Lezing Kris Van Steenberge
Een week geleden ongeveer was ik op een lezing van Kris Van Steenberge in mijn lokale bibliotheek. Zijn debuutroman Woesten won de Bronzen Uil Publieksprijs voor het beste Debuut in 2014, en dit boek is alleen nog maar populairder geworden. Via zijn Facebookpagina kwam ik te weten dat dit boek al liefst aan zijn 19de druk toe is.
Als voorbereiding hadden we met de tweemaandelijkse leesclub die in diezelfde bibliotheek plaats vindt, Woesten samen gelezen en besproken. Voor mij was het een tweede keer dat ik het boek ter hand nam, en opnieuw was het zeer de moeite. Jammer dat we nu op het nieuwe seizoen van de leesclub én de lezingen moeten wachten trouwens…
Kris Van Steenberge sprak over zijn traject naar het schrijverschap en dan over het schrijfproces van voornamelijk zijn eerste boek op deze avond.
Hij heeft jarenlang als leraar gewerkt in het lager onderwijs in Lier en werkt er nu nog voor 60%. Daarnaast bouwde hij een 10-jarige ervaring in het figurentheater op om daarna over te gaan naar het schrijven van toneelstukken wat begon met een familievoorstelling. Toen hij tengevolge daarvan werd gevraagd om zich aan de regie te wagen van deze voorstellingen, besloot hij een 4-jarige cursus theaterregie te gaan volgen in Tilburg. En deze cursus en één van de docenten daar lag dan weer aan de grondslag van zijn schrijversopleiding ‘Creatief schrijven’ op de Schrijversacademie in Antwerpen, die nog steeds wordt gegeven door reeds publicerende auteurs met een vrij goede en af en toe wat bekendere naam. Zo was één van zijn docenten en zijn juryvoorzitter schrijver Erik Vlaminck, die ik op mijn eigen blog al eens in de kijker zette en die ook de laatste jaren meer en meer aan bekendheid gewonnen heeft bij het grote publiek.
Van Steenberge werd tijdens de schrijverscursus gebeten door verschillende genres die allemaal deel uitmaken van de brede vorming. Eén van zijn docenten stelde de voor hem belangrijke vraag om te weten te komen of er een schrijver in hem schuil ging: “Kan je lang blijven zitten?” Dat zou namelijk één van de voorwaarden zijn en werd dan ook door hem zelf uitgetest voor een bepaalde periode, vertelde Kris. En blijkbaar viel dat beter mee dan tijdens zijn schoolperiode. Omdat hij in het laatste jaar van zijn cursus een groot deel had vrijgenomen, had hij tijd om als zijn eindwerk een tweede versie van Woesten klaar te hebben, waarvoor hij zich dus een bepaalde discipline had aangemeten en wat voor de meeste cursisten meestal blijft bij een gedichtenreeks, een hoofdstuk van een roman, een (stuk) theatertekst, … Het was na indiening wachten geblazen op het eindverslag. De goede raad van Erik Vlaminck die hij gaf aan Kris over hoe hij verder zou moeten gaan om zijn roman gepubliceerd te krijgen? “Afwachten op een telefoontje van een uitgeverij”, kreeg hij te horen van Erik, en hij bleek gelijk te hebben. Niet veel later zou hij al gebeld geweest zijn door uitgeverij Vrijdag, die hem nu nog steeds onder dak heeft. Een mooie anekdote toch, niet?
Woesten
Hoe kreeg hij de inspiratie voor dit boek? Zijn inspiratie haalde hij uit een aantal herinneringen die hem te boven kwamen van zijn grootvader, aan de Tweede maar ook vooral aan de Eerste Wereldoorlog. Er is in feite veel meer over W.O. II geschreven in het Nederlandse taalgebied dan over die eerste. Een aantal dingen kwamen nog meer samen om inspiratie uit te halen: hij is zelf vader van een tweeling wat ook aan bod komt in het boek, en de namen Valère en Nameloos haalde hij uit een opgedoken Middelnederlandse tekst toen hij opzoekingen voor ander werk deed. De oude verhalen over Romulus en Remus, oftewel Castor en Pollux uit de oudgriekse/-romeinse mythologie volgens onze leesclubbegeleider zijn uiteraard ook vergelijkingsmateriaal die je voor de tweeling in het boek kan aanwenden.
Vanaf het begin wilde Kris het boek vanuit verschillende perspectieven schrijven, en dat is hem zeer goed gelukt. Uit de leesclub kwamen we op de vaststelling uit dat het boek ingenieus de Nederlandse standaardtaal en de streektaal mengt, waarin de personages hun dialogen voeren. Dit wordt zeer consequent aangehouden. De syntaxis van het boek is vrij eenvoudig gehouden waardoor het zeer vlot leest, en hoewel het verhaal uit een lang verleden stamt, is de taal zelf voor de beschreven periode best wel modern te noemen. Het boek is ook een zedenroman, een schets van de omstandigheden in een klein dorp aan het eind van de 19de en het begin van de 20ste eeuw.
Thema: Het leven is onverbiddelijk maar ook zaligmakend.
De boodschap: Je kan nog iets van je leven maken, als je jouw geschiedenis en trauma’s, hoe zwaar ook, hebt kunnen plaatsen. Op het einde van het boek staan de overgebleven personages aan het begin van een nieuw leven. Alle personages willen vluchten of ontsnappen aan een bepaald lot. Schuldgevoelens zijn er ook genoeg te vinden bij meerdere personages. Bepaalde situaties, o.a. de eerste wereldoorlog, zijn dan weer keerpunten voor het verhaal om zo de personages een andere weg te laten inslaan. En dan komen er ook nog eens thrillereffecten bovenop omdat de lezer tot op het einde niet weet wat eigenlijk de juiste tijdslijn van de gebeurtenissen is. Sowieso is de aangewende taal prachtig, heel suggestief en wordt er veel aan de verbeelding over gelaten. Dat dit boek vooral niet verfilmd wordt! Dat is toch mijn hoop…
We krijgen ook nog te horen dat de titel van de uitgeverij kwam, zoals wel meer het geval is bij het uitgeven van een boek. Een pakkende titel vinden voor een boek is dan ook geen evidentie. Zowel door de titel ‘Woesten’ als door de Duitse titel ‘Verlangen’ werd Kris verrast. Zo had hij het zelf totaal niet gezien. Men bleek echter gelijk te hebben.
Verder ‘brengt’ Kris ook twee stukken uit zijn boek, waaronder de introductie. En ‘brengen’ is echt wel het juiste woord hier. Zonder zijn tekst er te hoeven bij nemen, een uitzondering bij al de lezingen die ik in deze reeks heb bijgewoond, declameert/brengt de auteur hier zijn boek tot leven, op een manier waardoor je er direct in wordt meegezogen! Zijn theaterervaring zal hier uiteraard in meespelen. Prachtig gewoon om dit te zien!
Er komen nog enkele vragen uit het publiek naar voor, waar ook voldoende tijd voor wordt genomen hoewel de temperatuur in de bibliotheekruimte door de niet te openen glazen ramen tijdens een lange lezing naar tropische hoogten is gestegen. Zowel de redenaar als de toehoorders happen naar lucht.
Vraag uit het publiek: Of Kris alle lagen en betekenissen die in de recensies en de reacties van lezers naar voor zijn gekomen, er zelf ook bewust heeft ingelegd?
Antwoord Kris: Zeker niet altijd, er zullen zeker een aantal lijnen wel onbewust zijn ingekropen.
Vraag uit het publiek: Hoe kon hij de sfeer van een dorp van voor de oorlog en tijdens de oorlog zo goed schetsen?
Antwoord Kris: Hij heeft heel wat indrukken meegekregen toen hij regelmatig bij zijn grootvaders in hun dorp op bezoek is geweest als kind.
Vraag uit het publiek: Het luisterboek van Woesten werd door hem zelf ingesproken. Was dit bewust?
Antwoord: Ja, de vraag kwam en hij wilde dit echt ook zelf doen. Dit is wel een kunst op zich. Voor hem moeten de luisterversies van zijn boeken in het vervolg telkens direct met de eerste papieren druk tegelijkertijd verschijnen. Wie zijn boek Blindelings ook heeft gelezen, zal snappen waarvandaan dit uitgangspunt komt.
Na meer dan twee uur vertellen en vragen beantwoorden, kon het publiek niet anders dan zeer tevreden nog een glaasje fris drinken tegen de hitte in de zaal en nog wat napraten en een boek kopen en/of laten tekenen. Waarvan ik uiteraard dankbaar gebruik maakte! Het was zowat de beste lezing voor mij om deze reeks mee af te sluiten. Vanaf september staan er terug leesclubs en lezingen op het programma van bibliotheek Park in Merksem. Ik zal er zeker weer bij zijn!
Nathalie