Uitgelezen: En het vergeten zo lang - Pauline Slot
En het vergeten zo lang – Pauline Slot: Een verhaal dat mij achtervolgde vannacht omdat ik rond 1 uur de laatste bladzijde omsloeg en het tussen dromen en waken de kop op stak, dan moet ik er wel iets over kwijt. Zo kan ik het tenminste wat afsluiten…
Dit is het verhaal over Maria Hagenaar Reyes, ‘Maruca’, de eerste Nederlands-Indische vrouw van Pablo Neruda, moeder van ‘Malva’, het hoofdpersonage uit het gelijknamige boek van Hagar Peeters. Het is een enorm triestig verhaal en het pakte me in feite nog meer dan dat van Malva, vanwege het grote gebrek aan liefde, de verstokenheid, de eenzaamheid, de treurnis, enz. ... uit het boek.
Neruda was naar de ‘Oost’ gereisd in het begin van zijn carrière als diplomaat en consul. Maruca, met als vroegere Nederlandse bijnaam ‘Nonnetje’, een dochter uit een niet al te onbemiddelde Nederlandse familie totdat de vader en twee broers overleden waren, leerde hem daar kennen en in deze eerste periode lijkt nog alles koek en ei tussen hen. Ze zal Neruda trouwens tot op het einde van deze roman bij zijn eigen naam Neftalí blijven noemen. Voor Neruda bekoelt de relatie waarschijnlijk al op de eerste lange oversteek van Batavia via Afrika naar het verre Chili. In deze tijd worden de meeste internationale reizen namelijk nog per schip afgelegd. In Chili leert zij zijn familie en achtergrond kennen. Dan al heeft hij onder zijn pseudoniem enkele dichtbundels geschreven waaronder 20 liefdesgedichten en een wanhoopslied: de vrouwen vallen er als een blok voor en de mannen proberen die eersten het hof te maken met zijn gedichten. Eén van de zeemannen op hun schip kent de gedichten zelfs en declameert ze voor de auteur en Maruca. Je moet het lef trouwens maar hebben om dit zomaar te doen zo in het aangezicht des schrijvers.
Voor en tijdens deze reis leert Maruca haar eerste woordjes Spaans. Dat deeltje was ook best herkenbaar voor me: woordjes leren en wat passief Spaans begrijpen gaat op zich redelijk snel (zeker als je Frans ook niet echt slecht is), maar als je hoort praten en discussiëren rondom je, word je weggeblazen door de intensiteit en de snelheid van de Spaanstaligen om je heen. Als Nederlands-Indische is Maruca er natuurlijk nog nooit mee in aanraking gekomen. Maar ze overkomt deze handicap toch een beetje en kan met haar schoonfamilie zelfs communiceren. Tegenover Pablo en ook haar schoonfamilie is ze ook best heel lang. Het verschil in lengte komt ook regelmatig terug in dit boek. Ze merkt ook direct dat haar nieuwe man zich graag omringt met vrienden-auteurs en -kunstenaars, ook vrouwen en meestal het middelpunt van de belangstelling vormt. Ze hoopt meer aandacht van hem te krijgen eens ze een kind van hem ter wereld zou brengen. Dit loopt echter niet van een leien dakje.
Als ze eindelijk op het punt staat een dochter te krijgen, is ze alleen in Barcelona maar komt haar man net op tijd om de geboorte mee te maken. Malva is echter niet het stralende dochtertje dat ze verwachten. Ze wordt geboren met de aandoening hydrocefalie of wat ook wel met de term ‘waterhoofd’ wordt aangeduid. Zij is zo liefdevol en zorgzaam mogelijk voor haar dochtertje, na Neruda’s eerste trotse vreugdekreten schenkt hij Malv(it)a nog maar weinig aandacht tot haar grote teleurstelling.
Op het moment dat de Spaanse burgeroorlog uitbreekt, zitten ze in Spanje. Ze blijven zo lang mogelijk in Spanje wonen tot het echt niet meer gaat, maar dan ziet Neruda kans haar en haar dochtertje naar familie in Nederland over te brengen waar ze volgens hem veilig zullen zitten. Neruda slaat ook meer en meer zijn ruiten in als diplomaat van Chili, want neemt meer en meer politieke stelling tegen de nieuwe ontwikkelingen in Spanje dat naar het fascisme aan het afglijden is. Dat is logisch op zijn levenspad als dichter en communist maar zijn gezin heeft zo minder en minder middelen om een iets of wat waardig leven te leiden. Maruca was gewoon aan personeel in haar vorige leven als kind, wat ze nu al afgeleerd had maar hun situatie wordt nog penibeler met de dag. Ze blijft er echter tot het bittere einde in geloven dat haar man nog steeds een goede betrekking als consul kan krijgen en ze terug een stabieler leven kunnen oppakken.
In Nederland wordt het echter zo erg dat ze haar dochtertje afstaat aan een pleeggezin in Gouda en enkele jaren nog een administratieve job uitvoert om zo haar povere bestaansmiddelen op te krikken. Het geld dat Neruda haar af en toe stuurt, is niet genoeg om het duurder wordende leven in Nederland te kunnen volhouden. Achteraf zal blijken dat Neruda achter haar rug als zij in Nederland verblijft, hun huwelijk ontbonden heeft. Neruda heeft een nieuwe grote liefde die Delia heet, zijn tweede vrouw. Daarna zal zelfs nog een derde vrouw volgen, waarvoor hij Delia bijna op dezelfde manier zal verlaten. Uiteindelijk zullen Malva en Maruca beiden tot het einde van hun leven in Nederland blijven wonen. Maruca zal in grote nood de laatste jaren van de Tweede Wereldoorlog overleven en niets meer van haar man te horen krijgen… Ze gaat nog wel enkele jaren terug naar Chili wonen nadat de Tweede Wereldoorlog teneinde is gelopen en ze door de nieuwe Chileense Vileda-regering wordt uitgenodigd en ertoe wordt aangezet hem een proces aan te doen. Dit zal ze echter niet ten uitvoer brengen daar ze begrijpt in welke val ze is getrapt en ze gaat beseffen wat ze haar ex-man daarmee zou aandoen, die ze dan eindelijk niet meer als ‘diplomaat’ maar als 'dichter' zal beschouwen.
Het verhaal van Maruca en de verlating en het verstoken blijven van hulp door Neruda pakte me deze keer bijna nog meer dan bij het boek over Malva omdat dit over bijna een volledig volwassen leven gaat dat er aan onderdoor gaat. Hoe kan een man als Neruda vluchtelingen uit Spanje naar Chili krijgen om hen te redden voor de Spaanse burgeroorlog maar er te koppig voor zijn, zijn eerste vrouw en kind een menswaardiger leven te geven als hij er de kans toe heeft?? Het boek is niet vals sentimenteel geschreven, de emoties liggen er niet te dik bovenop en worden eigenlijk enkel door de beschrijvingen van de situaties en gebeurtenissen door de auteur aangeraakt. Ook de opium-verslaving waaraan Maruca lijdt de laatste jaren dat ze in Chili woont, wordt niet uit de weg gegaan.
Je kan echt enorm goed meeleven met hoe Maruca haar leven ‘zou kunnen hebben’ geleid. Het eerste deel van het boek kabbelt wel wat en is iets minder lezenswaardig als het tweede deel van het boek. Het is uiteraard een gefictionaliseerd verhaal maar duidelijk gebaseerd op feiten en kennis van zowel Neruda’s als Maria Hagenaars leven. De schrijfster, Pauline Slot (1960), gebruikte veel bronnen zowel uit Nederlands-Indië, Nederland als Chili om dit boek te schrijven. Ze heeft gesproken met nakomelingen van de families in Chili, Nederland en Indië die Maruca gekend hebben. Al met al een mooi gefictionaliseerd portret waarbij je naast het boek Malva een heel ander beeld krijgt van de grote dichter en communist Neruda als mens, die op zijn mildst gezegd geen positieve nadruk nalaat hierdoor.
Noot:
De structuur van het boek wordt trouwens opgehangen aan Neruda’s gedicht La desdichada (De ongelukkige). De hoofdstukken zijn genoemd naar de versregels van dit gedicht. Daaronder wordt dan de levensfase van Maruca beschreven waarop deze regels betrekking zouden kunnen hebben. Als Maruca in het boek dit gedicht gaat lezen in de bundel Estravagario, vindt ze hier haar eigen levensverhaal in terug:
Bij de deur liet ik haar wachten
en ik ging weg, voorgoed
Ze wist niet dat ik niet terug zou komen.
Een hond liep langs, een non liep langs,
een week en een jaar gingen voorbij.
De regen wiste mijn sporen uit,
gras groeide in de straten,
en het ene jaar na het andere, als stenen,
als langzame stenen, daalde neer op haar hoofd.
Toen kwam de oorlog
als een vulkaan van bloed.
Kinderen stierven, en huizen.
En die ene vrouw stierf niet.
De grasvlakte kwam in brand te staan.
De zachtaardige gele goden
die duizend jaar hadden gemijmerd
werden uit de tempel verjaagd, gebroken.
Doorgaan met dromen kon niet.
De koele huizen, de veranda
waar ik in een hangmat sliep,
de roze planten, de bladeren als grote handen,
de schoorstenen, de houten toetsen,
alle werden zij verpletterd en verbrand
En waar de stad was geweest
waren alleen nog verkoolde dingen,
verwrongen ijzer,
dode beelden als helse rijders,
Een zwarte vlek van bloed.
En de wachtende vrouw.
Vertaling: Pauline Slot – Spaanse versie: https://mhgaray.wordpress.com/2005/12/19/la-desdichada-pablo-neruda/