Club van Tien voor even de Club van Toen #6
Wat begon als een typefout, daar volgde al gauw een idee. Het resultaat is een reeks mijmeringen over vroeger: De Club van Tien voor even de Club van Toen.
Welke boeken lazen we in onze jeugd, welke herinneringen hebben we aan een leesperiode of welke verhalen zijn ons het beste bijgebleven? Jullie lezen het elke maand bij de Club van Scifi/Fantasy. Vandaag zijn onze enige echte Hebbanredacteuren en clubcoördinatoren Debbie en Martijn aan de beurt. Ook zij gaan op deze Throwback Thursday met de billen bloot en nemen ons mee op een tripje naar hun verleden.
Debbie
Mijn hersens moet ik even flink laten kraken als mij wordt gevraagd naar de boeken uit mijn jeugd. Echte favorieten had ik niet en alhoewel ik me hele series goed kan herinneren (Bolke de Beer), kunnen die onmogelijk mijn hele jeugd gevuld hebben. Voor jullie ga ik proberen te schetsen wat ik me herinner van de boeken uit mijn jeugd. Je zult je daarna afvragen hoe dat in hemelsnaam een voorbereiding was voor de sciencefiction en fantasy die ik nu vooral lees.
Het is een ontzettende vreemde gewaarwording om dit stuk nu te schrijven, want na deze intro dacht ik ‘eigenlijk moet ik dit even aan mijn moeder vragen’. Moeders weten dingen, moeders weten alles. Moeders weten zeker welk ellendig prentenboek ze je honderd keer hebben voorgelezen. Mijn moeder overleed echter op 20 september 2017 en ik heb in de vijf weken erna al minstens honderd keer gedacht ‘dat moet ik even aan mijn moeder vragen’.
Voorgelezen worden kan ik me in feite niet goed herinneren en echte prentenboeken hadden we in die tijd ook niet. Oh kom, zo oud ben ik niet. Ik ben van het jaar 1977. Ik kan me een groot rood sprookjesboek herinneren, het eerste bewijs dat uitlenen van boeken echt not done is, want dat geliefde boek is de familie in verdwenen en nooit weer teruggekomen. En naast het al genoemde Bolke de Beer kenden we alle Pinkeltjes, Ronnie’s en Paulus de Boskabouters. Vriendelijke figuurtjes met ronde gezichten, maar wat was het spannend vaak!
Eenmaal zelf aan het lezen, denk ik dat ik teruggreep naar de strips. We hadden een leesportefeuille, met de Donald Duck en de Tina en daar las ik elke letter uit. Ook de Penny, een echt meisjesblad, over paarden en pony’s, vond ik spannend. Ik kan me nog herinneren dat een meisje met armen vol bloemen haar dorpje kwam binnenlopen, in een wereld waarin niets meer groeide en haar kleine zusje zo ziek was. Zij vond de oplossing. Toen al was ik gevoelig voor Weltschmerz. Ook een verhaal waarin mensen huisdieren waren voor een buitenaards ras, samen met leuke, tweekoppige geiten kan ik me herinneren. De Tina was best leerzaam soms.
Ik vermoed dat ik de tienerjaren hebt besteed aan mijn dierenencyclopedieën. Ik had een leuk hondenrassenboek en daarvan kende ik alle rasbeschrijvingen uit mijn hoofd. Een prachtige, dikke, rode dierenencyclopedie kende ik uit mijn hoofd. En toen we aan de deur ooit een abonnement op een twaalfdelige ‘Dieren van de wereld’-reeks kochten was ik lang tevreden. Ik ben dus een jeugdige non-fictielezer geweest vooral.
In mijn latere puberjaren kwam de Weltschmerz kennelijk terug, want ik heb een periode gehad dat ik alle leesboeken over de Vietnamoorlog uit de bibliotheek leende. Misschien was Tour of Duty toen net op televisie of had het een andere aanleiding.
Kort daarna kreeg ik In de ban van de ring in handen en was mijn lot bezegeld. Ik las het eerste deel en ging verrukt terug naar de boekwinkel voor meer. Het tweede en derde boek begon ik ’s middags om vijf uur te lezen. ’s Nachts om vijf uur sloeg ik de laatste bladzijde om. Ik ben nooit meer gestopt met lezen.
Martijn
Mijn herinneringen aan lezen en voorgelezen worden zijn vaag – voornamelijk beelden, alsof de verhalen in mijn hoofd verfilmd werden – of verdacht helder. Die laatste komen waarschijnlijk voort uit de verhalen die mijn ouders me vertelden over het voorlezen. Het belangrijkste boek dat ik me herinner is ongetwijfeld De brief voor de koning van Tonke Dragt. Het verhaal ken ik vooral zo goed omdat ik het boek en het vervolg Geheimen van het Wilde Woud vaak heb herlezen. Maar de eerste keer is een gezins-legende: ik bij mijn vader op schoot in de grote bruine fauteuil, terwijl hij de avonturen van Tiuri en Piak op hun queeste naar het land van Unauwen voorlas. En dat op zeer jonge leeftijd: volgens mijn ouders was ik vijf bij eerste lezing. Ik wijdde vorig jaar al een artikeltje aan de ridderboeken van Tonke Dragt: dierbare herinneringen.
Daarnaast waren er sprookjes, prentenboeken, Pinkeltje en Bruintje Beer. Uit die laatste citeert mijn moeder nog steeds af en toe: ‘Dat scheelde een haar uit Spikkel zijn staart’. Ik dacht zeker te weten dat Spikkel een grote hond was, maar bij nazoeken blijkt het een pony te zijn, die zelfs een eigen aflevering had in de serie: De avonturen van Bruintje Beer - Spikkel de Wonderpony. Het waren oblong boekjes met slappe kaft en een combinatie van een plaatje en een stuk tekst eronder. Een soort tussenvorm van strip en verhaal, net als de Bommel- en de Piloot Storm-boeken die ik later las.
Ook is er nog de vage herinnering aan een bijzonder prentenboek, dat ik samen met jeugdvriend Oscar las, bij hem thuis een eind verderop in het Groningse Hoge Land. Het waren duistere, gestileerde tekeningen (of zelfs schilderijen) en het ging over een meisje dat vanuit een rijtjeshuis (ouderwets, zoals in 19e eeuws Londen?), door een tuin met allemaal sprookjeswezens de gevaarlijke buitenwereld in trok om een zwarte draak bovenop een berg te verslaan. Op de fiets, met een steeds langere stoet vrienden achter zich aan. Geen idee van titel of auteur of tekenaar, dus dit boek zou een goede kandidaat zijn voor Hebban Helpt – ik zoek een boek.
Tiuri wakkerde mijn interesse in de middeleeuwen, ridders en kastelen aan, Piloot Storm was mijn introductie in de sciencefiction en mijn opa (van moeders kant) vertelde tijdens een gezamenlijke vakantie over hobbits, waarmee ik ook in de fantasy terecht kwam. Dat is mijn heilige drie-eenheid: historisch, sciencefiction en fantasy; de drie genres die ik nog steeds het liefste lees en schrijf.
Lees hier het vorige Club van Toen-artikel.