Vanaf dat ik kon lezen, verslond ik boeken. Ik las en lees nog steeds iedere dag. Ik begon met kinderboeken en meisjesboeken, maar al gauw had ik door dat ik liever spannende boeken las, bovendien was ik door mijn voorraad boeken heen, ik nam de boeken van mijn oudere broer en vond dat een prettige afwisseling. Daar gebeurde tenminste wat in.

Toen ik ca 8 jaar was, werd ik lid van een kleine bibliotheek in Mariahoeve Den Haag, daar ging ik helemaal los. Dus na Okkie Pepernoot, de serie van De Vijf, de serie van Joop ter Heul geschreven door Cissy van Maxveldt, die ook De burgermeesters tweeling schreef, begon ik aan jongensboeken, zoals Arendsoog van J. Nowee, Commisaris Achterberg van Wim van Helden. Vooral  boeken over jongeren die niet in de rails liepen, hadden net als spannende boeken mijn voorkeur. Kostschoolverhalen vond ik prachtig, vandaar mijn keuze voor één van mijn lievelingsboeken Jan van Beek van J.B. Schuil, 1e uitgave 1910. Zelf heb ik de 11e druk waarin een noot van de uitgever staat dat ze geen wijziging in de tekst hebben laten aanbrengen om de geest van de tijd waarin het speelt geen geweld aan te doen, oftewel het is in de spelling van 1910 geschreven. 

Jan van Beek is een jongen die op school veel kattenkwaad uithaalt, regelmatig uit de klas gestuurd wordt en uiteindelijk van de HBS verwijderd wordt. Na het zoveelste incident mag hij niet meer terugkomen op school. Hij wordt naar kostschool, Instituut Hovink in Buurlo, gestuurd. Daar zijn veel jongens om mee te spelen en ook hier gaat het regelmatig mis met Jan en zijn vrienden. De heer Hoving, die de Baas genoemd wordt, is erg streng en houdt Jan goed in de gaten. Maar telkens als hij opgesloten wordt in een kamertje op zolder, weet hij vrij te komen samen met een vriend. Bij een vlucht breekt Jan zijn bovenarm, daardoor wordt hij niet gestraft door de Baas en mag hij drie weken voor de vakantie naar huis. Maar als hij dan teruggekeerd is op school en ze voor straf met z'n drieën op zolder zitten, ontvluchten ze 's avonds laat de kostschool. Met sleutels openen ze de poort en fietsen door het bos, ver weg. Ze worden door een boswachter gevonden, waar ze de nacht doorbrengen. Het was de tijd zonder telefoon, er werd wel een telegram gestuurd de andere morgen. Jan is bang dat als ze nu gesnapt worden, ze ook van deze school gestuurd zullen worden. Gelukkig komt er verandering in het personeelsbestand en wordt het minder streng op school.  

Het boek dat een aanloop is op een vervolg is De Katjangs over Tom en Thijs die vanuit Borneo naar Nederland gestuurd worden om naar een HBS te gaan. De eerste druk van dit boek is uitgebracht in 1912, zelf heb ik de 14e druk.  

Hoe de Katjangs op de kostschool van Buikie kwamen is het derde boek en daarin zien we Jan van Beek terug. De eerste druk van dit boek is 1930, ik heb de 9e druk. Uiteraard heb ik in mijn jeugd eerdere uitgaves gelezen dan dat ik nu in mijn bezit heb. 

Deze boeken zijn geschreven voor jongens van 11-13 jaar. Kennen jullie deze verhalen ook? Laat het ons weten! 

Kort hierna kwamen de nog spannendere boeken en ging ik boeken voor volwassenen lezen. En dat doe ik nog steeds. 

Elly