Al op jonge leeftijd leren we ze kennen, de Dwergen. Kijk maar eens naar het sprookje van Sneeuwwitje, daar zijn er zelfs zeven, en allemaal met hun eigen karakter. Op de één of andere manier blijkt het overgrote deel van Dwergen in boeken aardig wat met elkaar gemeen te hebben. Ze zijn allemaal klein van stuk. De meeste hebben een aardig buikje. Veel Dwergen hebben het niet zo op Elfen, maar vinden toch vaak een manier om met elkaar om te gaan. Vaak hebben de Dwergen een lange rode baard en een voorliefde voor een bijl als wapen. Het karakter van bijna alle Dwergen is nors te noemen, zelfs sarcastisch. Daartegen zit het hart echt wel op de juiste plek. Het zijn forse drinkers en hun leefgebied is oftewel in de bergen oftewel onder de grond. Dit zijn wel zo'n beetje de clichés die we allemaal kennen. Meestal hebben Dwergen een bijrol in plaats van een hoofdrol, maar deze bijrol is wel zeer belangrijk. We hebben wat Dwergen onder de loep genomen. Kennen jullie deze Dwergen? Wie is jouw favoriete Dwerg en waarom? Let op: Er staan een paar spoilers in.

Flint Smidsvuur

Net als vele andere bekende Dwergen was Flint Smidsvuur een knorrige oude Dwerg die zijn mening niet onder stoelen of banken schuift. Daartegen heeft hij het hart op de juiste plek en gaat hij door het vuur voor zijn vrienden. Dit koppige heethoofd is geboren in de bergen in Hillhome. Hij leeft in vrijwillige ballingschap na een fikse ruzie in de familie. Flint is geen grote prater en al helemaal niet over zichzelf, dus wat er nu precies gebeurd is zullen we nooit weten. Naar eigen zeggen is hij allergisch voor paarden en dat is de reden dat hij tijdens het reizen gebruik maakt van een ezel. Zijn grootste angst is om te varen. Als Flint Tanis halfelf tegenkomt worden zij vrienden voor het leven en dat geldt ook voor de Kender Tasselhof Klisvoet, alhoewel deze vriendschap niet altijd over rozen gaat. Flint is de nestor van de groep helden in de Dragonlance-serie. Hij is onmisbaar. Flint heeft hartproblemen, maar wil daar de anderen niet mee lastig vallen. Zullen zijn vrienden hier op tijd achter komen? . Nieuwsgierig geworden naar deze knorrige dwerg met een klein hartje? Lees dan de Dragonlance-boeken van Weis & Hickman en begin bij het begin met De draken van de herfstschemer.

Gimli

Wie kent hem niet, Gimli, zoon van Gloin, uit In de ban van de Ring van J.R.R. Tolkien. Hij is misschien wel de bekendste dwerg in fantasyland. Een dwerg met een groot gevoel voor eer. Hij bezit wijsheid en is een krijger in hart en nieren. Binnen het reisgenootschap vertegenwoordigt hij de dwergen. Doordat de relatie tussen Elfen en Dwergen niet altijd van een leien dakje is gegaan heeft Gimli het niet zo op Elfen. Desondanks ontstaat er tussen Gimli en Elf Legolas een hechte vriendschap met een dosis gezonde rivaliteit. Zijn favoriete wapen is zijn bijl waarmee hij heel wat slachtoffers maakt. Na de oorlog trekt hij naar de Glinsterende Grotten en wordt daar de heer van deze grotten. Samen met Legolas beleeft hij nog wat avonturen.

Tungdil

In de nu vijfdelige serie De Dwergen van Markus Heitz speelt de jonge Tungdil de hoofdrol. In het eerste deel, De Dwergen, is hij dertig cycli oud en woont en werkt hij in zijn smidse in het magische rijk Ionandar. Hij werd als baby geadopteerd door de magiër Lot-Ionan die heerst over Ionandar, een van de rijken in het Veilige Land. Dwergen vind je dan allang niet meer in de mensenrijken en Tungdil heeft nog nooit een mededwerg ontmoet. Hij leest veel boeken uit de enorme bibliotheek van de magiër en dat is meteen zijn enige bron van kennis over dwergen.
Na een ruzie met een famuli (een soort tovenaar) van de magiër wordt de jonge dwerg op pad gestuurd met een stel artefacten die hij naar Goren, een oud-leerling van Lot-Ionan, moet brengen. Onderweg ontmoet hij Boïndil Dubbelkling en zijn broer Boëndal Piekhand die hem redden van een stel Orcs. Zij hebben de opdracht om hem naar het Rijk der Tweeden te brengen, waar de Dwergengrootvorst woont. Deze wil dat Tungdil hem opvolgt om de Dwergen verenigen en het Veilige Land zal redden. Het Kwaad is echter dichtbij en het blijkt dat al drie van de zes magiërs die het Veilige Land beschermen zijn gestorven. Het Dode Land rukt snel op en het kwaad is alomtegenwoordig. Terwijl Tungdil strijdt om de troon moet hij tegelijk het Kwaad bestrijden. De gevechten zijn niet van de lucht.
Ook in de latere delen van deze serie blijft Tungdil de hoofdrol spelen en wordt het Veilige Land keer op keer bedreigd door het Kwaad dat iedere keer weer een andere vorm weet aan te nemen.

Bruenor Battlehamer

Met zijn wilde rode haar en baard, zijn korte gestalte en zijn weldoorvoede voorkomen is Bruenor een typische rode baard dwerg. Zoals veel dwergen heeft ook hij een koppig en nors karakter. En net als vele andere dwergen wantrouwt hij magie. Als het nodig is om andere rassen te helpen zet hij zijn vooroordelen echter opzij en doet wat nodig is. Bruenor is een sterke leider en net zo’n sterke krijger. Na zijn reïncarnatie ziet hij er nog precies hetzelfde uit, alleen jaren jonger. Hij worstelt met zijn geloof in God en met de onrechtvaardigheid in de wereld. Uiteindelijk bereikt hij toch zijn levensdoel, de dertiende koning worden van Mithrall Hall en de Siver Marches, te verenigen. Deze dappere dwerg vinden we in de Forgotten Realms: The Crystal Shard en Streams of Silver van R.A. Salvatore.

Trumpkin

In de Nederlandse vertaling wordt deze dwerg Trompoen genoemd. Hij komt voor in Prins Caspian, De reis van het drakenschip en De zilveren stoel van De Kronieken van Narnia, geschreven door CS Lewis. Trumpkin is een oud-Narniër, maar gelooft niet heel erg in Aslan. Desondanks is hij loyaal en erg dapper. Hij is wantrouwig tegenover alles wat met magie te maken heeft en hij kan flink sarcastisch zijn. Hij is erg behendig met pijl en boog. Trumpkin helpt Caspian en de Pevensiekinderen te vechten tegen de vijand en Narnia te beschermen. Uiteindelijk wordt hij geridderd in de meest nobele orde van de Leeuw als beloning voor zijn dappere daden.

Dolgan

Geen onbelangrijke dwerg in de boeken van Feist. Hij heeft zich op weten te werken van oorlogsleider van de Grijze Torens en leider van Caldara tot koning. Eenieder herkent Doran aan zijn imposante baard die voorbij zijn middel komt. Hij staat bekend als iemand die zeer dapper is en die een groot gevoel voor principes heeft, een slimmerik met een dosis droge humor. Aan het einde van zijn leven, wordt de hamer van Tholin wordt samen met hem begraven. En omdat deze hamer wordt beschouwd als essentieel onderdeel van een kroning wordt Dolgan gezien als de laatste koning van de dwergen. Dolgan komen we in diverse boeken van Feist tegen. Neem maar eens een kijkje in De Magiër, Duisternis over Sethanon, Het verraad en Het einde van de magiër.

Daith

Als je wil vertellen over de Daith dan moet je ook vertellen over de Aardswezens. Op Aiden, de wereld uit Meester Magiër, leefden duizenden jaren lang alleen de Aardswezens. Het waren immense wezens die onder de grond leefden. Ze schouwden de wereld, ze zorgden voor de wereld die boven hun rug lag, ze creëerden bergen, waterstromen en heel, heel soms lieten ze zichzelf zien.
Toen was daar ineens het aardvolk de Alvi. Het waren snelle en vluchtige elfachtige wezens. Te snel voor de Aardswezens, waardoor ze geen contact konden maken. De Aardswezens besloten daarom zelf een sneller volk te maken en creëerden zo de Daith. De Daith zijn kleine, harige, mensachtige wezens die graag bij hun makers in grottenstelsels onder de grond leven. Ze worden gezien als vriendelijk maar vasthoudend.
De Daith van Sohar leven vlak boven het Aardswezen Zuol en na de dood van een Daith wordt zijn lichaam weer teruggegeven aan Zuol. Elke 12 jaar tijdens het feest van de evenwende, waarmee ze hun band met Zuol bevestigen, voegen ze beelden toe aan de muren van de Zaal der Schilderingen. Op de wanden van de enorme grot is de geschiedenis van Aiden geschilderd.
Tijdens de laatste evenwende waarbij alle Daith tezamen komen in de grotten van Sohar vindt er een catastrofe plaats. Onder invloed van de Duistere stort de zaal der Schilderingen in, wat een eind maakt aan de levens van de Daith, alle Daith? Dat lees je in Meester Magiër van W. J. Maryson.