Literair gedacht: Poëzie en verkiezingen
Ongevraagd advies
Op 15 maart 2017 zijn er Tweede Kamerverkiezingen in Nederland. Een oneindige stroom van politici bestookt ons via de media met allerlei beloften, er zijn eindeloos veel ‘debatten’ in radio- en televisieprogramma’s, het electoraat wordt ‘geïnformeerd’ middels social media, politici lezen het filenieuws voor. Wat zal het fijn zijn (en niet alleen voor politici) als het 16 maart is. Eventjes rust aleer het gekrakeel rondom de kabinetsformatie begint.
Is wat de politici ons doen beloven de realiteit of een meer gedroomde werkelijkheid? Verbinden politici deze twee werelden met elkaar? Soms doen ze dat wel met verbindende one-liners. Iedereen kent ze wel. Obama met zijn ‘Yes we can’, Martin Luther King met zijn legendarische woorden ‘I have a dream’ en misschien ook wel Donald Trump met ‘Make America great again.’
Literatuur houdt zich ook bezig met werkelijkheid en dromen, net zoals andere kunsten. Zou de literatuur zich ook bezig houden met verkiezingen, afgezien van het feit dat kunstenaars en een enkele schrijver zich als lijstduwer voor een partij inzetten? En hoe gaat de literatuur met de hectiek van het verkiezingenspektakel om.
Hierbij twee gedichten die over de verkiezingen gaan. Goed om die te lezen voordat u uw vakje rood gaat kleuren.
Het eerste is van Derek Otte, stadsdichter van Rotterdam. De plek waar de voorbije dagen het nodige te doen was over democratie, stemmen, vrijheid, saamhorigheid. In het gedicht zegt hij dat het beter is stil te staan bij de overeenkomsten dan bij de verschillen.
Het gedicht heet ‘NOU EN OF’
een soort van onverschilligheid
wellicht nog wel ons grootste goed
omdat het hier uiteindelijk
vrijwel niemand iets kan schelen
of jij mijn of andere kijk
of ik op stand en jij de wijk
of jij nou u terwijl ik jij
één voor allen
allen voorbij
mede-, Neder-, anderlander
hier werkt wie er werken ken
wie d’r hier doorgaans weinig vrij
boeit het meestal toch vrij weinig
of jij zondag of toch vrijdag
of ik jou moet of jij mij mag
of jij nou wit terwijl ik zwart
soms hand in hand
vaak hart tot hart
al lijken we als dag op nacht
onze strijd gelijkenissen
het zou er hier toe kunnen doen
wat zou het uit moeten maken
of jij van dame of toch heer
of ik met minder jij met meer
of jij nou groots waar ik dan klein
vooruit komt voort uit
anders zijn
kaders tralies
hokjes fabels
ik heb jou als
jij dan mij hebt
geen goed of slecht
slechts nep of echt
hier zijn we wij
en zonder zij
een soort van onverschilligheid
Het tweede gedicht is van Ester Naomi Perquin, de Dichter des Vaderlands. Het gedicht heet ‘Ongevraagd Advies’ en is gericht aan de zwemmende kiezer.
U kunt het hieronder lezen, maar als u op bijgaande link klikt dan ziet u het gedicht ook verbeeld. En poëzie gaat over verbeelding. http://www.dichterdesvaderlands.nl/gedichten.html
Ongevraagd advies
Geef het land aan wie het weet te liggen: prachtig
onder zeeniveau, midden in het paradijs.
Geef het de manken, de blinden, de stamelaars
en slissers. De zwijgers.
Geef het de oude man die 's ochtends vroeg gaat vissen,
alleen om zijn vrouw te ontlopen – wij zijn ook
die man, die vrouw, wij zijn ook die vissen.
Geef het de vrouw die kinderen leert: neem zebra's te voet,
sla terug als je geslagen wordt, zorg altijd voor je hond.
Geef het wie er weg wil maar het niet kan missen.
Wie blijft. Wie grenzen kent, de scheve gevels
en de aarde. Wie niets van aangepaste prijzen weet
maar wel van actuele waarde. Schrik niet.
Breek het schreeuwen open, kijk: ook daar zitten wij,
schouder aan schouder om het vuur, grommend
en hoopvol. Te wachten. Te staren.
Geef het land aan wie het ternauwernood maar stralend
vast zal houden, geef het wie het amper past.
Kijk verder dan de meest geplakte posters, negeer
de zachtste woorden, de wanen en de lach –
geef je land, je stad, je tijd uit handen.
Maar geef één stem weg.
Nooit de macht.
© Ester Naomi Perquin, maart 2017
- Jan Stoel -