke Freddy van Antwerpen naar Oostende verhuist en pakt hij ipv Patrick Janssens (SPA) of Bart De Wever (NVA) nu Johan Vandelanotte (SPA burgemeester Oostende) aan bijvoorbeeld. Het zijn hilarische maar oh zo'n scherpe observaties waar je de lachstuipen van krijgt en waardoor je tegelijkertijd de schrijnende onderkant van de maatschappij leert kennen en welke problemen daar allemaal leven. Opnieuw lézen die handel!
..................................................................................................................................................................................
Blijft nog over, de theatermonoloog De Wattman, op het lijf geschreven voor de vermaarde Vlaamse acteur, Vic De Wachter en muziektheater Kolonie MT. Een theatermonoloog is niet echt lang, maar kan zo veel zeggen op zo'n korte tijd als het goed is gedaan. Je leert in deze monoloog de gedachten kennen van Leon Vermast, een "wattman" oftewel een tramchauffeur, uit Antwerpen (wat is hier nu de rode draad hé...) die in de jaren '60 in de gevangenis geraakt voor een moord. Ik verklap hier niet mee de plot van het verhaal want dat is ook waar het allemaal mee begint. Het hoe en het waarom, daar draait het hier om. Uitgangspunt is opnieuw een - vergeten ditmaal - geschiedenisfeit uit de Antwerpse geschiedenis: op 10 mei, de dag voordat W.O. II uitbreekt, krijgt Vermast namelijk de taak om met zijn tram naar het psychiatrisch ziekenhuis (!) Sint-Amadeus in Mortsel te rijden omdat er daar een aanslag is uitgevoerd met V-bommen. Vermast wordt gevraagd een 180-tal overlevenden van deze ramp naar het Sint-Bartholomeusinstituut in Merksem van dezelfde broederorde te rijden.
Deze aanslag zou er zijn gekomen omdat de Belgische luchtmacht vanwege de nabijheid van de Antwerpse luchthaven een deel van die instelling had opgevorderd. Het was in die tijd een psychiatrische instelling voor mannen, die niet alleen opgesloten waren in hun zalen maar ook volgens de gangbare praktijken in die tijd dikwijls vastgebonden lagen in hun bed. Op wonderbaarlijke wijze zouden er ter plaatse 'maar' een 8-tal doden zijn gevallen. Het is echter niet geweten of en hoe in de chaos van de oorlog die net uitbrak, andere slachtoffers nog zijn overleden aan hun verwondingen vanwege deze aanval. Uiteraard is er in de monoloog het fictieve leven van de Wattman aan toegevoegd.
Op twee bladzijden van het einde ongeveer leer je pas de tragische lotgevallen kennen die tot de misdaad van de Wattman hebben geleid. Je blijft verstomd en verbluft achter, en zou willen dat dit niet zo snel was beschreven. Wat een slot! En wat een stuk! Geschreven is het al ijzersterk en zo subtiel ook. In het toneelstuk blijkt ook de muziek trouwens nog een belangrijke rol te spelen maar zelf heb ik het jammer genoeg niet gezien, omdat dit op een gewone weekdag in het plaatselijke cultuurcentrum speelde. Er blijkt volgend jaar een herneming te komen. Ik ga in ieder geval proberen dat niet te missen dan.
Meer informatie en persreacties over theaterstuk De Wattman
Mijn conclusie: mis deze auteur niet! Ik noteerde ook nog zijn succesromans Suikerspin en Brandlucht op mijn leeslijst(je).