Boek versus... I robot
Sciencefiction- en fantasyliefhebbers hebben tegenwoordig een ruime keus. De ene na de andere film en serie maakt zijn opwachting en sommige zijn gebaseerd op boeken. Soms worden boeken achteraf geschreven naar aanleiding van de film of serie. Ook zijn er boeken die gelijktijdig met de film verschijnen zoals bijvoorbeeld Crimson Peak van regisseur Guillermo del Torro.
In de rubriek Boek versus... vertellen we over films en series die we kijken en over de boeken waarmee ze verbonden zijn. In het kader van 'Nederlands Leest' waarvan het thema dit jaar robotica is bespreken we deze keer het themaboek Ik robot van schrijver Isaac Asimov en de gelijknamige film.
De schrijver en Ik, robot
De Amerikaanse schrijver Isaac Asimov publiceerde tussen 1940 en 1950 een aantal robotverhalen in onder andere het tijdschrift Astounding Science Fiction. Negen van deze verhalen werden in 1950 in een boek gebundeld onder de titel I robot. Het boek werd in 1966 in het Nederlands vertaald als Ik, robot.
Het boek
De verhalen die oorspronkelijk los van elkaar gepubliceerd werden, zijn in het boek verbonden tot één samenhangende raamvertelling. In de inleiding interviewt een interplanetaire journalist de beroemde robotpsychologe Susan Calvin.
Susan is in 1982 geboren en gaat in 2008 voor US Robots werken als robotspychologe. Nu, in 2057, is het tijd om zich terug te trekken uit het werkende leven. Susan maakte van dichtbij de ontwikkeling van robots mee en weet als geen ander hoe mens en maatschappij op de robots reageerden en op welke problemen US Robots stuitte bij de ontwikkeling van nieuwe prototypes.
In ieder verhaal staat een herinnering van Susan centraal. Het eerste hoofdstuk gaat over Robbie, een van de eerste robottypes uit 1996 die nog niet kan spreken. Robbie krijgt een band met een jong meisje. Het thema van dit verhaal is de vraag of vriendschap tussen mens en robot mogelijk is. Het is aan de lezer om deze vraag te beantwoorden.
De robots die vanaf 1998 geproduceerd worden kunnen wel spreken. De negatieve reacties vanuit de maatschappij worden steeds heftiger. Dit leidt ertoe dat robots vanaf 2003 alleen nog maar gebruikt mogen worden voor wetenschappelijk onderzoek. Hierdoor gaat US Robots zich op de interplanetaire markt richten en gaat de vooruitgang nog sneller. De robots uit 2005 zijn bijvoorbeeld nog drieënhalve halve meter hoog terwijl de modellen die tien jaar later ontwikkeld worden een stuk kleiner en geavanceerder zijn.
Natuurlijk leiden deze ontwikkelingen tot de nodige problemen. Gregory Powels en Donovan zijn de beste robottesters. Zij worden op de moeilijkste gevallen afgestuurd. Zo komen ze in de hoofdstukken 2, 3 en 4 een dronken robot tegen die liedjes zingt en kruist ook een godsdienstwaanzinnige robot hun pad. In de rest van de hoofdstukken is Susan Calvin persoonlijk betrokken bij het verklaren van het raadselachtige gedrag van de robots. Tegen het eind van het boek zijn sommige robots al zo ver geëvolueerd dat ze bijna niet meer van mensen te onderscheiden zijn en besturen computers de wereld.
De roboticawetten:
De psychologe en de testers weten alle problemen op te lossen door het toepassen van de roboticawetten. Asimov heeft drie wetten verzonnen waaraan robots moeten voldoen:
- Een robot mag een mens geen letsel toebrengen of door niet te handelen toestaan dat een mens letsel oploopt.
- Een robot moet bevelen van mensen uitvoeren tenzij ze in strijd zijn met de Eerste Wet.
- Een robot moet zichzelf beschermen tenzij dit in strijd is met de Eerste of de Tweede Wet.
Wanneer een van deze drie wetten te sterk is geprogrammeerd treden er conflicten op binnen de robot en gaat deze dwaas of gevaarlijk gedrag vertonen. Het is dan aan de testers en de psychologe om uit te vogelen wat er precies aan de hand. Daardoor heeft het lezen van deze verhalen iets weg van het oplossen van een puzzel of het ontraadselen van een moordmysterie.
De verhalen zijn amusant, worden met humor gebracht en het onderlinge gekift tussen Powels en Donovan zorgt ook voor het nodige vermaak.
De film
De film I robot verscheen in 2004 in de bioscoop. Will Smith speelt de rol van politiedetective Del Spooner. Sinds het auto-ongeluk waarbij Spooner door een robot is gered terwijl een klein meisje het leven liet, heeft hij een hekel aan robots. Het NS-4-model koos ervoor om degene met de meeste overlevingskans te redden en dat is iets wat Spooner niet kan verteren. Hij gelooft niet dat robots tot empathie in staat zijn. Wanneer hij opgeroepen wordt om de dood van roboticus Lanning te onderzoeken betwijfelt hij of dit zelfmoord is. Samen met Susan Calvin onderzoekt hij de omstandigheden van Lannings dood en zijn verdenking valt op Sonny, een robot waar iets bijzonders mee is. Zijn achterdocht blijkt gerechtvaardigd wanneer een supercomputer besluit dat de mensheid de aarde bedreigt en dat daar snel iets aan gedaan moet worden.
Overeenkomsten en verschillen
Wanneer de film start zie je als eerste de drie roboticawetten langskomen. Het boek introduceert de wetten na zo’n vijftien pagina’s. Net als in het boek zijn deze in de film van groot belang. Alleen de manier waarop ze uitgelegd worden is verschillend. In het boek lijken het meer puzzels die door de wetenschappers op een rationele manier opgelost moeten worden. In de film is daarvan echter geen sprake. Spooner doet alles instinctmatig en actiegericht.
Dit blijkt als een robot zich verstopt. Dit gebeurt zowel in de film als in het boek. In het verhaal ‘Robot vermist’ heeft een gewijzigde NS-10-robot zich verstopt tussen 62 ongewijzigde types. Het gewijzigde model heeft een verzwakte Eerste Wet en is daarom in staat mensen letsel toe te brengen. Susan Calvin gebruikt haar kennis van de wetten om de robot in de val te laten lopen. In de film verbergt een gewijzigd type zich tussen 1000 ongewijzigde robots. Spooner trekt zijn wapen en schiet erop los waarna de gewijzigde robot zich het vege lijf probeert te redden. In beide gevallen reageert de robot vanwege zijn gewijzigde Eerste wet. Dat wordt in het boek echter beter uitgelegd dan in de film.
Maatschappelijke thema’s
Het boek en de film hebben dezelfde thema's en ze roeren dezelfde kwesties aan. Ze roepen de vraag op of je vriendschap kunt sluiten met robots, of robots een ziel en identiteit kunnen hebben en wat er gebeurt als wetenschappers geen controle meer hebben over hun eigen creaties.
Personages
Dr. Susan Calvin en roboticus Lanning komen beide in zowel film als boek voor. Lanning verschijnt in de film enkel als hologram omdat hij net het tijdelijke voor het eeuwige heeft ingewisseld. In het boek leeft hij een stuk langer. Susan Calvin is in de film een mooie en nog jonge wetenschapster die heel goed oogt wanneer zij achterop de motor van Spooner zit en op vijandige robots schiet. In het boek is zij een wat saaie wetenschapster van wie je je niet kunt voorstellen dat zij iets avontuurlijkers onderneemt dan het lezen van een boek. Ze houdt niet van mensen en geeft de voorkeur aan robots. Detective Spooner bestaat in het boek helemaal niet terwijl hij in de film de hoofdrol vervult. Hij is een gescheiden rechercheur van Moordzaken en heeft een robotarm die niet van echt te onderscheiden is. Deze geeft hem superkrachten waardoor hij door muren heen kan slaan. Hij vertoont agressief gedrag richting de robots die hij ontmoet en noemt ze rekenmachines.
Conclusie
Hoewel de film en het boek dezelfde titel hebben, is het verhaal heel anders. De film is een spannende actiefilm met een schietgrage held, terwijl het boek een wetenschappelijk puzzelmysterie is dat met wat droge humor wordt gepresenteerd. Toch is de film geen simpele actiefilm hoewel je hem ook zo kunt beleven. Hij snijdt belangrijke maatschappelijke kwesties aan over technologie en de robotproblemen zijn te herleiden tot de toepassing van de roboticawetten. Je kunt dan ook zeggen dat de film geïnspireerd is door en gebaseerd is op het boek, maar dat het zeker geen letterlijke verfilming is. Beide zijn onderhoudend, amusant en zetten je aan het denken over de toekomst van de maatschappij, over de gevaren van voortschrijdende technieken en over de wenselijkheid van technologische ontwikkelingen.
Hoe vond jij deze film? Heeft hij je aan het denken gezet over de robotisering van de maatschappij?
Wat vond je van het boek? Wil je het tot in detail bespreken? Doe dan mee aan de Leesclub.
-Saskia-