Verhalenwevers #3 Ontvlammende woede
Voor deze aflevering tekende niemand minder dan Kim ten Tusscher! Voor veel fantasyfans geen onbekende. In 2008 debuteerde ze met Hydrhaga. In 2010 verscheen Gebonden in Duister, het eerste deel van de Lilith-trilogie. Met deze serie vergaarde Kim veel bekendheid. De wereld die ze voor dit verhaal heeft gecreëerd, blijft trekken en dus zijn haar andere boeken ook in deze wereld gesitueerd. In 2015 stemden lezers Prooi tot twee keer toe naar de top-5 van beste Nederlandstalige fantasyboeken. Begin 2017 verscheen Bloed, het eerste deel van de Vertellingen van de Ondergang.
Kim ziet fantasy als een geweldig middel om de wereld om haar heen te onderzoeken. Haar verhalen gaan altijd over het schemergebied tussen goed en kwaad. Dat komt vooral tot uiting in de personages. Ze wil dat je als lezer kunt begrijpen waarom iemand iets doet, ook al ben je het er niet mee eens. Dit levert een mooie nuance op en een verhaal dat verder gaat dan held verslaat schurk.
Naast het schrijven heeft ze ook een passie voor films. Ze was betrokken bij Born of Hope, Ren – the Girl with the Mark en A Royal Love. Ook werkte ze samen met de band Seven Waters aan Hunter’s Prey: een nummer met epische videoclip over Jager & Prooi.
Het vervolgverhaal wordt steeds spannender, we hopen dat jullie net als wij op het puntje van je stoel zullen zitten!
Vol ongeloof struikelde Eshe naar achteren. Zoiets gruwelijks kon Soma niet gedaan hebben. Niet haar jongen! Ze viel tegen de brandende tafel. De vlammen schroeiden haar huid. De pijn maakte haar helder. Er was geen tijd voor emoties, ze moest hier weg.
Eshe krabbelde overeind en keek verder de fabriek in. Wat als Soma daar nog ergens was? Vuur krulde door de deuropening en Keik kraste een waarschuwing. Eshe draaide zich om, misselijk van de rook en de paniek om haar zoon. Natuurlijk lukte het niet om de emoties te verdringen, maar ze kon hier niet langer blijven.
Ze trok de boord van haar trui tot over haar neus. In elkaar gedoken om onder de rook te blijven, rende ze door de werkplaats. Keik wees haar de weg. Als de rook hem aan het oog onttrok, volgde Eshe zijn gekras. Als hem maar niets overkomt, schoot door haar gedachten. Meteen gevolgd door: bedoel je Soma of Keik? Voor Soma vreesde ze echter het ergste. Hoe kon hij dit... dit hebben gemaakt? Waarom? Eshe slikte de tranen weg en hoestte.
Eigenlijk wist ze het antwoord wel. De eerste sneeuw was net gevallen toen ze hem en Aska had horen fluisteren over een opstand. Ook al vermoedde Eshe dat ze het niet had mogen horen, ze had het afgedaan als een fantasie. Uit angst voor de waarheid had ze zich verscholen achter de leeftijd van haar zoon. Soma was te jong voor zulke dingen. Het was een spelletje. Toch? Ze had de waarschuwing moeten zien in de kille blik in zijn ogen, die nog geel en paars omrand waren door het zoveelste gevecht waarbij hij betrokken was. Hij had alleen kwijt gewild dat het 'de witten’ waren. Daarna had hij haar steeds meer buitengesloten.
Hij was toen allang geen kind meer, besefte Eshe nu. Misschien was hij het nooit geweest. Hadden de inwoners van Breza hem zijn jeugd al vroeg ontnomen.
Ze struikelde over een van de kinderen en tuimelde door een gat in de muur naar buiten. Het felle zonlicht verblindde haar. Eshe draaide zich op haar rug en ademde de schone lucht diep in. Resten van rook en roet prikten in haar longen. Te laat besefte ze dat Keik in paniek kraste. Een schaduw viel over haar heen en ze werd aan beide armen omhoog getrokken. Eshe knipperde om beter te kunnen zien, ook al wist ze wie haar had gegrepen. Haar blik viel op het insigne dat een van de mannen op zijn overhemd had gespeld. De burgerwacht.
Keik fladderde om de hoofden van de twee mannen en pikte waar hij maar kon. Zijn snavel maakte een kras op de wang van de linker wachter. Die sloeg naar de automaton. ‘Wegwezen, rotbeest!’ Keik dook onder zijn arm door en zorgde dat hij buiten het bereik van de man kwam.
Ineens klonk er een ketsend geluid. Bijna tegelijkertijd maakte de vogel een vreemde draai.
‘Keik!’ Eshe probeerde zich tevergeefs los te rukken. Haar vogel stortte tegen de grond. Een steen was in zijn borstkas gedrongen en een vleugel versplinterde door de klap. De rechter man schopte Keik weg en keerde zich naar haar toe. ‘Was dat jouw rotbeest?’ Hij grijnsde.
Eshe besefte dat de tranen over haar wangen liepen. Er was vandaag al zoveel gebeurd, dit was de druppel.
'Wat is hier voorgevallen?’ vroeg de ander. ‘Bereidden jullie een aanslag voor? Ging de bom te vroeg af?' Lachend klikte hij zware boeien om haar polsen. Eshe herkende het zwarte ijzerhout. Perfect om het binnenwerk, het hart, van een automaton te maken. Het was de hardste houtsoort in de wereld en het was moeilijk om eraan te komen, omdat de bomen zo langzaam groeiden en moeilijk te vellen waren met de gereedschappen die de mensen hadden.
'Er zijn kinderen binnen,' zei Eshe hees. 'Ik wilde hen helpen. Jullie moeten hen helpen.'
'Misdadigers zijn het. We wisten al lang dat hier iets gaande was.’
‘Het zijn kinderen! Doe alsjeblieft iets.’
De man bracht zijn gezicht dichter bij dat van haar. ‘Heb jij hen geleerd om met hout te werken, heks?'
'Nee!' Of toch wel? Soma had altijd aan haar tafel gezeten om te kijken wat ze deed. Was zij hier verantwoordelijk voor?
'We hadden jullie nooit binnen moeten laten,’ zei de ander. ‘Ik heb altijd gezegd dat er problemen van zouden komen. Maar je hoeft niets te zeggen. We komen er nog wel achter wat jullie hier deden. De staatspolitie is al onderweg.'
De mannen trokken haar weg van de fabriek. Blusteams waren bezig om de brand onder controle te houden. De bomen op de naastgelegen plantages werden besproeid zodat het vuur niet kon overslaan. De fabriek was niet meer te redden, dat wist ook Eshe. Ze had het eerder gezien, vlak voor ze haar vaderland ontvluchtte. Toen...
'Oh Soma, alsjeblieft,' fluisterde ze. 'Zorg dat je veilig bent.'
De burgerwachters leidden haar langs de toeschouwers die waren toegestroomd. Eshes buren keken haar wantrouwend na. Er klonk een fluistering. Toen Eshe net in Breza was aangekomen, had ze gedacht dat de mensen vanzelf aan de ontheemden zouden wennen, als ze maar genoeg tijd zouden krijgen. In werkelijkheid was de discriminatie de laatste jaren alleen maar toegenomen.
Een van de mannen legde zijn hand op Eshes hoofd en duwde haar in de arrestatiewagen. Eshe klemde haar handen om de houten spijlen van het raampje en staarde naar de fabriek. Het dak stortte in. Het vuur loeide. Een vonkenregen daalde neer op de toeschouwers en de kar zette zich in beweging.
Vorige afleveringen gemist? Hier vind je aflevering 1 en hier aflevering 2. Laat ons vooral ook weten wat je ervan vindt tot nu toe en hoe je hoopt dat het verder zal gaan!