Het boekenrestaurant van Jan
Waar is die leesgekte van mij begonnen? Wellicht heeft mijn vader, die hoofd van een basisschool was, daar wel invloed op gehad. Hij was bevriend met een boekhandelaar. Om de paar maanden gingen we daar op bezoek. Ik keek daar naar uit en mocht altijd een boek uitkiezen. Het maakte niet uit wat ik koos: een strip, een Pietje Bell-boek. Ik was trots op mijn boeken en die stonden keurig naast elkaar op een boekenplankje boven mijn bed. Ik heb ze nog steeds. Ze staan niet meer op een speciaal boekenplankje, maar zitten in een van de vele boekendozen op zolder.
Met het ouder worden ontwikkelde mijn boekensmaak zich ook. Dat gaat net zoals bij eten. Je begint bij de frites-tent en eindigt in een sterrenrestaurant. Ik spreek dan ook liever niet van een boekenkast maar van een boekenrestaurant. Iedere dag eten in een sterrenrestaurant wil je ook niet, je wilt ook wel eens snacken, nietwaar?
Inmiddels is het aantal boeken enorm toegenomen. Ik koop namelijk alle boeken, en ben kritisch op wat ik aanschaf. Een e-reader is nog niets voor mij. Ik wil dat papier ruiken, heerlijk is die geur als je een nieuw boek laat 'waaieren.' Ik wil dat fysieke boek echt in handen hebben, dat ‘nieuwe gerecht proeven.’ Ik geniet ook van de vormgeving, de cover, hoe ‘het bord is opgemaakt.’
Ik lees boeken heel voorzichtig, wil niet dat er een kreuk in de rug komt. En als het boek uit is dan komt het in de kast, wordt het opgenomen in het leesmenu. Gelukkig houdt mijn echtgenote van dezelfde literatuur en hebben we dus gezamenlijke menukaarten/boekenkasten. We combineren in ons huis kunst en literatuur. Op de begane grond hebben we drie eetruimtes in ons boekenrestaurant. In de huiskamer is dat niet meer dan een plank met kunstboeken en publicaties van twee kunstenaars die ik al jaren volg: Roger Raveel en Harrie Gerritz. Bijna al deze boeken zijn gesigneerd, nog zo'n tic van mij.
In mijn studeerkamer staan vooral boeken over kunst en een serie romans die ik ooit als lid van de ECI kocht. De gezamenlijke werkkamer bevat twee grote boekenkasten. Op de bovenste plank een paar meter poëzie, daaronder alfabetisch op schrijver gerangschikt met name Nederlandse literatuur en op de laagste planken thrillers. De boekenkast aan de overzijde bevat studieliteratuur: Engelse literatuur van mijn echtgenote, literatuur van buiten het Nederlands taalgebied, secundaire literatuur en literatuur vanaf de middeleeuwen tot aan de 20e eeuw.
Op de eerste verdieping situeren zich twee feestkamers van ons leesrestaurant. In één ervan worden regionale producten (boeken) onder de aandacht gebracht, maar is er ook een aanbod van poëzie, thrillers en pockets. Alles staat keurig naast elkaar op genre en alfabet.
In de tweede kamer bevinden zich de bibliofiele boeken, uitgegeven in zeer kleine oplage, waarin poëzie en beeldende kunst de dialoog met elkaar aangaan. Dat zijn mijn echte juweeltjes, de sterrengerechten van ons boekenrestaurant.
Toppers zijn voor mij vooral de boeken met een persoonlijk verhaal en dat zijn vaak de boeken van schrijvers die ik ontmoet heb op literaire bijeenkomsten en hun boek hebben gesigneerd: boeken van Jan Wolkers, Hugo Claus, Gerrit Komrij, Griet op de Beek, Annejet van Zijl, bijna alles van Nicci French, Karen Slaughter, Charles den Tex, Ward Ruyslinck, Jan Brokken etc. etc. Enne…alles gelezen natuurlijk! O ja. Op zolder in al die dozen liggen heel veel gesigneerde kinderboeken van auteurs waar ik ooit in mijn tijd in het onderwijs mee gewerkt heb: van Joke van Leeuwen tot Ted van Lieshout.
Boeken van ons menu verwijderen? Nee!!! Want je wilt ze toch herlezen, opnieuw proeven?!
- Jan Stoel -